Met Instagramaccount 'Zeikschrift' kaart Madeleijn van de Nieuwenhuizen seksisme, racisme en ongelijkheid in de media aan. Een intelligente discussie op sociale media, hoe krijgt ze dat voor elkaar?

Er is iets vreemds gaande op Instagram. Tussen foto’s van dure outfits en bakjes yoghurt met fruit is er een plek waar gefundeerde discussies worden gevoerd over belangrijke actuele thema’s: seksisme, stereotyperingen en ongelijkheid.

Het account 'Zeikschrift' stelt volgens de biografie ‘onzin in Nederlandse media aan de kaak: van bodyshaming tot elitair gezever’. Zo deelde ze onlangs een column van onlinemagazine Amayzine, waarvan de strekking was dat dikke mensen automatisch wel ongelukkig zullen zijn. Bij de FHM-kop ‘High friet is de mannelijke variant van high tea’ wordt men erop gewezen dat vrouwen ook van snackbarvoedsel kunnen genieten. Het zijn luchtige berichtjes waar je snel overheen leest, maar 'Zeikschrift' zegt: kijk hier nog eens naar en bedenk welk wereldbeeld dit artikel je voorschotelt.

'Ik blijf weg van de persoonlijke aanval. Als ik bullshit zie, zeg ik dat, maar ik stel vooral vragen.'

Madeleijn van den Nieuwenhuizen

Achter 'Zeikschrift' zit de 27-jarige Madeleijn van den Nieuwenhuizen. Een jaar of drie geleden bladerde ze tijdens een verloren momentje met stijgende verbazing door tijdschriften uit de wachtkamer van de fysiotherapiepraktijk van haar ouders. ‘Ik dacht: wat hier geschreven wordt, kan eigenlijk niet meer, het is seksistisch, racistisch en staat vol stereotypen.’ Zo begon het Instagramaccount, in eerste instantie als visueel archief. ‘Ik zag bepaalde patronen terugkeren en wilde dat documenteren. Bijvoorbeeld de manier waarop er over schoonheid gepraat wordt, dat het in liefdesrubrieken bijna altijd over heterorelaties gaat, dat bepaalde groepen stelselmatig afwezig zijn.’

Tijdenlang had 'Zeikschrift' maar enkele honderden volgers. Pas eind vorig jaar, na een paar spraakmakende posts, nam het een vlucht en werd ze een stem om rekening mee te houden in het debat. Momenteel volgen een kleine 20.000 mensen wat Van den Nieuwenhuizen te zeggen heeft, onder wie veel mensen uit de media. In januari schreef modejournalist Cécile Narinx in de Volkskrant een artikel over de jurken van topsporters op het Sportgala. ‘Gespierde ledematen en lange jurken, het oogt zelden elegant,’ stond in het intro.

'Zeikschrift' fileerde het verhaal in een serie foto’s en een uitgebreid bijschrift: 'Ons beeld van schoonheid is zo bepaald door het seksistische stereotype van het dunne, mooie zandloperpopje dat met gestifte lipjes op de stofzuigeradvertenties staat, dat we actief zullen moeten werken aan het deconstrueren (ombuigen) ervan.' ‘Ik schreef: dit is jammer, maar ik snap waar het vandaan komt, want dit is hoe de mode-industrie functioneert,’ legt van den Nieuwenhuizen uit. Narinx plaatste een reactie waarin stond dat ze erop zou letten.

Naast het plaatsen van foto's doet Zeikschrift veel aan interactie met haar volgers

Burgerrechten

Als echte millennial is omgaan met sociale media voor Van den Nieuwenhuizen een tweede natuur. Maar ze baseert haar media-analyses op feministische literatuur en een gedegen academische opleiding in internationale betrekkingen, geschiedenis en rechten. Ze groeide op in Oldenzaal en na omzwervingen via de toneelschool en de School voor Journalistiek werd ze ruim twee jaar geleden toegelaten tot een master moderne geschiedenis aan Columbia University in New York. Tijdens die opleiding moest ze vijf boeken per week lezen. ‘Veel over politieke geschiedenis en de burgerrechtenbeweging, daardoor begrijp ik de historische en politieke achtergronden van onze huidige maatschappij beter.’

Tegelijk leest ze dus ook titels als Grazia en Margriet. ‘Zo houd ik binding met Nederland en ik heb nu de verantwoordelijkheid om het een beetje bij te houden. Soms zeg ik ook iets over kranten of websites. Ik doe bewust geen televisie, als ik daaraan begin, is het eind zoek.’

Instagram wordt vaak weggezet als oppervlakkig medium, maar het leent zich verrassend goed voor dialoog

Madeleijn van den Nieuwenhuizen

Onder de posts op 'Zeikschrift' ontstaan vaak uitgebreide discussies waarin oog is voor elkaars argumenten. Het is Van den Nieuwenhuizen gelukt om op internet – waar afkraken, vingerwijzen en haatdragen zo’n beetje de norm zijn – een oase van nuance te creëren. ‘Instagram wordt vaak weggezet als oppervlakkig medium, maar het leent zich verrassend goed voor dialoog,’ zegt ze. ‘Heel anders dan bijvoorbeeld Twitter, dat niet gebouwd is voor gesprek, alleen voor conclusies. Het ligt eraan welke toon je zelf aanslaat, net als in de echte wereld.’ Hoe heeft ze die toon gevonden? ‘Ik denk dat het vooral te maken heeft met oprechte nieuwsgierigheid. Mijn toon is nooit echt boos, eerder onderzoekend, en ik blijf weg van de persoonlijke aanval. Als ik bullshit zie, zeg ik dat, maar ik stel vooral vragen.’

Sparren

Eerst plaatste Van den Nieuwenhuizen op 'Zeikschrift' screenshots van koppen waarbij ze haar twijfels had. 'Maar gaandeweg dacht ik: het is veel interessanter om te laten zien waarom een bepaald bericht problematisch is.’ Dus werden de bijschriften langer. ‘Een racistische stereotypering over een Vietnamese nagelsalon vind ik ernstiger dan een berichtje over een high tea met frituursnacks voor mannen. Maar beide zijn relevant, want het raakt aan hoe we mensen stereotyperen. Ik zeg dan: ik weet dat de wereld niet vergaat door dit artikeltje, maar het is wel een interessant gegeven.’ Ze krijgt ‘verrassend weinig’ vervelende reacties, wat uitzonderlijk is voor iemand met een sterke mening op sociale media.

Wat waarschijnlijk bijdraagt aan de vriendelijke sfeer, is dat Van den Nieuwenhuizen laat zien dat er een gezicht achter 'Zeikschrift' zit. Vooral in Stories, het onderdeel van Instagram waar je foto’s en video’s plaatst die na 24 uur verdwijnen. ‘Ik deel daar dingen die ik doe in het weekend of nieuwtjes over de Amerikaanse politiek. Er moet ook lucht in zitten.’

Haar Instagram kost Van den Nieuwenhuizen vijftien tot twintig uur per week, vooral om alle reacties bij te houden. ‘Ik krijg regelmatig berichtjes van journalisten die met me willen sparren, en van mensen die schrijven: ik ben alerter geworden op bepaalde dingen in de media. Ik krijg ook suggesties om artikelen te bespreken, maar tachtig procent van de berichten waar over te zeiken valt, post ik niet. Ik heb ook nog een leven en als ik tegenwoordig iets plaats, ben ik uren druk met het gesprek dat erop volgt. ’

Binnenkort keert ze terug naar New York om te promoveren op kunstmatige intelligentie en vrijheid van meningsuiting. Maar de Nederlandse media kunnen blijven rekenen op haar kritische blik. ‘Ik vind "Zeikschrift" belangrijk en leuk, maar ik kan nog meer. Ik verschijn steeds vaker in de media, maar ik wil me niet laten reduceren tot een DWDD-balkje.’ Van den Nieuwenhuizen heeft sinds kort een column in Vogue en is af en toe te horen als Amerikadeskundige op NPO Radio 1. Ze schrijft opinieartikelen en misschien wil ze ooit de politiek in. ‘Ik ben uiteindelijk vooral geïnteresseerd in actief meedoen aan publieke gesprekken.’