De puzzels van Studio Steenhuis staan onder meer in de VPRO Gids, NRC Handelsblad en Vrij Nederland. De VPRO Gids sprak met oprichter Jelmer Steenhuis en puzzelmaker Maarten Gaillard over mooie woorden, oplichten en wetsuit­legging. ‘Met andijvie kun je niets.’

Wie maakt welke puzzels?

Jelmer Steenhuis: ‘Maarten maakt de puzzels voor Vrij Nederland en de VPRO Gids. De dagelijkse “In het midden” voor NRC Handelsblad wordt door ons allemaal gemaakt, net wie er dienst heeft. Het zaterdagse NRC-scryptogram is echt mijn ding. Dat maak ik al 31 jaar, maar ik bespreek het heel intensief met de andere puzzelmakers hier. Daar zitten we aan einde van de maandagmiddag wel drie uur aan te praten. Als ik hem helemaal perfect aanlever een uurtje.’
Maarten Gaillard: ‘Andere puzzels zijn minder arbeidsintensief.’
Steenhuis: ‘Bij het scrypto komt het neer op de formulering. We hebben een enorm archief met taaldingen die al een keer voorbij zijn gekomen, omdat er nou eenmaal grapjes in een woord zitten. Alle mooie woorden, het laaghangende fruit, dat is wel geplukt. Dan is het van: die hebben we in 1988 al gehad, kan die in een nieuwe vorm of met een andere insteek.’

Bij het scrypto zit achter elke beschrijving een gedachtegang. Bij andere puzzels gaat het ook...

Gaillard: ‘...om kennis.’
Steenhuis: ‘En tempo. De “In het midden” wil je in een kwartier af hebben. Die moet je in de trein kunnen doen zonder naslagwerken. Voor de VPRO Gids en VN ligt dat weer anders. Bij de VPRO werken we ook met beelden. Kun je niet opzoeken, moet je toch iets uit je geheugen halen. Wikipedia is wel een tegenstander van formaat. Het helpt ons, maar men kan ook veel meer opzoeken dan tien jaar geleden.’

Hoe word je puzzelmaker?
Steenhuis: ‘Je moet het in je hebben. Het begint met gevoel voor taalverhoudingen en kennis. Maarten is al vanaf zijn studententijd hier.’
Gaillard: ‘Al bijna twintig jaar.’
Steenhuis: ‘En heeft zich tot puzzelmaker ontwikkeld. Hij kwam met een enorme kennishonger binnen op het scrypto maar ging al snel meewerken aan de VN-puzzel.’
Gaillard: ‘Sport is bij mij relatief zwak ontwikkeld. Zo heeft iedereen zijn beperkingen.’
Steenhuis: ‘Hij is echt een sporthater.’
Gaillard: ‘Hoewel de puzzelmaker en de puzzelaar elkaar zelden ontmoeten, zit er altijd een soort spanning tussen beiden. De puzzelaar wil uitgedaagd worden, maar wil ook bevestigd worden. Als een puzzel onbegrijpelijk is of als er niets in staat waar je affiniteit mee hebt, haak je af. Wordt het op een presenteerblaadje aangeboden, is het ook niet leuk. Kun je net zo goed een denksportboekje nemen waar je altijd dezelfde omschrijvingen krijgt. Puzzelaars willen enerzijds verrast worden, maar anderzijds ook een beetje vastgehouden.’
Steenhuis: ‘Aaien en slaan.’
Gaillard: ‘Ook dat verschilt per puzzel. Het scrypto heeft een bijna beruchte uitstraling en echte liefhebbers willen ook gekweld worden. Dat heb je minder bij de dagelijkse puzzel.’
Steenhuis: ‘De VPRO-puzzel is tamelijk toegankelijk en minder zwaar dan die in VN.’

Jelmer Steenhuis en Maarten Gaillard

Gaillard: ‘Mmmwah... ja. Aan de andere kant: je krijgt minder letters. Neem de componist Respighi. Die is middelbekend, maar als je de h net niet krijgt en je weet niets van klassieke muziek heb je toch een probleem. Omdat in VN alle vakjes met elkaar kruisen, kunnen we daar de dolste dingen vragen. Via een ander woord kom je er altijd uit.’
Steenhuis: ‘Het gaat altijd over taal en woorden. Het beschikbare materiaal is je woordenschat. Het scrypto is heel erg talig. Eigenlijk een metataal die ongeregeld, ongeschreven en onuitgesproken verbonden is.’

De uitslag van de puzzel uit VPRO Gids 2 van 2019

Heeft het aantal inzendingen invloed op het niveau?

Gaillard: ‘Het is niet zo dat als de puzzel moeilijk is, je per se minder oplossingen krijgt. Sommige mensen denken dan juist: nu maak ik kans. En het omgekeerde gebeurt ook. Hij was goed te doen, dus ik stuur hem niet in.’
Steenhuis: ‘Voorbeeld. Met de millenniumwisseling had ik voor NRC een “onkraakbare” puzzel gemaakt. Daar kwamen 3500 inzendingen op. Iedereen die dacht dat die hem goed had, stuurde hem in. Toen ben ik veel te toegeeflijk geweest. Hij was niet hard genoeg. Je moet hem dan als teflon maken.’

Gebruiken jullie ook nieuwe woorden?

Steenhuis: ‘We kijken altijd of het in de Van Dale staat, maar we zijn eigenwijzer dan Van Dale. Daar staan ook woorden in die niemand kent.’

Er staat ook best veel in.

Steenhuis: ‘Precies. En soms staat er iets niet in waarvan wij vinden dat het er wel in had moeten staan. Dan kijken we op Google hoe populair het is.’
Gaillard: ‘Als het een lemma heeft op Wiki weet je dat het algemeen geaccepteerd is.’
Steenhuis: ‘Dat jongeren een veel geringere woordenschat hebben dan ouderen is wel een probleem.’

Zijn er ook woorden waar je niets mee kunt?

Gaillard: ‘Andijvie. Met andijvie kun je niets. Met spruitjes en spinazie wel. Met boerenkool ook. Boer en kool, boerenkoolvoetbal.’
Steenhuis: ‘Spinazieacademie.’
Gaillard: ‘Iets met Popeye of met ijzer.’
Steenhuis: ‘Andijvie is lastig. We kijken of je met het woord zelf iets kunt. Of er structuur in zit waarmee je een ander beeld kunt oproepen. De betekenis verschuiven. Een liftboy is een jongen bij de lift maar langs de weg is het een heel ander type. Soms heb je een woord waarvan je denkt: wat moet ik ermee? Als je er dan toch iets uit kunt trekken, ben je de koning te rijk en valt alles op zijn plek.’
Gaillard: ‘Bijvoorbeeld wetsuitlegging.’

Gaap...

Steenhuis: ‘Eerst denk je: wat moet je met zo’n stom woord. Een saaie juridische term. Wets-uitlegging. Maar als je ziet dat het bestaat uit “wetsuit” aan de ene en “legging” aan de andere kant heb je opeens twee kledingstukken, die beide ook nog eens nauwsluitend zijn, geweldig. En dan ook dat “suit” erin en die break zo mooi in het midden.
Gaillard: ‘Bel-angst-ellende is ook een klassieker. Belangstellende. Iedereen zou het kunnen zien.’
Steenhuis: ‘Het is een manier van kijken. Je pakt of je licht iets op. We zijn oplichters en laten zien wat er nog niet zat. We proberen toch de boel te verneuken. Op het verkeerde been zetten, dat is onze tweede natuur.’

Maarten Gaillard: ‘Hoewel de puzzelmaker en de puzzelaar elkaar zelden ontmoeten, zit er altijd een soort spanning tussen beiden’

Begint de VPRO-puzzel met het diagram of de woorden?

Gaillard: ‘Met het bedenken van de woorden. Die spaar ik op. Ik kijk of er nieuwe VPRO-programma’s komen want ik probeer er altijd wel een VPRO-dingetje of iets actueels in te doen. Met kerst onder meer De avonden, Scrooge van Dickens en de Top 2000 à go-go met een echte 2 die kruist met 2Pac. Dat bedenk ik van tevoren en met een vast diagram zou je jezelf veel te veel beperken.’
Steenhuis: ‘Je moet een fijne wereld scheppen. Een vriendelijke omgeving waar de puzzelaar zich thuis voelt, want die struint daar toch een paar uur rond.’
Gaillard: ‘De plaatjes probeer ik ook een beetje esthetisch over het diagram te verdelen. En het is leuk om soms een grapje uit te halen. Laatst was The White Album van The Beatles in het nieuws. Dat werd een wit vlakje met iets erop.’
Steenhuis: ‘Het gidspapier moet de plaatjes ook aankunnen.’

Aan welke letters hebben jullie een hekel?

Steenhuis: ‘Ik probeer bij het scrypto niet met een e te beginnen. Dat is een lastige beginletter omdat er niet veel woorden mee zijn. Voor oplossers is het wel fijn om een z of een k te hebben. Bij het scrypto gebruik ik die niet als beginletter, maar als tweede letter om het iets moeilijker te maken. Echt verboden letters zijn er niet. Een Griekse y is lastig, maar wanneer je er iets mee hebt dan is dat fijn. Dan heb je echt een statement in zo’n woord zitten.’
Gaillard: ‘Om de oplosser te vriend te houden, wil je dat soort letters bij voorkeur wel kruisen. Als je “déjà vu” doet en je geeft alleen maar een e en a is dat heel gemeen.’
Steenhuis: ‘Maar jij moet weer met die j en v dealen en als die helemaal onderaan staan, is zo’n v of j heel moeilijk. Onderaan kun je wel een w hebben, van flauw bijvoorbeeld, maar met een v aan het einde kun je niet veel.’

Dan wordt het een munt.

Steenhuis en Gaillard: ‘?’

Lev.

Gaillard: ‘Zo ja. In principe zijn alle letters ons lief. Het gaat er meer om in welke context je ze gebruikt.’
Steenhuis: ‘Van echte letterhaat is hier geen sprake.’
Gaillard: ‘Soms is het juist leuk dat je letters met accenten met elkaar verbindt. Dat je een a-umlaut ook kruist met een ä.’
Steenhuis: ‘Moet ook. Met trema’s vreemd genoeg weer niet. Die zijn zo afhankelijk van de plek in het woord dat dat niet hoeft. Maar Uber is echt iets anders dan über.’

Jelmer Steenhuis: ‘We kijken altijd of het in de Van Dale staat, maar we zijn eigenwijzer dan Van Dale’

Jullie hebben vast een mooie cryptische omschrijving voor Steenhuis.

Gaillard: ‘We hebben weleens een rijtje bedacht met kunstenaarswoningen. Had je de Rembrandttoren, het Steenhuis, de Halsgevel, de Haringstal van Keith en nog een paar.’
Steenhuis: ‘Die families zijn heerlijk. Kun je helemaal door de taal en kennis scrollen.’
Gaillard: ‘Vorige week had ik de familie van de gele hesjes. Zwarte kousen, blauwe blazers, enzovoorts.’

Puzzelen jullie nog voor je plezier?

Steenhuis: Nee, daar heb ik thuis geen zin meer in. Het is inmiddels mijn dagelijkse werk.’
Gaillard: ‘Een paar keer per jaar.’
Steenhuis: ‘Als ik eerlijk ben zie ik ook weinig uitdagingen hier. Ik kijk liever naar The Times of naar wat ze in Amerika doen. Tijdens buitenlandse vakanties koop ik wel kranten en puzzelbladen om te zien wat daar gepuzzeld wordt. Het is wel een uitdaginkje om een puzzel in een andere taal op te lossen.’

En puzzels maken in een andere taal.

Steenhuis: ‘Dat is wel moeilijk. Ik heb in The Guardian gestaan met een wiskundige puzzel, maar die bestond uit een combinatie van cijfers en taal. Echt alleen met taal…’
Gaillard: ‘...is heel lastig. Zeker als je er mee wil spelen. Descriptief zou het nog wel kunnen.’
Steenhuis: ‘Je moet zo doorkneed zijn in de formulering en in alle laagjes in de betekenis van een woord. Zeker in het Engels, dat zo uitgemeanderd is, is dat bijna niet te doen. Alleen met onze manier van om het hoekje denken, zouden we misschien wel iets kunnen verrijken in het Engels. Want daar gebeurt vooral heel veel op letter­niveau met anagrammen en best wel oppervlakkige woordgrapjes.’
Gaillard: ‘Als je een echt goed cryptogram wil maken, zit je op het scherp van de snede. Dan is het net wel of net niet, en dat moet je heel fijn aanvoelen. Vlaams is al lastig. Kun je ook niet helemaal inschatten.’

Hoeveel tijd ‘staat er’ voor het oplossen van het NRC-scrypto?

Gaillard: ‘Lastig te zeggen. Dan zou je van het gemiddelde uit moeten gaan. We hebben ooit het NK scrypto georganiseerd. Daar waren puzzelaars die hem in tien minuten oplosten.’
Steenhuis: ‘Sommigen in vier minuten. We gaan er vanuit dat je er de hele week mee doet.’

Maar de oplossing moet op woensdag ingezonden zijn!

Gaillard: ‘Dat doet lang niet iedereen.’
Steenhuis: ‘Het is chiquer om hem niet in te sturen, toch? Dat doe je eigenlijk niet.’

De puzzel in de VPRO Gids mag wel wat moeilijker.

Steenhuis: ‘Vind ik ook. Pittiger en scherper. Maarten is sowieso meer voor toegankelijkheid. Ik ben veel harder.’
Gaillard: ‘Ik vind het ook leuk als mensen plezier hebben.’
Steenhuis: ‘Hij is meer een leraar en wil iets overbrengen. Ik denk: laat ze maar zwoegen.’
Gaillard: ‘Jelmer vindt het soms wel fijn als niemand het snapt.’
Steenhuis: ‘Het is niet alleen maar entertainment. Het moet ook zijn van: dit keer heb ik ’m. Dus moet je hem niet elke keer hebben.’

Jullie leggen een enorm beslag op de tijd van tienduizenden mensen.

Steenhuis: ‘We zijn nogal verstorend.’
Gaillard: ‘Maar goed. Als je zegt dat ze in die tijd ook een boek van Dostojevski hadden kunnen lezen, zou ik me haast nog schuldig gaan voelen, maar waarschijnlijk hadden ze anders alleen maar televisiegekeken.’

Andijvieprijsvraag

Andijvie is zeker geen vergeten groente, weten we sinds de prijsvraag uit VPRO Gids #4. Daarin vroegen we u onder de flauwe krop ‘kandijvie’ om zelf een cryptische omschrijving te bedenken voor deze Hollandse kost. Dat was een aardigheidje bij het interview ‘Aaien en slaan’ met de puzzelmakers van Studio Steenhuis, omdat die zelf al jaren met deze groente in hun maag zitten.

Tot onze aangename verrassing ontvingen we ruim driehonderd inzendingen. Leuk, al hadden we van tevoren niet bedacht dat het nakijken van cryptische omschrijvingen geen sinecure is, want elke inzending is een puzzeltje op zich. Gelukkig boden VPRO-puzzelmaker (2,9) Jelmer Steenhuis aka De hokjesman en zijn medewerkers aan mee te jureren. Ook leuk, veel hersenspinsels gingen vergezeld van opmerkingen die ertoe deden. Zo lazen we dat andijvie bij een familie ‘de vierdaagse’ werd genoemd, omdat het in de jaren vijftig wel vier keer per week op tafel kwam en dat het in bepaalde nautische kringen in de kombuis als pruimtabak op borden belandde. Een docent Nederlands eindigde zijn mail met ‘hartige groente’ en een spinazieliefhebber pleitte ervoor andijvie af te schaffen. Daar gaan we niet over. De inzending van An Dijvie kwam van het emailadres annekedijvie@. Goede grap van Maike Dassen, maar het gaat om de hersenkronkels. De zelfverzekerde inzending ‘Velserbroek natuurlijk’ kostte nogal wat hoofdbrekens, totdat we ontdekten dat het een rectificatie was van een woonplaats (Velserbtoek) uit een eerdere mail.

Verschillende oplossingen verwezen naar het feit dat Steenhuis niets met andijvie kon, zoals ‘Groente waar puzzelmakers helemaal niets mee kunnen beginnen, maar VPRO-leden juist weer wel’ van Vincent de Valk. Puzzelaar Mar Struis verwerkte een VPRO-collega in haar omschrijving ‘Kookt die Y. van Boven dit met of zonder puntjes?’ Inge Linthout hield het lekker compact met ‘Maak stamppot van die ij’. Veel inzenders koppelden een meisje (An), lichaamsdeel (dij) en Frans leven (vie), zoals Judith de Wijk in ‘Met deze groente blijft het meisje op de been in het Franse bestaan’. Ook de West-Friese plaats zonder einde (Andijk) en de zoete stof zonder begin (kandij) werden veel gebruik bij het bereiden van andijvie. Opmerkelijk was dat bijna niemand struik gebruikte. Fraai is Hanneke van Doorniks ‘Bevindt zich, samen met neef witlof, in kennelijke staat van stronkenschap’, en ook ‘Zesde niet-Griekse Warhol’ (VI-e Andij) van Bram de Smit zorgde voor een glimlach.

Hoewel de puzzelmakers van Studio Steenhuis in het algemeen hun neus ophalen voor anagrammen (‘dat is voor denksport­puzzelboekjes’) kan de inzending van Rosemarie Ninaber hen het meest bekoren: ‘De tegenstander wordt met ei geklutst tot groente’ (vijand + ie). ‘Gegeven de moei­lijke omstandigheden is dat zeer elegant gedaan,’ zegt puzzelmaker Maarten Gaillard.

Gefeliciteerd Rosemarie Ninaber. U bent de eerste, enige en laatste winnaar van andijvieprijsvraag Kandijvie. Zoals beloofd ontvangt u geen andijviepakket.