Een genie, een wonderkind, een talent dat maar eens in de 200 jaar voorbijkomt, een briljante ondernemer en iemand met buitenaardse kwaliteiten: Elizabeth Holmes is het allemaal genoemd. Op haar negentiende stopte ze met haar studie aan de beroemde Stanford University om een bedrijf te beginnen. Ze was er zeker van dat ze een revolutie ging ontketenen in de gezondheidszorg. En ze wist ook anderen te overtuigen, want in totaal haalde ze ruim 700 miljoen dollar aan investeringen binnen. Holmes noemde haar bedrijf Theranos, een samentrekking van de woorden therapy en diagnosis. Overal waar ze kwam liet ze met haar intelligentie, ambitie en charme een onuitwisbare indruk achter, vooral op oudere mannen. In haar bestuur zaten politieke zwaargewichten als Henry Kissinger. Ze stond op de cover van bladen als Fortune en The New York Times Style Magazine.
Vijftien jaar later is het bedrijf failliet en hangt Holmes een celstraf boven het hoofd. Theranos, het troetelkindje van Silicon Valley, een bedrijf met 800 werknemers en een geschatte beurswaarde van negen miljard dollar, bleek een luchtkasteel. Het bedrijf claimde een nieuwe manier te hebben ontwikkeld om bloedonderzoek te doen. Met slechts een druppeltje bloed uit een vinger, ingevoerd in een apparaat ter grootte van een magnetron, zei Holmes honderden testen te kunnen uitvoeren. Dat zou geen gedoe meer met grote naalden betekenen, en de mogelijkheid om dicht bij huis zo vaak als nodig bloedonderzoek te laten doen. Vroegere diagnoses van ziektes en het nauwkeuriger kunnen toedienen van medicijnen lagen zo binnen handbereik.