Der Spiegel publiceerde een paar weken geleden een reportage over het fenomeen dat in het Duits ‘Konsumverzicht’ wordt genoemd. Oftewel: de weigering om te consumeren. Maar niet meer vanwege een slecht geweten of om de wereld te redden, maar omdat het aangenaam en hip is. De zuurheid die altijd een beetje aan het ‘Konsumverzicht’ kleefde, was voorbij, de nieuwe consumeerweigeraar had niets meer van een missionaris.
Aan het woord kwam bijvoorbeeld Sebastian Küper, die een internetbedrijfje heeft en die zijn meeste bezittingen weg heeft gedaan. Omdat die bezittingen hem stoorden; meubels belemmerden hem in zijn vrijheid.
Iets daarvan herken ik. Al jaren geleden heb ik verkondigd dat ik bij voorkeur in een gemeubileerd appartement woon waar ik zelfs het bestek huur. Lang is me dat ook gelukt. Toen ik nog in Amsterdam woonde en onderhuurde bij mr. F.E. Frenkel was het bestek bij de huur inbegrepen. In Dublin, waar ik een gemeubeld appartement huur, is het bestek ook inclusief. Maar filosofisch beschouwd is gehuurd bestek misschien ook een bezitting.
De opvatting dat bezit overbodig is, is mij sympathiek. Niet omdat consumeren slecht zou zijn, maar omdat bezit beperkend is.
Mar het idee dat economische groei onwenselijk is – en als de consumeerweigeraars in aantal toenemen, zal dat het resultaat zijn – wordt in de reportage in Der Spiegel als naïef ontmaskerd. Geen economische groei betekent meer armoede, minder belastinginkomsten voor de staat, dus op den duur afbraak van het sociale vangnet. Veel minder consumeren is dus geen goede zaak. Bewuster consumeren ook niet altijd. Zo blijkt dat als bijvoorbeeld ‘milieuvriendelijke’ auto’s of televisieapparatuur geproduceerd worden mensen er meteen twee van kopen, waardoor de effecten van ‘groene auto’s’ weer teniet worden gedaan.
In de reportage werd geen aandacht besteed aan het fenomeen fair trade. Het milieu is één ding, mensen kopen daarnaast zoals bekend voor weinig geld T-shirts die gemaakt zijn voor een hongerloontje.
Ik zou willen pleiten voor het royale consumentisme: consumeer zo dat een ander er ook goed van kan leven. Geef alleen al daarom te pas en te onpas fooien.
'Der Spiegel' publiceerde een paar weken geleden een reportage over het fenomeen dat in het Duits ‘Konsumverzicht’ wordt genoemd. Oftewel: de weigering om te consumeren. Maar niet meer vanwege een slecht geweten of om de wereld te redden, maar omdat het aangenaam en hip is. De zuurheid die altijd een beetje aan het ‘Konsumverzicht’ kleefde, was voorbij, de nieuwe consumeerweigeraar had niets meer van een missionaris.