1. Er zijn gulzige eters, gulzige zoeners en gulzige kopers. De meeste mensen zullen nu en dan hun remmen losgooien en zich overgeven aan het een of het ander en dat wordt dan 'dierlijk' genoemd, want als mensen zichzelf niet meer onder controle hebben, noemen wij hen graag dierlijk.
2. Wie nooit gulzig is geweest, heeft niet geleefd, maar wanneer moet je gulzig zijn, en waarop dient de gulzigheid zich te richten?
3. Gierigheid kan zich vermommen als gulzigheid. Wie zich aan een ontbijtbuffet, of welk buffet dan ook, te goed doet omdat het toch gratis is en zich volstopt met eten terwijl hij eigenlijk niet meer kan, kan gierig worden genoemd. Overigens verraadt dergelijk gedrag, vrees ik, dat men uit een lagere sociale klasse komt. De hogere middenklasse stopt zich hooguit thuis vol, als niemand het kan zien. Wij hebben echter allemaal het exces van tijd tot tijd nodig en ook degenen die zich volstoppen, verdienen respect; wij leven immers in een tijd waarin vrijwel iedereen respect verdient. Maar ze moeten niet drinken en dan gaan rijden, want dronken automobilisten verdienen net als terroristen en pedofielen weinig tot geen respect.
4. Opvoeden is het kind onder andere zelfbeheersing bijbrengen. Sommige ouders vinden dat onzin. Zij denken: laat de meester of juf het maar doen, wij hebben het al druk genoeg.
5. Is een seriemoordenaar gulzig? Zeker, de seriemoordenaar is een gulzige moordenaar.
6. Een avond per kwartaal is gulzigheid gepast. Ruim er tijd voor in. Toen ik in Congo was met Artsen zonder Grenzen werd er de hele zondag non-stop naar Games of Thrones gekeken, ook dat kan gulzigheid worden genoemd. Van de medewerkers van Artsen zonder Grenzen begreep ik dat bepaalde gulzigheid, non-stop naar een favoriete serie kijken, het lekkerst is als je het niet alleen hoeft te doen.
7. Ik ken een vrouw met een huis vol schoenen en een andere dame had zes piano's thuis. Verzamelen is een prachtige vorm van gulzigheid. Ga iets verzamelen, al zijn het opgezette dieren of smurfen. De verzamelaar mag altijd gulzig zijn.