Niet alleen verbergt zich achter dat woord cultureel onbehagen, maar ook moreel onbehagen, mochten die twee van elkaar te scheiden zijn. Het woord ‘nep’ lijkt in moreel opzicht een ander woord voor hypocriet. Dit roept de vraag op wanneer iets echt of oprecht zou zijn.
Nepgedrag impliceert een zeker gebrek aan onbaatzuchtigheid. De verkoper die ons probeert in te pakken ervaren wij doorgaans als nep. Zijn vriendelijkheid, zijn interesse, we denken te weten dat aan dit alles direct een einde komt zodra de transactie tot stand is gekomen. Om een beroemd Duits gezegde te vertalen: men bespeurt de bedoeling en men is verstoord.
Zijn Amerikanen echt zoveel minder onbaatzuchtig dan Europeanen? Ik waag het te betwijfelen.
Opvoeding, kennisoverdracht, de basis ervan is veelal imitatie. Het beschavingsproces zelf is een kwestie van imitatie, hoewel je hetzelfde kunt beweren over het ongedaan maken van dat beschavingsproces. Sommige imitaties komen kennelijk niet geloofwaardig op ons over en mede daarom bevallen ze bevallen ons niet. Dat laatste is volgens mij een typisch Nederlandse, misschien wel typisch calvinistische eigenaardigheid.
Is het volbrengen van het ritueel voldoende of moet het ritueel gepaard gaan met de juiste intentie? Deze theologische discussie herinner ik me van Joodse lessen van vroeger. Er was een opvatting dat als het ritueel wordt volbracht, de juiste intentie op een gegeven moment vanzelf onstaat. Wie doet alsof hij vriendelijk is, wordt op een gegeven moment vanzelf ‘echt’ vriendelijk. Een sympathieke en misschien ook realistische opvatting. Het zogenaamde neppe gedrag zouden we niet zo snel moeten veroordelen of erop neerkijken.
De culturele codes in Amerika lijken op de onze, juist daarom storen de verschillen ons zo. De culturele codes in Nepal zijn zo verschillend van de onze dat we ze authentiek kunnen noemen.
Nog een vaststelling: armoede komt authentieker op ons over dan rijkdom.