Naomi Wolf – schrijfster, wereldberoemd feministe en voormalig ‘adviseur vrouwenzaken’ van Bill Clinton - was vroeger een heldin voor me. Ze leerde mij en talloze jonge vrouwen wereldwijd dat feminisme cool was, dat de strijd nog lang niet gestreden was en dat het politiek relevant was om populaire cultuur te deconstrueren. Haar bestseller The Beauty Myth - over het onderdrukkende schoonheidsideaal voor vrouwen - was dé inspiratiebron voor mijn documentaire Beperkt Houdbaar. Ik heb haar toen proberen te interviewen, maar agentschappen en publiciteitsmedewerkers hielden dat tegen.
Groot was daarom mijn vreugde toen ik werd gevraagd om met haar in gesprek te gaan tijdens een avond over feminisme 4.0 in de Amsterdamse Balie. Ik verkneukelde me stiekem bij het zelf feliciterende idee dat we vast zusterlijk stomdronken zouden worden, blij over zoveel herkenning in elkaars gedachtegoed.
Maar Naomi Wolf is tijdens de avond niet meer mijn gedroomde feministische heldin. Voor ik kan uitleggen waarom, eerst even een toelichting over een groter probleem. Voor veel vrouwen is westers feminisme namelijk een weinig inclusieve beweging - omdat de ervaring van witte hoogopgeleide vrouwen centraal staat. Intersectionality is een belangrijk concept in deze: het idee dat maatschappelijke onderdrukking op een snijvlak van de verschillende onderdelen van iemands identiteit kan plaatsvinden. Naast seksisme hebben sommige vrouwen immers ook last van onder meer racisme, homofobie, islamofobie en classisme - problemen waar witte hoogopgeleide heteroseksuele vrouwen zoals ik niet mee geconfronteerd worden.