Als aan de jongen wordt gevraagd hoe hij een vliegtuig maakt, zegt hij: ‘Ik ga op een stoel zitten en bouw er een vliegtuig omheen.’ Met dat vliegtuig is hij niet alleen over grote delen van Europa gevlogen, maar ook over de Middellandse Zee en het Atlasgebergte naar het diepe en geheimzinnige Afrika.
Als ik hem vraag wat vliegen voor hem betekent, heeft hij een standaardantwoord: ‘Negentig procent verveling, tien procent doodsangst.’ Hij is ook een keer neergestort, ik meen in Tsjechië. Hij had geen schram en heeft het wrak naar Rotterdam gebracht en geëxposeerd in Boymans Van Beuningen, een museum voor Kunst. Politici van vooral de vvd zullen je kleineren, daar moet je je tegen verzetten, kunst moet je afdwingen.
De jongen zelf praat trouwens nooit over kunst. Hij kiest een onderwerp en dat maakt hij. Als iemand hem vertelt dat er in de oorlog auto’s reden op houtgas, gaat hij op zoek naar theorieën en werktekeningen. En dan maakt hij een houten auto die op houtgas rijdt. Het kan zijn dat je naar de televisie kijkt en hem onverwacht oostwaarts het land ziet verlaten. Achter de auto hangt een wagen met gezaagd hout, in de auto ligt een kettingzaag.
Ik zit voor de televisie, ik kan niet weg, ik zie hem het land verlaten, de tijd is altijd aan z’n zijde. Hij rijdt naar Rusland, natuurlijk het liefst naar Tsjernobyl waar in 1986 de kerncentrale ontplofte, de mensen vertrokken, de dieren en planten reusachtig groeiden, en sommige mensen illegaal terugkeerden. Over de resten van de gehavende centrale is een sarcofaag gebouwd die aan vervanging toe is. In die buurt vangt de jongen met een hengel een stevige vis die hij later op een vuurtje roostert. Het heeft geen zin hem te waarschuwen voor radioactiviteit, gratis advies legt hij naast zich neer. Hij leeft een proefondervindelijk leven.
Maar er is ook plaats voor vriendschap. Vorige week belde hij me op en zei: ‘Kun je even buiten komen, ik vlieg boven je huis.’ Ik zei dat ik niet thuis was, ik was in Lochem en deed boodschappen bij Albert Heijn. Hij vroeg of ik daar dan even op de parkeerplaats kon gaan staan, dan zou hij een foto van me maken. Ik wilde niet dat hij dat deed, het leek me gevaarlijk. Als hij zou neerstorten, zouden er misschien huismoeders achter hun winkelwagentjes sterven.
Toen ik een uur later thuiskwam, zat er een foto in m’n computer. Het huis vanuit de lucht gefotografeerd, je kon nog een deel van een vleugel zien, die hij ooit eigenhandig had geconstrueerd.
A.L. Snijders over een avontuurlijke vriend.