Ik slaap nog als mijn dochter vanuit haar bed roept: ‘Is het al ochtend?’ Ze kan best klokkijken, maar ze is erg gehecht aan deze gewoonte. Ik open moeizaam mijn ogen, zie op mijn wekker dat het acht uur is en roep: ‘Ja.’ Dat hoort de hond, die in haar bench slaapt en ze blaft. Mijn dochter staat op. ‘Ik haal de doek van de bench,’ zegt ze (onze hond slaapt als een papegaai in een verduisterde kooi). De hond wordt door haar onthuld: ‘Goeiemorgen lieverd.’ Dan komt ze naar mijn bed, en trekt alle dekens van mij af. ‘Goeiemorgen,’ zegt ze, ‘de hond moet eruit.'
Daar lig ik, bloot op mijn buik, zonder dekens en ik zeg: ‘Dit is niet leuk.’
‘Ze moet eruit, mama.’ Een hond die net zindelijk is, moet je inderdaad niet tergen. Zodra ze wakker is, moet ze naar buiten. Ik trek slaperig wat kleren aan, en mijn dochter staat voor me met de riem en de hond.
‘Veel plezier.’
Dan sta ik buiten, met een hond, terwijl ik nog geen drie minuten geleden sliep. Ik loop achter mijn hond aan en kom langs het bejaardenhuis waar meestal wel iemand buiten zit te roken. Ik vraag me gewoonlijk af wat ik dan moet zeggen of niet, of ik moet blijven staan en zo ja hoelang. Nu ben ik te slaperig om me wat dan ook af te vragen.
‘Goeiemorgen,’ zeg ik tegen de vrouw die daar op haar rollator zit. ‘Goeiemorgen,’ zegt ze, ‘ze hebben mijn peuken gisteren gestolen, ik had ze buiten laten liggen en toen waren ze weg.’ Zo’n uitspraak zou me normaal al verlegen maken, want wat zeg je dan? Maar ik zit nog in mijn pre-overdag-taal-fase. Ik praat zoals ik tegen mijn hond en kind praat. Zonder na te denken zeg ik dus: ‘Dat is ook niet leuk.’ ‘Gelukkig krijg ik morgen nieuwe.’ ‘Gelukkig,’ zeg ik, en zonder dralen, loop ik verder en zeg op kinderlijke toon: ‘Dag-dag.’ De vrouw herhaalt net zo vriendelijk: ‘Dag-dag.’
Het ‘dag-dag’ klinkt na in mij en ik realiseer me dat ik normaal nooit ‘dag-dag’ zeg tegen een volwassen medemens. Maar ik moet ook toegeven dat ik dit soort praatjes zelden zonder ongemak voer, terwijl het me nu ineens heel gemakkelijk afgaat. Ik vraag me af of er een manier is om deze pre-overdag-taal-fase te rekken. Om het wakker worden zolang mogelijk uit te stellen.