Het verlangen om afbeeldingen van de werkelijkheid in 3D te bekijken is (bijna) zo oud als die afbeeldingen zelf. De eerste 3D-foto – of ‘stereofoto’, zoals het werd genoemd – dateert van luttele jaren na de uitvinding van de fotografie, de eerste experimenten met 3D-film vonden plaats in dezelfde tijd dat de gebroeders Lumière hun beroemde eerste publieke filmvoorstelling organiseerden, en in de jaren dertig was het met 3D-televisie al niet anders.
Maar in tegenstelling tot 3D-film, die sinds de jaren vijftig diverse perioden kende waarin het zich in grote belangstelling mocht verheugen, bleef 3D-tv een eeuwige belofte. Het eerste experiment in Nederland dateert van februari 1982, een samenwerking van de Norddeutsche Rundfunk en het Philips Natuurkundig Laboratorium. ‘Goedenavond, we gaan nu verder in een dimensie meer dan u van ons gewend bent,’ klinkt de aankondiging, ‘zet u het brilletje maar vast op, want we gaan zo beginnen.’ ‘Groen rechts, en rood links, dat is gemakkelijk te onthouden, rood is tenslotte altijd al links geweest,’ grapt presentator Paul Staudenmayer. De kijker kreeg beelden voorgeschoteld van het Dolfinarium en wereldkampioen goochelen Ger Copper, zag een Concorde opstijgen en zag vooral ook de scepsis van de presentator, die het uur afsloot met de constatering dat het dubieus was of 3D-tv ooit succesvol zou zijn, ‘want in alle eerlijkheid weten we niet hoe lang u van plan bent met zo’n brilletje op te blijven zitten’.