Johan Simons is Intendant (artistiek directeur) van de Kammerspiele in München. Met hem heb ik enkele van de mooiste avonden van mijn leven doorgebracht. Rode wijn speelde daarbij een rol.

Johan Simons is Intendant (artistiek directeur) van de Kammerspiele in München. Met hem heb ik enkele van de  mooiste avonden van mijn leven doorgebracht. Rode wijn speelde daarbij een rol.

Afgelopen herfst regisseerde hij in München Dantons Tod van Büchner en deed vervolgens hetzelfde in Amsterdam.

Ik zag Dantons Tod in München en vond dat erg goed. De pers deelde die mening, als ik me niet vergis.

Over de opvoering in Amsterdam, die ik niet heb gezien, waren sommige recensenten wat kritischer. Ron Rijghard (NRC) gaf ‘één bal’ – dat systeem van ballen en sterren is zoals bekend potsierlijk, maar dat terzijde.

Rijghard vroeg zich af waarom dit stuk moest worden opgevoerd. Simons verweerde zich in een artikel op de opiniepagina van NRC, waarin hij Büchner, de kunst in het algemeen en ook een beetje zichzelf verdedigde. In Duitsland, en Oostenrijk, was het beter. Dat is waar, veel is in Duitsland stukken beter – in Oostenrijk zijn sommige dingen overigens ook iets slechter.

Rijghard reageerde weer op Simons, en daarna boog de ombudsman van NRC zich over de zaak.

Amusant, maar ook meer dan dat.

In het algemeen neemt het Duitse publiek theater en literatuur serieuzer dan het Nederlandse. In München zag ik na afloop van voorstellingen regelmatig bezoekers met het tekstboekje in de hand met elkaar discussiëren over de voorstelling. De regisseur Susanne Kennedy, die zowel in Duitsland als in Nederland regisseert, vertelde me dat in Duitsland het theaterpubliek weleens boos wordt. In Nederland is dat ondenkbaar. Men vindt het leuk of niet leuk. Duim omhoog, duim omlaag.

Zoals sommige politici een ander volk zouden willen, zouden kunstenaars soms een ander publiek willen. Gelukkig komt het realiteitsbesef meestal tijdig: volk en publiek afschaffen is lastig.

In tijden van laatkapitalisme is de kunstenaar een veredeld circuspaard, waarbij we moeten concluderen dat het Duitse circuspaard net iets edeler is dan het Nederlandse. Ook het Duitse circuspubliek lijkt wat edeler dan het Nederlandse. Wreedheid en edelheid sluiten elkaar zoals bekend niet uit.Ik bepleit al jaren dat Nederland zich moet aansluiten bij Duitsland en Bundesland moet worden, maar ik ben een roepende in de woestijn.