Castratieangst

1. Ten overvloede, maar je weet het nooit: we moeten de meeste castratieangst niet letterlijk nemen. De angst is niet werkelijk gecastreerd te worden, maar metaforisch het mannelijk geslachtsdeel te verliezen, van de mannelijkheid te worden beroofd. Omdat het een metafoor is, kan veel castratieangst worden genoemd, zonder dat we daarmee iets opschieten. Het tegenovergestelde, min of meer dan, van castratieangst is penisnijd.

2. De vrouw is een gecastreerde man of de man is een vrouw met een staart aan de andere kant. De eerste opvatting kun je patriarchaal noemen – de man is de norm – de tweede matriarchaal. Wij bewegen ons langzaam in de richting van een matriarchale samenleving. Daarom is het goed dat mannen beseffen dat ze vrouwen met staarten zijn of op zijn minst bezig zijn een vrouw met een staart te worden.

3. Het is niet diervriendelijk, maar de staart kan eraf. Deze betrekkelijk eenvoudige zin is dé remedie tegen vrijwel alle castratieangst.

4. De tweede remedie tegen castratieangst is een variatie op de bekende dichtregel van Willem Kloos: ‘Ik ben een God in ’t diepst van mijn gedachten.’ Wie een God kan zijn in het diepst van zijn gedachten kan ook een koe, hond of man zijn in het diepst van zijn gedachten. Dus ook al bent u metaforisch gecastreerd, in het diepst van uw gedachten zwaait u met uw staart. Dit is overigens ook dé remedie voor vrouwen met penisnijd.

5. Kunnen vrouwen aan castratieangst lijden? Metaforisch gezien kan alles, maar er zijn natuurlijk goede en minder goede metaforen.

6. En seks? Kun je seks hebben en tegelijkertijd castratieangst voelen? Wie wil weten hoe het zit met zijn of haar castratieangst doet er goed aan seks te hebben.

7. Moet je met je kinderen over castratieangst spreken? Zeker. Zeg tegen uw kinderen: ‘Sinterklaas in Zwarte Piet (ik typte ‘in Zwarte Piet’, een interessante Fehlleistung, we laten het zo staan), daar doen we niet meer aan. Wij vieren gezellig castratieangst.’ Vertel aan uw kinderen dat jongetjes hun staart zullen verliezen als ze stout zijn. Een beetje griezelen is bijzonder goed voor het kind en dergelijke verhalen begrijpt zelfs een peuter.