Bij een kopje koffie in een uitspanning op de Posbank zit ik aan hetzelfde tafeltje als een man met een grof, knap gezicht en dik, rossig, warrig haar. Het is een heldere dag, het uitzicht is adembenemend, alle stoelen zijn bezet. Hij vertelt dat hij jarig is en in Arnhem woont. Hij is getrouwd geweest, maar sinds zijn vrouw hem verlaten heeft, dertig jaar geleden, woont hij alleen. Hij heeft de gewoonte aangenomen om op de ochtend van zijn verjaardag in september naar de Posbank te fietsen om koffie te drinken en appeltaart te eten. Vandaag is het de dertigste keer. Ik realiseer me dat deze ontmoeting eenmalig is, maar dat neemt niet weg dat ik erg nieuwsgierig ben naar zijn leven. Ik schat hem zeventig, wat betekent dat hij veertig was toen zijn echtgenote hem verliet. Ik sluit niet uit dat hij nooit een andere vrouw in zijn leven heeft toegelaten, hij lijkt me onverzettelijk. Er is nog iets, het zou me niet verbazen als hij al op zijn achttiende beschikte over een groot fortuin, dat hij degelijk beheert, geen bokkensprongen. We praten over de dingen van de dag, dat betekent over slapen in een tent terwijl het ’s nachts vriest, en dat dat toch te prefereren is boven een bommentapijt van Poetin. Hij is wel verontwaardigd over een biologielerares die zich voor de klas heeft uitgekleed om haar leerlingen te tonen hoe het menselijk lichaam in elkaar zit. Ze gaat niet echt naakt, ze houdt een strakke maillot aan die beschilderd is met botten, spieren, bloedvaten, hart, lever, nieren, blaas. Je kunt als het ware bij haar naar binnen kijken. Hij vindt dat een ongepaste lesmethode. Ik heb het niet gezien, ik moet afgaan op zijn beschrijving. Wat ik wel aardig vind, is dat hij heeft vastgesteld dat de lerares in haar ontmoeting met de pers het woord media verkeerd gebruikt en niet blijkt te weten dat het een meervoud is (de media heeft hier ook schuld aan.) Volgens hem symboliseert ze het lage peil van ons onderwijs.
Misschien ga ik volgend jaar op 28 september weer koffie drinken op de Posbank, het begin van een traditie.
Ik kom niet graag op verjaardagen, maar soms zijn ze onvermijdelijk.