Ik heb hem pas na maanden voor het eerst gezien, de tent maakt een verlaten indruk, ver van de bewoonde wereld. Ik spreek hem als hij water haalt uit de beek waar ik sta te vissen. Hij vertelt dat hij altijd op zulke plaatsen heeft gewoond en altijd alleen maar naar de televisie heeft gekeken. Hij is niet afgestompt of cynisch, integendeel, hij maakt een vrolijke, gretige en vooral verwonderde indruk. Hij vraagt of ik Warren Buffett ken. Ja, van naam. Deze man, een miljardair door zijn kennis van mens en wereld, heeft een Grieks eiland gekocht. Hij zal worden nagevolgd door investeerders van de tweede garnituur. Mannen die niet de neus van Buffett hebben, maar wel het geld om een eiland te kopen. Griekenland is er volgend jaar weer bovenop. Voordat hij met zijn emmer water terugloopt naar de tipi, vertelt hij me nog even dat Buffett een tien kilometer lange kabel over de zeebodem naar het vasteland laat leggen. Voor de elektriciteit. Hij balt zijn vuist en steekt zijn duim omhoog, hij lacht. Er is geen reden om te klagen over de televisie.
De man die al zijn kennis over de wereld van de televisie haalt, woont vreemd genoeg in een tipi (een kegelvormige, Indiaanse tent).