Bij dat laatste gaat het natuurlijk over de Tocht naar Chatham, daar kunnen we nog eeuwen mee vooruit. Een niet zo jonge actrice presenteert het programma met grapjes die mij soms doen lachen. Ik was verbaasd dat deze eenzijdige zeeslag ook behandeld werd tussen de verborgen dorpen.
Het sterke staaltje van Cornelis de Witt en Michiel de Ruyter hoorde ik voor het eerst op de lagere school, daarna op de middelbare school en ten slotte onlangs op de televisie, nagespeeld door Jort Kelder in een koddig pakje. Het vaderlandse zeeleger voer de rivier op, brak een zware ketting die de toegang versperde, trotseerde de kanonnen die vanuit een fort het vuur op hen openden, en schoot zelf alle Engelse oorlogsschepen die daar van hun verdiende rust genoten aan flarden en in de fik. Ze hadden nog verder de rivier op kunnen varen, maar De Ruyter vertrouwde de bochten en de ondiepten niet en besloot terug te gaan naar Holland. Als vernederende buit nam hij het vlaggenschip van de vijand mee naar huis.
De presentatrice had een maritiem deskundige meegenomen en merkte zich verkneukelend op dat deze tocht naar Chatham in Engeland niet zo bekend is. ‘Er wordt hier niet veel over gesproken,’ zei ze. De man beaamde dat, maar merkte op dat de Nederlanders in 1967 bij de herdenking van deze ramp toch waren uitgenodigd (en natuurlijk gekomen om nog een keertje te genieten.) Samuel Pepys had trouwens op 29 juli 1667 in zijn befaamde dagboek geschreven: ‘Dus op alle punten – wijsheid, moed, macht, kennis van onze eigen wateren, en succes – zijn de Nederlanders ons de baas, en beëindigen zij de oorlog als overwinnaars.’
Wat mij in deze geschiedschrijving veel plezier verschaft, is het morele aspect van de oorlogvoering. Bij hun aanvallen hadden de Nederlandse soldaten strenge bevelen gekregen zich beschaafd te gedragen. Toen zij de verdedigers van het plaatsje Sheerness hadden verdreven, gingen ze daar eten. Tot grote verbazing van de achtergebleven bevolking betaalden ze voor het voedsel. Toen ze weer weg waren, kwamen de Engelse soldaten terug en plunderden hun eigen mensen. Pepys had gelijk, wij hadden meer wijsheid, moed en succes. En dankzij eo en Max blijf ik daarvan getuige.