Ik zat op mijn bed en ik las. Het was stil in huis. Ik was alleen. Ik had geen slaap. Ik las over een wetenschapper, die zei: ‘De zin van het zoeken naar kometen is dat ik het heerlijk vind om naar kometen te zoeken.’ Ik las nog meer over hem, maar stopte al snel met lezen en keek naar mijn spullen. Ik vond mijn tafel heel erg mooi. Maar ik vond ook mijn bed heel erg mooi, de televisie, de gordijnen die vuil zijn.
Dat gebeurt me vaker en het gebeurt bijna altijd als ik lees of stop met lezen. Het is dan alsof die spullen mij gelukkig maken. Ik weet dat ik het zelf doe, maar ik kan het alleen voelen als ik die spullen zie. Met mijn ogen dicht is het minder.
Ik vind het moeilijk om dit gevoel te omschrijven. Er zijn alleen vage woorden voorhanden. Of woorden die ik lelijk vind. Of woorden die ik niet gebruik, omdat ik bang ben dat ik dan word uitgelachen. Waarschijnlijk dat laatste.
Als ik het toch probeer te omschrijven, zou ik zeggen dat al mijn spullen geladen zijn. Ze zijn magisch en ze vullen mij. Het is een vorm van extase, een heel stille extase, die mij roerloos maakt.
Ik zit daar maar en kijk minutenlang naar de hoek van de tafel en als ik te lang kijk, ga ik huilen, omdat die hoek zo mooi is, al weet ik dat het niet om die hoek gaat, maar toch… met de ogen dicht… is het minder.
Die avond las ik niet verder. Het was genoeg. Ik ging al mijn boeken rechtzetten. Ik was de hele avond alleen met mijn spullen en dat was goed.
Ik stop met lezen als het me gelukkig maakt. Ik zal eens proberen om dan verder te gaan, niet naar de hoek van de tafel te gaan kijken, maar het lezen uren vol te houden. Waarom stop ik zodra het goed is?
Het is als een orgasme. Ineens hoef ik niets meer te doen, niet meer te bewegen, maar beweegt het in mij.
Ik heb helemaal geen zin om over een orgasme te schrijven. Mijn moeder leest deze columns ook. Ik begon godverdomme gewoon over het geluk van lezen te schrijven.
Ook die beweging, van de ene gedachte naar de andere, is er een die ik slechts volg.
Ikzelf ben niemand.
Ik zat op mijn bed en ik las. Het was stil in huis. Ik was alleen. Ik had geen slaap. Ik las over een wetenschapper, die zei: ‘De zin van het zoeken naar kometen is dat ik het heerlijk vind om naar kometen te zoeken.’