‘Raakt het jou?’, app ik een vriendin. We hebben het over #MeToo.
‘Ja, ik geloof het wel.’
‘Ik wist niet dat het zo wijdverspreid was.’
Ik weet wat ze bedoelt: dat ze zich realiseert dat ze echt niet de enige is.
Ik beaam wat ze zegt.
Ze is volgens WhatsApp ‘aan het typen...’
Ze wist de tekst, want bovenin het scherm staat nu weer ‘online’
Opnieuw: ‘aan het typen...’
‘Het maakt ook wel wat schaamte los.’
Er gaat een hele wereld schuil achter haar nonchalance.
Ik zit later die dag in een taxi. De chauffeur reageert met verbazing op een #MeToo-radiobericht. ‘Hoe kan het dat zoveel vrouwen opeens nu hun verhaal doen? En actrices zijn ook gewoon actrices, joh. Die zeggen dat ze misbruikt zijn om hun handje op te kunnen houden’. De chauffeur puft erbij zoals mensen puffen die iets beter denken te weten.
De hoeveelheid aan reacties die #MeToo losmaakt wordt gebruikt als motie van wantrouwen. Saskia Noort schreef een prachtig stuk over de emotionele gevolgen van misbruik voor je zelfbeeld, en haar worsteling daarmee. Ze schreef het mede naar aanleiding van Matthijs van Nieuwkerks uitspraak in De Wereld Draait Door dat het merkwaardig was dat er nu ineens, jaren na het gepleegde misbruik, zoveel vrouwen naar buiten treden met hun verhaal.
Ik moest ook denken aan de reactie van Max Pam in zijn Volkskrant-column op het verhaal van Griet Op de Beeck bij datzelfde DWDD. Doordat ze het zich pas jaren later had herinnerd, kwam de geloofwaardigheid van haar incestervaringen voor hem in het geding. Alsof waarachtigheid aan erosie onderhevig is naarmate de tijd vordert. Er is iets aan trauma dat we fundamenteel verkeerd begrijpen.