We zien hem rijden in de Sahara, van grote afstand gefilmd, het is de enige auto op het harde zand, van horizon tot horizon, geen verkeersregels, geen controle, Abdallah is de enige mens op aarde, hij heeft bijpassende ideeën. Als hij in het centrum van Amsterdam geboren was, zou hij andere ideeën hebben, dat lijkt me een waarheid als een koe.
Kefah is ook niet in Amsterdam geboren, maar hij spreekt accentloos Nederlands, net als ik. Hij zit naast Abdallah in de auto, ze spreken Arabisch met elkaar, ik versta er geen woord van, ik ben buitengesloten, om het enigszins goed te maken is er ondertiteling.
Het volgende beeld toont ons de stilstaande auto, de zon gaat onder, Abdallah en Kefah zitten op het zand bij een klein houtvuurtje, ze drinken hete thee en bespreken het een en ander. Kefah Allush is gestuurd door de EO, hij gaat op bezoek bij Arabische volken en stammen. Hij is geboren in Nablus (Palestina) en op jonge leeftijd met zijn ouders naar Nederland geëmigreerd, waar hij een man van twee werelden is geworden. Abdallah is in de Siwa-oase geboren, hij behoort tot de Amazigh, hij is een man uit één stuk gebleven.
Bij de thee vertelt Kefah dat hij al enige tijd in de oase is, maar nooit een Amazighvrouw heeft gezien. Hij vraagt of hij de zestienjarige dochter van Abdallah kan ontmoeten. Dat wordt geregeld. Van Amina zijn alleen de ogen te zien, haar stem is te horen. Hier wordt wel een regel overtreden, want bij de Amazigh mogen vreemde mannen zelfs het stemgeluid van een vrouw niet horen. Amina vertelt dat al bij haar geboorte is besloten met wie ze zal trouwen, dat ze graag lerares zou worden, dat ze goed kan leren, dat haar moeder ook graag zou zien dat ze lerares zou worden, maar dat haar vader dat verbiedt. Mannen beslissen. Ook bij haar dochter zal het zo gaan, de Amazigh doen geen water bij deze wijn.
Abdallah denkt er niet aan de kameel als rijdier te gebruiken, hij omhelst de vooruitgang, de auto is zijn mooiste bezit. Als hij intens tevreden door de Sahara rijdt gebruikt hij z’n mobiele telefoon om te controleren of thuis de middeleeuwen wel worden geëerbiedigd.
Kefah vraagt Amina wat er gebeurt als zij getrouwd is. Ze zegt: ‘Dan is het voor mij voorbij.’ In het dromerige nawoord zegt Kefah dat hij het afkalven van deze oude culturen betreurt, maar dat hij graag zou zien dat Amina lerares werd en niet tot de keuken zou worden veroordeeld. Hij verontschuldigt zich voor zijn selectieve waardering van de oude cultuur en verdwijnt uit beeld. Jammer, want ik had hem nog wel wat te vragen.