Het WK voetbal staat garant voor duizenden uren gelul: een voorbeschouwing, een tussenbeschouwing in de rust en een nabeschouwing als de wedstrijd afgelopen is. En daarna een praatprogramma met een oud-voetballer, trainer en journalist. De VPRO Gids vroeg Youri Mulder hoeveel je kunt zeggen over een voetbalwedstrijd.

Vrijdag 11 mei zit Youri Mulder met zijn ogen dicht in een luie stoel in een kleine studio op een bedrijventerrein in Utrecht. Zoals elk jaar spreekt Mulder samen met Evert ten Napel de ­teksten in voor het Fifa-voetbalspel. In het geval van Mulder zijn het vooral reacties op teksten van Ten Napel: ‘Ja inderdaad Evert. Als je schiet, kan de bal, eh... ook ­zomaar over gaan.’ Algoritmen bepalen welke teksten de Fifa-speler te horen krijgt. 

Het is vermoeiend werk, waarbij alle voetbalclichés voorbijkomen. ‘Ja Evert, hij heeft de kwaliteit om een wedstrijd open te breken... Met de punt vooruit spelen ze puur in de omschakeling.’ 

Youri Mulder weet veel over voetbalpraat. Hij heeft niet alleen ziljoenen uren tekst ingesproken voor het Fifa-voetbalspel, hij is naast oud-voetballer en trainer ook voetbalanalist bij Ziggo Sport. Tenslotte is ­Youri Mulder natuurlijk ook nog eens de zoon van de zelfbenoemde ‘moeder aller voetbal­analisten’, Jan Mulder. 

‘Nee, nee, neeeee,’ zegt Youri Mulder bijna paniekerig, bij de vraag of zijn vader hem wel eens advies geeft, ‘Nee. Ooooh nee. Nou ja, de eerste regel uit het handboek voor analytici dat hij heeft opgesteld: dat je de wedstrijd die je analyseert niet gezien hoeft te hebben.’ Mulder lacht. ‘Dat is ­natuurlijk ook zo. Als je de stand weet, en je weet wie er mee spelen. Dan weet je al heel veel.’ 

Youri Mulder en Bas van Veenendaal in de Ziggo-studio

Aki

Zaterdag 12 mei zit Mulder in de Ziggo­studio op het Media Park in Hilversum bij de Spaanse derby Real Betis-Sevilla FC. Je kunt het ook met het Fifa-spel spelen. ‘Een geweldig beladen duel,’ zegt Evert ten Napel bij de graphics van een nepvoetbalstadion. 
‘Ja Evert,’ antwoordt Youri Mulder, ‘daar zou ik wel eens bij willen zijn.’
 ‘Er is een 5-4-1-formatie in elkaar geknutseld met een ruit op het middenveld, en een eenzame spits.’ 
‘Ja Evert... Kijk… Het is natuurlijk een beetje afwachten hoe de middenvelders het invullen, maar één spits is wel erg weinig.’
Betrapt hij zichzelf er wel eens op dat hij dergelijke Fifa-teksten ook in real life gebruikt? 
‘Ja ja. Ik moet echt heel erg oppassen dat ik niet denk dat ik in een virtuele wereld ben. Als ik ooit krankzinnig word dan loop ik in een sanatorium rond, denkend dat ik een voetbalcommentator ben die nog in dat Fifa-spel zit of zo. Ha ha.’

Mulder doet een nieuw afvalzakje in de koffiemachine, maakt een kopje koffie en laat zich in een grijze U-vormige bank vallen. De analistenruimte is een soort man cave: met flatscreens tegen de muur. Drie ‘normale’ en één enorm grote. Op tafel een bakje nootjes en A4’tjes met informatie over de teams. Op één beeldscherm zien we collega Ronald de Boer die bij Vitesse-ADO Den Haag zit, en op een ander scherm zit Mario Been. 

Beeldredacteur Xander, een jongen met korte, opstaande haren en een enorm
horloge, zit met zijn voeten op een tafel met drie beeldschermen, waarop dezelfde beelden te zien zijn. Op één beeldscherm kan hij de beelden stilzetten, terugdraaien en filmpjes maken waarin hij spelers van een cirkel voorziet of een rechte lijn op het veld aanbrengt, om te laten zien dat het buitenspel is. ‘Aki’s,’ worden de filmpjes genoemd, een verwijzing naar het programma Aki Paint, waarmee je ze maakt.

'Je kunt zeggen: je kunt er niks over zeggen. Je kunt ook zeggen: je kunt er dui-zen-den dingen over zeggen. Oeverloos is een woord dat bij ons vak past.'

Youri Mulder

Zeeleeuwenbedrijf

Mulder staat op en verlaat de ruimte. Hij verschijnt even later met een blauw jasje aan op het enorme voetbalscherm, zittend achter een soort bar, naast sportpresentator Bas van Veenendaal. Klaar voor het ‘wat-voor-wedstrijd-wordt-het?’-gedeelte. De laatste negen wedstrijden zijn er 72 gele kaarten uitgedeeld tijdens de derby, dus dat belooft vuurwerk. Er verschijnen beelden van de spelers die met zijn vijftienen in een scrimmage staan en iets doen wat lijkt op ‘Deze vuist op deze vuist’. Ze brullen als pre-industriële krijgers.
‘Ik vind dit altijd zo’n onzin,’ zegt Mulder. ‘Dat meen ik serieus.’ 

Commentator Sierd de Vos neemt de microfoon over. Mulder en Van Veenendaal ploffen daarna op de bank om de wedstrijd Real Betis-Sevilla FC te bekijken, en die van Vitesse-ADO Den Haag, op het kleine schermpje rechtsboven. Eén wedstrijd tegelijk bekijken is voor amateurs. ‘Ik zit er wel eens over te denken om thuis ook zo’n muur met beeldschermen te maken,’ zegt Mulder. ‘Waarom niet?’ 

Op tafel staan nu piepschuimen bakjes met kip kerrie, rijst en ‘lekker veel groenten’ die iemand van de productie geregeld heeft. Mulder ligt half, alsof hij thuis is. Het geluid van tienduizenden toeschouwers die iets onverstaanbaars zingen. Het geluid van een zeeleeuwenbedrijf langs een snelweg. Mannen die elkaar de bal toe proberen te spelen, en na een minuut of tien een doelpunt. Was het nu buitenspel of niet? Van Veenendaal zit regelmatig op zijn
telefoontje te kijken. 

Mulder en van Veenendaal verdwijnen in de rust weer, om op het grote scherm
tevoorschijn te komen. ‘Dit. Was. De. Derby. Eerste bedrijf. Tot straks,’ zegt Sierd de Vos. Dan een heroïsch stukje muziek. En daar zijn ze weer op het grote scherm. 
‘Hoe was het eerste bedrijf?’ vraagt Van Veenendaal. 
‘Nou best wel aardig,’ zegt Mulder, ‘niet echt heel erg goed voetbal. Sevilla is beter, maar Betis staat voor.’ 

En dan is er even tijd voor de karakteristieke buitenspeldiscussie. De ene speler stond buitenspel, de andere kopte hem erin. Stond de niet-scorende speler hinderlijk buitenspel of niet? De scheids vond van niet. ‘Lastig om te beoordelen,’ vindt Mulder. ‘In elk geval een dure goal,’ zegt van Veenendaal. En dan begint de wedstrijd weer.

Mulder analyseert Real Betis-Sevilla FC

Robotanalyticus

Een voetbalwedstrijd is – als je er puur, eh, analytisch naar gaat zitten kijken – een chaotisch spel. Het is onmogelijk om tien seconden van tevoren te voorspellen waar de bal terecht zal komen. Als een speler met een bal ‘in kansrijke positie’ voor het doel van de tegenstander komt, is dat vaak per ongeluk. Op eventuele strafschoppen na, zie je vrijwel nooit een doelpunt dat van tevoren zo gepland is. Sterker nog. Zelden zie je drie opeenvolgende passes met een idee erachter. Een slechte pass, een overtreding of de vlag van een grensrechter die de lucht in gaat. En dan gaat er ook nog iemand op de grond liggen nephuilen om de sfeer te verzieken. Voetbal is zo complex, en van zo veel dingen afhankelijk, dat je er weinig zinnigs over kunt zeggen, of zoals Van der Gijp ooit stelde: ‘dat wij drieduizend uur Champions League zitten te analyseren, en dat die op het eind beslist wordt door John Terry die op zijn bips glijdt. 3000 uur voor niks lopen praten. Die glijdt gewoon uit.’ Zijn gekkenhuisgelach kun je erbij denken. Als je analytisch naar voetbalanalytici luistert is het vaak, nou ja, niet heel erg analytisch. 

Het wachten is daarom misschien wel op de robotanalyticus. Bigdatastart-ups komen met analyses die het honkbal, basketbal en American football zichtbaar veranderen. In het basketbal verdwijnt de mid range jump shot, omdat het volgens de quants – wiskundigen met computers – efficiënter is om driepunters te schieten. Talenten worden steeds vaker gescout op basis van data. Arsenal heeft voor 2,1 miljoen pond het bedrijfje Stat DNA gekocht om data-analyses te kunnen doen, om spelers en teams in cijfers te kunnen vangen. Wat ze doen is geheim. Mulder vindt de ontwikkeling interessant: ‘Welke cijfers zorgen ervoor dat je een wedstrijd wint? Is dat het aantal doelpogingen? Wat is de heilige formule? De analist heeft dezelfde vraag. Die is ook op zoek naar de voorspellingsformule. Kun je je vinger erop leggen waarom die ene ploeg zo goed is?’

'Voetbal is het minst exact van alle sporten. Elke situatie is anders, waardoor je er ook eindeloos over kunt praten.' 

Youri Mulder

Ongrijpbaar

Mulder is zelf ook handig met de computer. Regelmatig staat hij op om bij de beeldredacteur een situatie terug te kijken, was het buitenspel? Hoe verdedigen ze nu precies? 
‘Op de Franse televisie was een leuk programma waar op een moderne manier naar voetbal gekeken werd, met een analyticus, een presentator en iemand uit het voetbal, aan een beeldschermtafel. Ze konden met hun handen beelden stilzetten en terugspoelen.’ 

Maar hij is ook sceptisch over de datarevolutie. Hij geeft een voorbeeld over een speler die gescout was door het team waar hij in de trainingsstaf werkte. Hij had geweldige cijfers. Maar een scout die naar hem was gaan kijken, zei: ‘Ja, maar hij passeert geen spelers, we hebben iemand nodig die spelers passeert.’ De speler werd gecontracteerd. ‘Maar uiteindelijk bleek de scout met zijn timmermansoog gelijk te hebben.’ 

Mulder: ‘Het voetbal is een sport van duelleren, één tegen één er voorbij spelen en dribbelen. Dat kun je niet analyseren. De ene keer ga je er wel voorbij, de andere keer niet. Dan heb je iets verkeerds gegeten of zo. Voetballers die heel hoog gespeeld hebben, van wie je zou verwachten dat ze heel goed kunnen analyseren, komen vaak niet verder dan dat het een kwestie is van talent en inzicht. Er is helemaal geen bedoeling. Je gaat het veld in en je doet het gewoon.’ Een voorbeeld van zo’n ‘intuïtieve’ speler is zijn vader. En Cruijff natuurlijk, die naar eigen zeggen nooit gescout zou zijn op basis van data. Griezman is een modern voorbeeld van een begaafde speler die niet door de data-analyse van Arsenal kwam.

‘Voetbal is geen stop-and-go-sport,’ zegt Mulder, ‘het ongrijpbare gedeelte is groot vergeleken met veel andere sporten. De helft van voetbal gaat over geluk en intuïtie. Bal op de binnenkant van de paal, bal op de buitenkant van de paal. Voetbal is het minst exact van alle sporten. Elke situatie is anders, waardoor je er ook eindeloos over kunt praten. Dat maakt het zo’n leuke sport. Je kunt zeggen: je kunt er niks over zeggen. Je kunt ook zeggen: je kunt er
dui-zen-den dingen over zeggen. Oeverloos is een woord dat bij ons vak past. Je kunt oeverloos doorgaan met een voetbalpraatprogramma als Rondo. Ik kan uren kijken naar Match of the Day, Doppelpass of Football Focus. Heerlijk.’