De Nederlandse vrouw woont al dertig jaar in Frankrijk, deed aan klassiek rechtse politiek, maar is overgestapt op extreem rechtse politiek, Front National. Wilfred interviewt haar, hij verbergt zijn humanistisch-democratische uitgangspunten niet, hij toont ze. Hij vraagt hoe ze nu het onverbloemd fascistische, antisemitische karakter van Jean-Marie Le Pen, de oprichter van de partij, kan steunen. Ze zegt dat ze daar niets mee te maken heeft, dat is verleden tijd. De man is uit de partij gezet, zijn dochter vaart een andere koers, Frankrijk staat er slecht voor, het Front National is de enige partij die hierin verandering kan brengen. Een communist val je toch ook niet altijd lastig met de misdaden van Stalin?
Dat is een interessante opmerking, ik heb dat juist altijd wel gedaan. Oudere vrienden, nu dood, die in de Stalin-tijd lid waren van de cpn, herinnerde ik nu en dan aan de misdaden van deze leider. Niet omdat zij stalinisten waren geweest, want dat waren ze juist niet, maar om ze te herinneren dat een partij met zo’n verleden altijd foute mensen zal blijven trekken.
En dat gebeurt inderdaad in het vervolg van deze uitzending. Wilfred de Bruijn volgt het nieuwe Front National, spreekt met een burgemeester die redelijke argumenten gebruikt en om het hatelijkste racisme heen zeilt. Dit soort populisme verwijst natuurlijk ook altijd naar het socialisme van vroeger en maakt mensen voor wie het aarzelen een natuurlijk onderdeel van hun beschaving is tot een makkelijke prooi.
Op een bijeenkomst wordt Wilfred herkend door een houwdegen die weinig last heeft van aarzeling en beschaving. Hij komt op hem af, scheldt hem uit en bedreigt hem. Het slachtoffer is duidelijk aangeslagen en verlaat onmiddellijk het feestterrein. Later bespreekt hij het incident met een homoseksuele Franse vriend die al vele jaren lid is van de Le Pen-partij. Hij dempt de opwinding, dit zijn de jongens van de sécurité, dit houd je altijd, je bent natuurlijk nooit voor honderd procent veilig.
Bij de volgende verkiezingen krijgt de partij die veertig procent van de kiezers vertegenwoordigt in geen enkel arrondissement een plaats in het bestuur. Wilfred de Bruijn zegt dat zo’n systeem eigenlijk niet democratisch is, maar dat hij in zijn hart wel blij is.
Zo is het, democratie is ook niet alles.
Wilfred de Bruijn praat met een vrouw met een geweer, zij is aan het jagen. Ze zijn in Frankrijk, ze spreken Nederlands. Wilfred woont in dat land en is daar als homo in elkaar geslagen en beroemd geworden. Hij maakte het programma Op zoek naar Frankrijk, ik zag het en kijk nu naar een herhaling.