In de atelierruimtes gebeurt het. Daar klapt zomaar een geavanceerde deur open van een geklimatiseerde kast, volslagen automatisch, alleen maar omdat je in de buurt komt. En daar is, in een belendende verduisterde kamer, een medewerker druk in de weer met een scanapparaat en een viewingtafel.
Op een scherm doemt juist de titel op: Das Riesenfeuer im New Yorker Hafen. Het beeld – iets met water, vlammen en een hijskraan – is even gruizig als gloedvol oranje. ‘We maken een film niet mooier dan hij was,’ zegt de restaurator van dienst, die Das Riesenfeuer, een zwijgende, ingekleurde film, overzet op een digitale drager. Aan de wand hangt een proeflap van stroken beeld- en geluidstape door de jaren heen: tot de verbeelding sprekend illustratiemateriaal voor filmstudenten en andere bezoekers.
Dit is het Collectiecentrum van Eye Filmmuseum in Amsterdam-Noord, het hypermoderne filmdepot annex expertisecentrum, dat vier maanden geleden werd geopend. Hier in de werkruimtes van de restauratoren en ander personeel waan je je in een professionele keuken, waar het stoom de deksels even van de pannen blaast en de allerbeste ingrediënten op een werkblad liggen uitgestald.