Als ik op Instagram per ongelijk naar links swipe, schiet de selfiecamera aan op mijn iPhone en word ik opeens geconfronteerd met mijn Instagramgezicht vanuit het perspectief van mijn telefoon. Op mijn beeldscherm verschijnt een ongewild zelfportret, van een technozombie met onderkinnen. Wat een verdrietig beeld, denk ik – nog voordat ik door heb dat ik het ben.
Maar ik ben het echt: zo zie ik eruit, zo kijk ik, scrollend door andermans wasbordjes, eten, opgedirkte vakantiefoto’s en knappe selfies met blije teksten eronder. Ik kijk recht in de ogen van iemand die ik niet lijk te kennen. Wie is dit?
In bed, in het openbaar vervoer, op de fiets, tijdens werk, in het café, thuis op de bank en weer in bed: een paar dagen lang heb ik een selfie gemaakt, elke keer als ik op Instagram aan het scrollen was. Het zijn zelfportretten geworden van een Instagramverslaafde, een inkijkje in de ziel van de scroller.
Niet op zoek, maar op de vlucht voor iets.