De Amerikaanse president-elect Donald Trump liet zijn podiumopkomsten in de aanloop naar de Republikeinse Conventie een paar keer begeleiden door ‘Revolution’ van The Beatles. Misschien zou er in het graf van John Lennon op die momenten iets zijn omgewenteld als hij niet gecremeerd was geweest, maar erg waarschijnlijk is het niet – Lennon was maar kort politiek actief, ‘uit schuldgevoel’. Hij was eerst en vooral een vrijdenker met als diepste overtuiging ‘serve yourself’ – want niemand anders doet het voor je.
Trumps muziekkeuze zegt wel iets over een heersend gebrek aan historisch benul. Wat aanschouwelijk onderwijs over de context van ‘Revolution’ in zijn tijd, nu vijftig jaar geleden, kan dus geen kwaad. Trouwens: omdat het toeval wel degelijk bestaat, is het aardig erop te wijzen dat exact vijftig jaar voordat Trumps onwaarschijnlijke overwinning een feit was Paul McCartney in een neerslachtige bui zijn auto in de prak reed en omkwam. Dit tragisch ongeval vond plaats in de vroege ochtend van woensdag 9 november 1966. Ja, die dag viel ook op een woensdag. Verder is dit natuurlijk een onzinverhaal dat onze feitenvrije tijd ver vooruit was. Feit is wel dat John Lennon later diezelfde woensdag een trapje beklom in de Londense Indica Gallery, door een vergrootglas naar het plafond keek en ‘yes’ las. Hij viel op kunstenaar Yoko Ono, ze trouwden en lagen een paar dagen in een hotelbed in het Amsterdam Hilton ter bevordering van de wereldvrede. Het trapje is nu in Londen te zien op de expositie You Say You Want a Revolution? Records and Rebels 1966-1970 in het Victoria & Albert Museum.