Op de televisie legt een filosoof uit dat we erg rijk zijn en erg gelukkig. Dit kan gemeten worden. Tegelijk hebben we meer behoefte aan psychiatrische hulp dan ooit. Als ik het goed begrijp is de oorzaak: groei. Alles moet steeds beter worden, alles moet groeien. Hij legt uit dat dit onvermijdelijk op oorlog moet uitlopen, de oude Grieken wisten dit al. De oude Grieken hebben tegenwoordig groot gezag, in tegenstelling tot de moderne Grieken, die bij ons in Noord-Europa alleen op hoon kunnen rekenen.
Als ik iets zou moeten kiezen, zou het de toekomst zijn. Daar denk ik vooral aan als ik in mijn auto zit. Die heb ik veertien jaar geleden nieuw gekocht, een auto met dieselmotor. Iemand had me uitgelegd dat een dieselmotor minder bewegende delen heeft dan een benzinemotor. Dus gaat hij langer mee, dus is hij beter voor het milieu, enzovoort. Ik had ook kennissen (en zelfs vrienden) die uitrekenden dat je een nieuwe auto moest kopen die je na anderhalf jaar inruilde. Dat was het beste voor je portemonnee, voor de belastingaftrek, voor je positie en voor het milieu. Op al deze gebieden ben ik ongeschoold en dus onkundig. De bewegende delen gaven de doorslag.
Nu nadert het ogenblik dat ik de grote steden met mijn nog steeds puntgave en goed onderhouden diesel moet mijden, niet alleen in mijn eigen land, maar ook in Duitsland, het machtigste land van Europa, met een zo verschrikkelijk oorlogsverleden dat het misschien uit schaamte nog wel een eeuw het beste met ons voor zal hebben.
Gisteren ontmoette ik een jonge vrouw bij Albert Heijn met wie ik aan de praat raakte. Ze was op vakantie in de dommelende Achterhoek, maar in het dagelijks leven stond ze midden in de toekomst. Ze was ambtenaar in Amsterdam en had als taak samen met andere ambtenaren de Amsterdammers klaar te stomen voor de toekomst. Ze waren nu al bezig met het kneden.
In 2050 is er geen aardgas meer in de hoofdstad en er bestaat grote vrees dat tienduizenden inwoners die geen autoriteit meer (h)erkennen in het hermetische verleden zullen blijven hangen. Ik dacht dat ze net als ik naar de sombere conclusie van de filosoof had geluisterd, maar dat was een misvatting, zij vond het moderne leven prachtig, inspirerend, uitdagend.
Bij de deur draaide ze zich nog even om en zwaaide. Daarna stapte ze inderdaad in een elektrische auto.