Wanneer mijn dochter thuis zou komen van school, wilde ik niet dat ze mij en het huis al te belabberd zou aantreffen, dus af en toe kroop ik uit bed om gordijnen te openen, tanden te poetsen, het ontbijt op te ruimen. Daarna moest ik weer liggen en keek nog maar weer een aflevering.
Ik heb al eerder de inspiratie beschreven die fantasy biedt om het dagelijks leven aan te kunnen en ook vaak genoeg over mijn moeite met de kleinste huishoudelijke taken, maar nu begon mijn theorie over het verband tussen die twee haar definitieve vorm te krijgen.
Ik wilde voor mijn dochter het huis opruimen, zoals ik de helden op televisie hun leven zag wagen om hun koninkrijk te redden. Ik zag geen verschil, want dit was mijn slagveld.
Zo deed ik al hoestend de vuile was in de machine, alsof dat hetzelfde was als het verslaan van een draak. Ik zette de vuilnis buiten alsof ik een vijand over de muur van mijn slotgracht gooide. Dit waren de daden die ik als heldin moest uitvoeren, de uitdagingen die de goden mij hadden gegeven.
Ik begrijp het nu helemaal.
Ik begrijp dat we de opdrachten die we hebben te voltooien in ons leven nooit moeten bagatelliseren. Hoe klein de opdracht ook lijkt. Zeg nooit tegen jezelf: doe even de afwas, het stelt niets voor. Nee! Waarom zouden wij iets willen doen wat niets voorstelt?
Vertel jezelf dat de afwas de eerste draak is die jij vandaag zult verslaan. En jij, alleen jij, bent hiertoe in staat. De goden rekenen op je.
Na een dag of drie zou mijn dochter thuiskomen.