Geert Wilders kan van alles kan zeggen en iedereen verdacht maken – ‘de elite’, maar ook andere bevolkingsgroepen – zonder enige vorm van verantwoording af te leggen. Zijn partijplan is niet meer dan een A4’tje, dat vol staat met tegenstrijdigheden.
Maar zijn ideeën en beloftes met ratio benaderen heeft weinig zin. Hoe meer tegenspraak hij krijgt, hoe harder hij roept ‘dat de burger het niet langer pikt’, dat ‘dit zaakje stinkt’ en hij zich niet de mond zal laten snoeren door de elite. Wilders’ retoriek lijkt sterk op de complotretoriek die zich lange tijd schuilhield in de krochten van het internet, maar die nu dankzij het rechts-populisme mainstream is geworden.
Zo’n negen jaar geleden, in het Hyves-tijdperk, surfte ik vaak naar niburu.nl: een van Nederlands grootste complotsites. Ik smulde van ufo-video’s, van Bush die zelf achter 9/11 zou zitten of de theorie dat goud slikken beter werkt dan kankermedicatie. In de eerste instantie lijkt dit een volstrekt willekeurige verzameling van speculatieve verhalen. Maar hoe verschillend ook, elk verhaal was een bouwsteen van een groter narratief: de burger wordt dom gehouden en bedrogen door de elite, die er alles doet om in het zadel te blijven. Elk verhaal versterkte het beeld van een wereld die niet is wat hij lijkt.
In het land van complotten kunnen tegengestelde verhalen naast elkaar bestaan en is het feit dat de gevestigde orde een theorie ontkent en belachelijk maakt juist hét bewijs dat het waar is. Waarheidsvinding is onder complotdenkers dan ook geen rationele aangelegenheid, maar een emotionele. Bewijs komt voort uit een gevoel van wantrouwen.