Mijn documentaire Zwart als Roet draait in Tokyo op een internationaal tv-festival. Vriendin en collega Roos van Ees is een idolate fan van Japanse anime- een tekenfilmgenre, waaronder de bekende manga-stijl. Daarom neemt ze me mee naar Akihabara, dé wijk met talloze animewinkels vol manga parafernalia en speelhallen waar je computerspellen van bekende series als Pokemon en Dragonball Z kan spelen.
Sunny Bergman is in Tokyo, waar een manga verkleedpartij aanleiding is voor een beeldverhaal met bespiegelingen over vrouwbeelden, geanimeerde porno, Japanse kawaii (cuteness) en ironie binnen seksualiteit.
anime vrouwbeeld
In een van de winkels staat een rek met kostuums van meisjes uit bekende manga series. ‘Laten we die aan trekken!’ roept Roos enthousiast. Als participerend journalist grijp ik deze kans aan om het anime vrouwbeeld zelf te ervaren.
Als we in het pashokje selfies maken, vindt Roos dat ik beter mijn best moet doen. ‘Je bent veel te sloom en serieus Sunny, je moet anime poses striken.’ Ze maakt vrolijke peacetekens, zet grote ogen op, giegelt kinderachtig en vormt met haar mond een overdreven o.
Roos laat me anime poppetjes zien die goed het gevoel weergeven wat ze bedoelt. Blijkbaar zijn de mangameisjes immer upbeat en kortgerokt.
kinderlijke fantasiewereld
In een nabijgelegen drogisterij kopen we nepwimpers en maken we ons op zoals klein meisjes doen die voor het eerst moeders make up collectie ontdekken; roze, roze en nog meer roze.
We doen kinderachtige staartjes in ons haar en trekken strakke turquoise/witte majorette pakjes aan. We doen de pose die ik het best kan beschrijven als ‘oelala, mijn rokje waait per ongeluk omhoog’.
Nu is Roos tevreden; ‘Zo moet het Sunny! Een soort mix tussen onschuldig en seksueel!’ Waarom vindt Roos anime zo cool? Het infantiliseert vrouwen, vind ik. Bovendien neigt die obsessie met kindvrouwtjes naar pedofilie. ‘Ik snap wat je bedoelt' reageert Roos, 'sommige films spelen inderdaad in op een soort schoolmeisjes-fetish. Maar voor een groot deel is het gewoon een kinderlijke fantasiewereld. Het is fijn je soms weer kind te voelen. Bovendien is veel anime van bijvoorbeeld studio Ghibli zoals Spirited Away echt magisch en superkunstzinnig, met juist vaak sterke amazone achtige vrouwen in de hoofdrol. Heel anders de standaard Disney prinsessen verhalen waarin het alleen draait om de prins op het witte paard.’
ironie
We duiken een fotohokje in waar we miraculeus tot mangafiguren getransformeerd worden. Onze ogen worden groter gemaakt en rimpels worden weggeshopt. Ik lijk 12. Volgens Roos heb ik een ‘typisch mangahoofd’. Daarna mogen we de foto’s digitaal bekladden met roze hartjes, zoentjes en andere schattigheidsdingen.
Op papier zijn Roos en ik verworden tot totaal ongevaarlijke geïnfantiliseerde versies van onszelf. Ik vraag me af of binnen een (sub)cultuur waar een dergelijk kindvrouw imago wordt gecultiveerd, vrouwen inhoudelijk gezien serieus genomen worden. Aan de andere kant voelt het best bevrijdend om even in deze manga-meisjes rol te stappen. Om tijdelijk een bepaald vrouwbeeld toe te eigenen, al is het op een ironische manier.
Dylan, een kennis van me die ik interviewde voor mijn documentaire Sletvrees, is een groot fan van ironie binnen seksualiteit. ‘Ironie geeft vrijheid,’ zegt hij. ‘Een ironisch filter helpt je een rol aan te nemen waar je misschien bang voor bent. Dan kun je ook dingen doen als: “O meneer, wat doet u nu?”’ Hij slaat quasi verbaasd zijn hand voor zijn mond om een vrouw na te doen die seksueel overrompelt wordt. ‘Dat je je niet hoeft te schamen als geëmancipeerde vrouw om je onderdanig op te stellen. En het uiteindelijke orgasme is zonder ironie natuurlijk.’
Toch durf ik mijn ironische anime look niet de gehele dag vol te houden. Als ik later op de dag een borrel met internationale televisiecollega’s binnenloop haal ik snel de paardenstaartjes en roze speldjes uit mijn haar. Ik ben immers een professionele vrouw met een serieus verhaal.
kawaii
Na onze verkleedpartij en fotoshoot gaan we naar de franchise Maiddreamin. We worden bediend door meisjes in diensteruniforms die met rare stemmetjes voor ons zingen en ons zogenaamd betoveren met Japanse spreuken. We moeten miauw miauw roepen als we iets willen bestellen en de ijsjes zijn versierd zijn met chocoladesaus poezenhoofden.
Naast ons zit een Japanse man die een verzamelboekje vol heeft met foto’s van hem en Maiddreamin serveesters. Hij zingt en klapt mee en heeft overduidelijk de tijd van zijn leven. Roos en ik verschillen van mening over onze buurman; ik denk dat hij geilt op de jonge dienstertjes en vind zijn maiddreamin hobby treurig terwijl Roos het lief vind dat hij zich zo ongeneerd kinderlijk kan uitleven in een fantasiewereld. ‘De liefde voor anime is niet enkel seksueel gemotiveerd Sunny,’ legt ze uit. ‘Valt het je niet op dat iedereen in de metro strips leest? Dat in reclames allemaal tekenfilmfiguren gebruikt worden? In Japan hebben ze een term voor die schattigheid: kawaii.
De liefde voor kawaii is meer dan Hello Kitty T-shirts of tekenfilmfiguren in schooluniform. Politici gebruiken schattige diertjes met grote ogen in hun campagnes en zelfs de Japanse Publieke Omroep- die het televisiefestival organiseert waarvoor we hier zijn- heeft als mascotte een poppetje genaamd Domokun.
In culturele analyses van waarom anime, tekensfilms en kinderlijkheid zo populair is in Japan wordt geopperd dat het komt omdat het volwassen leven in Japan zo veeleisend is met verstikkende sociale verwachtingen. De kawaii-cultuur wordt gezien als een verzet hiertegen.
Toch wordt anime ruimschoots gebruikt voor erotische doeleinden. We struinen door lingeriewinkels vol mangaplaatjes. Er is zelfs een heel subgenre van geanimeerde anime porno; hentai. We lopen een hentai winkel binnen en bekijken talloze dvd covers. Sommige porno is best wel pedofilierig; voyeuristisch tekeningen van kleine meisjes wiens rokjes opwaaien. Een andere dvd-hoes waarop een jong jongetje een vrouw- zijn moeder?- met enorme borsten neukt en beft, vinden we ook vrij verontrustend.
‘Maar toch. Op zich zou je wél kunnen beargumenteren dat geanimeerde kinderporno een oplossing is,’ zegt Roos monter. ‘Als pedofielen zich kunnen aftrekken op een onrealistische, geanimeerde wereld, dan vermindert de vraag wellicht naar echte kinderporno.’ Vervolgens filosoferen we over of het een kip of ei verhaal is- stimuleert deze kinderlijke verbeelding van vrouwen pedofiele neigingen of bevredigt het op een onschuldige manier een intrinsieke behoefte van sommige mannen?
sexy stoeipoes
In de metro op weg naar het hotel vertelt Roos me lichtelijk beschaamd over een Japans hentai-computerspel wat zij als jonge puber vaak speelde. Het doel van het spel was om als mannelijke hoofdpersoon zoveel mogelijk meisjes te verleiden. 'De hoofdprijs was het heetste en populairste meisje van de school, die altijd uitdagend met haar billen naar je toegekeerd stond zodat je een stukje van haar witte onderbroek onder haar geruite schoolrok zag,' zegt Roos lachend. 'Hoe verder je in het spel kwam hoe meer seksueel getinte spelletjes je kon spelen. Hoe duurder de locaties van de dates hoe uitdagender de meiden gekleed waren. En aan het einde van het spel kon je, mits je genoeg punten had verzameld, met één van hen naar bed. Eigenlijk, nu ik er aan terug denk, was het best vreemd dat ik als meisje dit spel speelde compleet vanuit het perspectief van een man.’
Dit computerspel is misschien wel metafoor voor hoe vrouwelijke seksualiteit ook in het Westen verbeeld en beleefd wordt. Door de overvloed aan seksuele beelden van vrouwen gericht op mannelijke lust, internaliseren wij vrouwen een soort derde-persoonsperspectief. We leren naar andere vrouwen, en uiteindelijk ook naar onszelf, te kijken vanuit een maatschappelijk geconstrueerd mannelijk perspectief. Er bestaan vanuit een traditioneel patriarchaal model twee overheersende en diametraal tegenovergestelde seksuele vrouwbeelden: de hoer en de maagd. En het manga meisje is vanuit deze blik natuurlijk de ‘perfecte’ combinatie van de maagdelijke onschuld én de sexy stoeipoes.