Nieuwkomers in Nederland die online – op pc, laptop of smartphone – een keuze maken uit Nederlands programma-aanbod: het is een eenvoudige en voor de hand liggende manier om hun inburgering en integratie te bevorderen. Het aanbod op online platform Net in Nederland helpt vluchtelingen en immigranten om wegwijs te raken in onze samenleving.
Het initiatief kwam van VPRO-directeur Lennart van der Meulen. ‘Toen september vorig jaar de vluchtelingenstroom zich hier aandiende, klopten programmamakers bij ons, maar ook bij andere omroepen aan met de vraag: moeten we niet, naast journalistiek en verslaggeving, ook zelf iets doen aan de opvang van die vluchtelingen? Namens de omroepen ben ik toen ik met de gemeente Hilversum gaan praten over wat we konden doen. Oude omroepgebouwen ter beschikking stellen mocht niet van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers. Dan maar online een plek bouwen waar asielzoekers zich thuis kunnen voelen, dacht ik toen.’
Wanneer vluchtelingen worden afgezonderd in AZC’s waar ze niks mogen, moet hun online de gelegenheid geboden worden om zich te oriënteren en te integreren, was de gedachte. ‘Sommigen hebben werkelijk geen benul van waar ze zijn, dat wordt hun niet duidelijk gemaakt. Dus laten we nou beginnen met een mooie selectie van ons programma-aanbod.’
Op 25 april gaat Net in Nederland van start, een online platform waar anderstalige nieuwkomers kunnen kiezen uit programma’s van de publieke omroep. Met Nederlandse, Engelse of Arabische ondertitels.
Hoge verwachtingen
Journalist Hans Jaap Melissen, als oorlogsverslaggever goed ingevoerd in het vluchtelingenprobleem, onderzocht bij het COA, AZC’s en Vluchtelingenwerk of zo’n platform wenselijk en haalbaar was. Men bleek enthousiast over een online plek waar iedereen terecht kan. Melissen: ‘Ik ben onder meer in taalklassen geweest en ken ook veel Syrische vluchtelingen. Ze krijgen maar weinig in your face-uitleg over Nederland. Dat ze online Nederlandse programma’s kunnen kijken, vaak samen met begeleiders, is een uitkomst.’ Soms reikt de invloed van Nederlandse televisie ver.
Melissen: ‘Ergens in de woestijn in Zuid-Irak kwam een man op me af die in steenkool-Engels vertelde dat hij naar een Nederlands televisieprogramma keek. “People make jumps, and they do it in the land, in the sea and in the air. I love it very much.” We hebben nog even overwogen (lacht) dat er een nieuw programma moest komen: Te land, ter zee en op de vlucht. In Nederland worden vluchtelingen vaak als ernstige gevallen benaderd, maar er spelen zich in AZC’s ook genoeg grappige gebeurtenissen af.’
Dorine Manson, algemeen directeur Vluchtelingenwerk Nederland: ‘Onze vrijwilligers begeleiden vluchtelingen bij hun integratie. Wij hebben meegedacht over welke programma’s goed aansluiten bij de onderwerpen die in die begeleiding naar voren komen. Door programma’s als Nederland van boven te ondertitelen raken vluchtelingen gewend aan Nederland en de taal. Dat ondersteunt het werk van onze vrijwillige taalcoaches en begeleiders. Wij hebben hoge verwachtingen van dit platform.’
Vertrouwd maken
Een soortgelijk platform bestaat in Duitsland sinds vorig jaar september. De site van de ARD heeft een ‘Guide for Refugees’, met een selectie uit het aanbod van de Duitse publieke zenders. Je vindt er Die Sendung mit der Maus in het Arabisch, taalcursussen, voorlichtingsfilmpjes, de Tagesschau in 100 Sekunden (Engels en Arabisch) en een reeks ‘First steps voor uw eerste weken in Duitsland’ met allerlei informatie, van asielprocedure tot wifi, en van openbaar vervoer tot doktersbezoek. ‘Het gaat erom,’ aldus programmadirecteur Gerda Meuer van Deutsche Welle (de Duitse ‘wereldomroep’), ‘de mensen die als vluchteling in Duitsland bescherming zoeken toegang te bieden tot betrouwbare informatie vanuit Duits perspectief en hun inburgering te bevorderen.’
Het plan voor Net in Nederland was afgelopen december klaar. De coördinatie en ‘invulling’ gebeurt bij de ntr, in samenwerking met deelnemende omroepen, Beeld & Geluid, Vluchtelingenwerk Nederland en het Coa. Aan Net in Nederland werken alle publieke omroepen mee, met uitzondering van Powned en wnl die dit niet tot hun publieke opdracht wensen te rekenen. Net in Nederland wordt gefinancierd uit eigen middelen van de omroepverenigingen.
Bernadette Slotboom is ‘kwartiermaker’ en eindredacteur van Net in Nederland: ‘We bieden Nederlandstalige programma’s aan met Nederlandse, Engelse en Arabische ondertiteling, om met name asielzoekers die nog geen status hebben en geen Nederlandse lessen volgen te informeren en vertrouwd te maken met onze taal en samenleving. Het platform verwijst ook naar allerlei instellingen die van belang zijn voor hun inburgering. Net in Nederland moet zich ontwikkelen in de praktijk. Zo willen we focusgroepen vormen en van AZC’s en taalklassen in bibliotheken vernemen of het programma-aanbod goed is en aan het doel beantwoordt. De onderwerpen die aan bod komen, over het dagelijks leven, omgangsvormen, openbaar vervoer, contacten met instanties, enzovoorts, komen voor in het inburgeringsexamen dat de nieuwkomers mogelijk gaan afleggen.’
De selectie van de programma’s, die inzicht moeten bieden in de Nederlandse taal, geschiedenis, wetten en gebruiken, gebeurt door een omroepbrede redactie. Voor de vertalingen zijn beëdigde vertalers aangetrokken. Een redacteur Arabisch en een redacteur Engels, afkomstig van de Wereldomroep, kunnen de vertalingen beoordelen.
Van der Meulen: ‘Er is een basispakket van 25 uur televisie, en zo’n twintig uur educatieve programma’s. Daarnaast wordt dagelijks het Journaal aangeboden, ook weer met ondertitels in drie talen, en wekelijks worden afleveringen van allerlei lopende series toegevoegd. Zo wordt het een plek waar iedere dag nieuw aanbod te vinden is.’
In het basispakket zit onder meer Dokter Deen, Geheugentrainer, Bureau vooroordeel, Rot op naar je eigen land en Klokhuis; de vpro is vertegenwoordigd met Nederland van boven, Metropolis in de klas, Taarten van Abel en afleveringen van De hokjesman. Michael Schaap: ‘Geen groter compliment dan dat ze De hokjesman gaan uitzenden met Arabische ondertiteling. Echt waar, alleen al van het idee raak ik opgewonden.’ Bovendien is op Net in Nederland af en toe eenmalig een samenvatting van een landelijk evenement te zien, zoals Koningsdag, Bevrijdingsdag en Dodenherdenking.
Van der Meulen: ‘Een probleem kan zijn dat veel AZC’s nog onvoldoende wifi hebben. Vandaar dat we na 25 april met alle betrokkenen een rondgang maken langs de AZC’s om te kijken of en hoe het werkt. Blijkt dat er nog een investering nodig is om dat netwerk op orde te krijgen, dan springen de omroepverenigingen weer met geld bij. Maar ook bedrijven willen een bijdrage leveren. Google bijvoorbeeld heeft vertaalprogramma’s die handig kunnen zijn voor de kleinere talen, zoals het Tigrinya dat ze in Eritrea spreken.’
De te verwachten kritiek op dit project komt uit de bekende hoek en valt eenvoudig te pareren. ‘Ik vind het mooi dat Net in Nederland een initiatief is van de omroepverenigingen. Het zijn de omroepen zelf die er vanuit hun missie en overtuiging voor kiezen.’