'Ons doel is altijd geweest om kinderen hun smaak te laten onderzoeken en humor bij te brengen,’ zegt Anna van der Staak, scheidend eindredacteur VPRO Jeugd. ‘Als je kinderen kunt laten lachen, kun je veel.’

Anna van der Staak werkte nog niet bij de VPRO toen ze Theo en Thea voor het eerst zag. ‘Dat vond ik wereldschokkend, zó ontzettend leuk. Het was helemaal nieuw, niemand had ooit zoiets gezien.’ In 2001 werd ze eindredacteur van de afdeling VPRO Jeugd, waardoor ze de lijn van eigenzinnige en humoristische kindertelevisie voort kon zetten. Eind vorig jaar ging ze met pensioen. ‘Ons doel is altijd geweest om kinderen hun smaak en interesse te laten onderzoeken en humor bij te brengen,’ vertelt ze op een van haar laatste werkdagen. ‘Puur educatieve programma’s, daar zijn andere omroepen voor.’

Van der Staak kwam in 1990 bij de VPRO werken als redacteur van kleutermagazine Dag Meneer de Koekepeer. Het was de glorietijd van Villa Achterwerk. ‘We gingen academies af om talent te scouten. Als redacteur begeleidde ik vervolgens makers en ontwikkelde ik plannen voor nieuwe programma’s. Burny Bos heeft de afdeling Jeugd bij de VPRO opgezet als een anarchistische plek waar alles kon. Zijn opvolger Danielle Lunenborg en daarna ik hebben die traditie voortgezet. Het is heel mooi en bijzonder om daar onderdeel van geweest te zijn.’

Vroeger keek je als kind in het weekend óf naar Telekids óf naar Villa Achterwerk. ‘De invloed van de zondagochtend was zo groot, het was echt een instituut,’ weet Van der Staak. ‘We konden voor de kijkers een heel pakket samenstellen, met drama, animaties, documentaires en flauwekul. Die magie is voorbij.’

Tegenwoordig kunnen kinderen kiezen uit tientallen tv-zenders en honderden YouTube-kanalen. Maar een hele generatie makers van nu is beïnvloed door wat ze toen zagen. ‘Zo worden onze programma’s ook gemaakt. Het moet zo bijzonder zijn qua onderwerp of zo hoog van kwaliteit, dat je er als twintiger nog steeds aan terugdenkt.’

ook voor volwassenen

Jonge mensen die opgroeiden met Villa Achterwerk werden zelf televisiemakers en klopten bij Van der Staak aan als ze een jeugdprogramma bij de VPRO wilden maken. ‘De motivatie van de maker is altijd het belangrijkst. Hij of zij moet kunnen uitleggen wat de noodzaak van het programma is. Wij willen met een programma laten lachen, verbijsteren, ontroeren, creatief en origineel zijn.’

Echt goede kindertelevisie maken is volgens Van der Staak het moeilijkste wat er is. ‘Als je goede kindertelevisie kunt maken, kun je ook goede televisie voor volwassenen maken, maar andersom is dat niet per se het geval. Kindertelevisie wordt nog weleens onderschat. De makers die denken: ik begin wel met iets voor kinderen, en dan komt het echte werk daarna, die probeer ik er altijd uit te zeven.’

VPRO-Jeugdprogramma’s zijn vaak ook leuk voor volwassenen. Ook dat is een bewuste keus van de eindredacteur. ‘Het zijn familieprogramma’s, niet alleen voor kinderen gemaakt. We moeten ook op een volwassen manier met de makers kunnen praten over het werk, niet steeds afdalen naar het niveau van een zevenjarige en ons afvragen wat die ervan zou denken.’

(tekst loopt door onder afbeelding)

Toscane

'Onze jeugdprogramma's moeten zo bijzonder zijn dat je er als twintiger nog steeds aan terugdenkt'

ingewikkeld

In 2005 werd Zapp opgericht, het jeugdblok van de NPO. ‘Tot die tijd was VPRO Jeugd een heel grote afdeling met een eigen budget,’ vertelt Van der Staak. ‘We hadden volledige zeggenschap over de inhoud. Nu beslist de netmanager van de NPO uiteindelijk of een programma gemaakt mag worden. Als we onze motivatie goed kunnen uitleggen, lukt het gelukkig meestal wel om onze programma’s erdoorheen te krijgen.’

Humor is nog steeds een essentieel onderdeel van de jeugdprogrammering van de VPRO. ‘Als je kinderen kunt laten lachen, dan kun je veel. Hier werken geen humorloze mensen. Maar humor is ook ingewikkeld. Je hebt natuurlijk de programma’s waar je echt hard om moet lachen, zoals Theo en Thea en Rembo & Rembo. Verfijnde humor is moeilijker te duiden. Die zit bijvoorbeeld in Keepvogel, een soort vervreemding waar ik zelf heel erg van hou. Bij de programma’s van Stef Biemans zit je misschien niet hardop te lachen, maar er zit wel een bepaalde lichtheid in. Daar zoeken we altijd naar.’

vernieuwing

De jeugdtelevisie is in de loop der tijd keuriger geworden, vindt Van der Staak. ‘Rembo & Rembo zou nu niet meer kunnen op tv. Destijds kon je van de vpro alles verwachten. Maar het is niet zo dat het sindsdien saai is geworden. Toscane met Kasper van Kooten en Martine Sandifort had een hoge kwaliteit. Zaai was ook iets heel bijzonders, een heel nieuwe en grappige vorm. Ook De proefkeuken en Beestieboys zijn programma’s waarmee we die VPRO-traditie hebben voortgezet.’

Nu Van der Staak de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt, hoeft ze niet meer elke dag naar Hilversum.Ze blijft echter wel betrokken bij VPRO Jeugd, omdat ze als freelancer dramaproducties blijft begeleiden. De eindredacteur wordt opgevolgd door Astrid Bussink. ‘Mijn opvolger is aangenomen om in te spelen op het nieuwe mediagebruik van kinderen. Daar is het ook een goed moment voor, het is tijd voor vernieuwing.

De proefkeuken