Tekst: Jonathan Maas, Illustraties: Typex
Vrijdagavond laat op een uitgestorven Mediapark in Hilversum. In de radiostudio van het 3fm-programma Stenders' late vermaak is de sfeer: mannen in de kroeg aan de stamtafel. Rob Stenders doet een interview met muzikant Sven Hammond, zijn band staat op het punt een nummer live te spelen. De twee sidekicks van Stenders, Fred Siebelink en Jelmer Gussinklo, volgen het gesprek met flesjes bier in de hand. Terwijl het over muziek gaat, roept Gussinklo ineens: ‘Laten we het over je baard hebben.’ Hij pest Sven met het weelderige grijs in zijn ‘hipsterbaard’. Fred Siebelink bemoeit zich ermee. ‘Heren! Jongens! Ophouden. We zijn radio aan het maken.’ Na deze gespeelde reprimande wordt het gesprek weer inhoudelijker. Hammond vertelt hoe het de band momenteel voor de wind gaat. ‘Mooi, dan hoef je geen vakken meer te vullen,’ grapt Gussinklo.
Sidekicks voorzien programma’s van schwung en dynamiek, door aan te vullen en datgene te zijn wat de presentator niet is. Is de presentator streng en kritisch, dan kan de sidekick zich empathisch opstellen; is de voorman juist voorkomend dan is het leuk wanneer de sidekick de knuppel in het hoenderhok gooit met een boude stelling of gekke opmerking. ‘Stenders heeft het imago van ideale schoonzoon,’ licht Gussinklo toe. ‘Hij is gebaat wanneer degene naast hem gekke dingen doet en roept.’ Siebelink is vanaf begin jaren negentig Stenders’ vaste sidekick, Gussinklo kwam er later bij. Gussinklo: ‘Als luisteraar vond ik Fred een irritante gast. Pas later begreep ik waarom hij er zit: als Rob a zegt, moet de sidekick b zeggen. Als luisteraar moet je iemand hebben waarmee je je kunt vereenzelvigen en iemand aan wie je een hekel hebt. Het is saai wanneer je op de radio twee dezelfde soort geluiden hoort.’
De sidekick voorziet een programma van schwung en dynamiek. Hij haalt de kastanjes uit het vuur voor de presentator, maar hij is en blijft tweede viool. ‘Je moet op tijd je drol kunnen intrekken.’
tegengas
De rolverdeling van vanavond is: Stenders als neutrale presentator, Gussinklo als paljas en Siebelink de wijze pater familias met feitenkennis die af en toe om orde roept. Het lijkt soms een ongecoördineerd zooitje, maar de drie zijn er wel degelijk op gespitst om elkaar aan te vullen. Toen Gussinklo er nog niet bij zat, koos Siebelink er juist voor om zelf de pias uit te hangen. Zo slikte hij een keer viagra om vervolgens gehuld in een olifantenslurfonderbroek naar een uitzending van de door hem gehate Rémy van der Elzen te kijken. Met een camera erop om te checken of de slurf zou steigeren of niet (er gebeurde niets). Gussinklo ging een keer als streaker bloot het voetbalveld op tijdens een wedstrijd Sparta-nec; een jolig reportage-element dat het goed doet tussen muziek en inhoudelijke praatjes op de radio.
Jeroen van Inkel en Adam Curry introduceerden de sidekick in de jaren tachtig als fenomeen op de Nederlandse radio bij het programma Curry & Van Inkel. ‘Adam Curry en ik luisterden veel naar Amerikaanse radio en in New York was in die tijd een vorm ontstaan waarbij dj’s tussen de muziek door over van alles en nog wat spraken,’ licht Van Inkel toe, tegenwoordig presentator van de ochtendshow Rinkeldekinkel bij Radio Veronica. ‘Dj Scott Shannon had een sidekick met wie hij honderduit babbelde. Zo’n losse sfeer wilden Adam en ik ook, want met een sidekick wordt het speelser en onverwachter. Dus werden wij bij Veronica elkaars sidekick. De eerste anderhalf uur hij bij mij; de volgende anderhalf uur ik bij hem. We spraken over de dingen des levens: het speedbootongeluk met Corry Konings en hoe de paus condoomgebruik afkeurde. Als je meer dan één stem hoort, gaat het programma meer leven. De sidekick kan tegengas geven, datgene zeggen wat de luisteraar vindt. Mijn huidige sidekick Nicky Verhage doet dat bijvoorbeeld letterlijk door de binnenkomende tweets en sms’jes in de gaten te houden en dat geluid in te brengen in de uitzending.’
second banana
De term sidekick is een diffuus begrip: voor de opkomst van praatprogramma’s op radio en televisie bestond de sidekick al in andere context. Batman had Robin, Sherlock Holmes had Watson, Robinson Crusoe had Vrijdag, en André van Duin had Frans van Dusschoten. Een held bestaat bij de gratie van zijn helper of aangever. Of ze bij amusementsprogramma’s hierdoor op het idee zijn gekomen om naast een presentator een sidekick te zetten, valt niet eenvoudig terug te vinden in media-analyses, maar op televisie zien we sidekicks in talkshows opduiken, eigenlijk meteen al na het ontstaan van het medium televisie. NBC's The Tonight Show begon er in 1954 mee: Gene Rayburn was de sidekick van Steve Allen, de eerste host van de nog lopende talkshow. Daarna speelde Ed McMahon dertig jaar lang naast Johnny Carson de rol van, zoals hij zelf noemt, ‘second banana’. Hij zag het als zijn taak de presentator te laten stralen, net als Andy Richter dat later zou doen bij Conan O’Brien, Paul Shaffer bij David Letterman en Steve Higgins bij Jimmy Fallon.
Op de Nederlandse televisie was Jan Mulder de eerste sidekick, bij het programma Barend & Van Dorp. ‘Zijn rol was in het begin onduidelijk,’ weet televisiecriticus Jean-Pierre Geelen van de Volkskrant zich te herinneren. ‘Dat kwam omdat we in Nederland aan het fenomeen moesten wennen. Het was natuurlijk wel vermakelijk, wanneer hij losbarstte, want zijn hele wezen bestaat uit grillig en onvoorspelbaar zijn. Nu is de sidekick zodanig geïnstitutionaliseerd dat je het in allerlei varianten ziet verschijnen: ook bij Shownieuws en RTL Boulevard heb je naast de presentator wat aanhang die de boel moet verlevendigen. Het is een beetje een trucje geworden.’
meerwaarde
Een truc met voordelen, vooral richting de presentator. Bij De wereld draait door zijn sidekicks een onmiskenbaar onderdeel van het programma, zij het dat het daar een deftiger omschrijving heeft gekregen: tafelheer of -dame. ‘Bij stekelige onderwerpen zoals ethische of politieke kwesties zie je dat Matthijs, de presentator, wegduikt en onuitgesproken blijft en zich op de sidekick richt: “Jort of Jan, wat vind jij hiervan?”,’ analyseert Jean-Pierre Geelen. Terwijl een uitgesproken talkshowhost als Sonja Barend door half Nederland werd verguisd, behoudt Matthijs van Nieuwkerk zo tactisch een neutraal profiel. Logisch, stelling nemen doet hij niet. Om een discussie toch goed los te maken, is daar de sidekick als reddende engel. Bij het gevoelige debat over moslimfundamentalisme zien we vaak journaliste Fidan Ekiz bij De wereld draait door aan tafel, zelf van Turkse komaf, kind van moslimouders.
Ze sprak zich na de snelle opmars van IS in Syrië en Irak en direct na de aanslagen in Parijs stevig uit over de radicale islam. ‘Ik reageer vanuit een persoonlijke ervaring en emotie op situatie,’ zegt Ekiz. ‘Dat is altijd aanvullend, want Matthijs kan niet voor mijn persoonlijke ervaring praten. Mijn culturele achtergrond heb ik vaak gebruikt in mijn werk, dat is mijn meerwaarde.’ Toch heeft De wereld draait door Ekiz nooit specifiek om haar culturele achtergrond uitgenodigd, verzekert ze. ‘Ze wilden mij aan tafel om mijn losheid en oprechtheid,’ zegt ze. ‘Ze boden me een podium, maar hebben me nooit gestuurd. Dit vrijlaten heeft er toe geleid dat ik mijn achtergrond zelf naar voren ben gaan halen.’ Op een gegeven moment wilde Ekiz zelf praten over onderwerpen als multiculturele huwelijken. Toen ze merkte dat dit reacties bij kijkers en twitteraars losmaakte, besloot ze haar rol als opiniemaker te gaan ontwikkelen. Ekiz: ‘Vroeger dacht ik: ik ben geen voorlichter en doe ook niet aan actiejournalistiek, ik moet objectief blijven. Maar ik vond Sonja Barend vroeger juist zo goed omdat ze haar eigen mening naar voren bracht. Door De wereld draait door wil ik nu ook zeggen wat ik vind. Met het IS-debat merk ik na de uitzending aan de reacties dat ik echt wat losmaak. Ik vind het nu oké om gekleurd te zijn als journalist.’
gezelliger
De uitgesproken sidekick wordt prominenter en de presentator steeds kleurlozer. ‘De host wordt steeds meer Zwitserland,’ signaleert Jeroen van Inkel. ‘Hij is de neutrale factor terwijl er links en rechts heftige dingen worden geroepen. De presentator kan de sidekick een quasi reprimande geven: “Ik vind het eigenlijk wel raar dat je zegt dat alle buitenlanders het land uit moeten, zoiets zeg je toch niet?” Maar ondertussen ligt de kwestie wel mooi als voer voor discussie op tafel.’ ‘Dat kun je laf noemen,’ stelt Jean-Pierre Geelen. ‘Het zorgt er wel voor dat de persoonlijkheid van de presentator niet beschadigd raakt.’ Fidan Ekiz vindt deze dynamiek niet meer dan vanzelfsprekend: ‘Als sidekick kun je sneller grenzen overschrijden en een onbeschofte vraag stellen. Matthijs is behalve presentator ook gastheer.’
Is het hebben van een sidekick niet een teken van luiheid? Moet een echt goede presentator het niet in zijn eentje kunnen, zonder op een andere sterke persoonlijkheid te leunen? ‘Je ziet dat de sidekick achtervang is voor de presentator,’ stelt Geelen kritisch. ‘Als het gesprek indut, zorgt de tafelheer of dame voor een levendig momentje.’ Een sidekick hebben, is sowieso gezelliger voor de presentator, geven ze bij de radio toe. ‘Een radio dj zit tegen een imaginair publiek aan te lullen,’ brengt Fred Siebelink in. ‘Het is makkelijk om tegen een fysiek iemand te praten.’
Het gevaar dat op de loer ligt, is dat het met elkaar in de studio wel erg gezellig wordt en dat je vergeet dat je luisteraars hebt. ‘Interne radio maken,’ noemt Siebelink dit. Het is hem nooit overkomen, verzekert hij. ‘Dat is een knopje in mijn hoofd: zodra de schuiven open staan, ben ik me ervan bewust dat er mensen luisteren.’
aanvoelen
De input van de sidekick lijkt soms misschien een beetje ouwejongenskrentenbrood, het is wel degelijk een vak, merkt Jean-Pierre Geelen op. ‘Het is een dun koord waarop je balanceert, best lastig. Het is een dienende rol, maar er worden ook stevige uitspraken van je verwacht.’ Het luistert nauw, weet Fidan Ekiz. ‘Het gevaar bestaat dat ik in Matthijs’ vaarwater zit. Hij heeft een bepaalde opbouw in een interview en je kunt de plank misslaan door een gesprek over de finish heen te rennen. Je moet het een beetje aanvoelen. Ik merk het aan Matthijs’ lichaamstaal. Wanneer hij voorovergebogen zit naar een gast, weet ik dat hij liever niet onderbroken wilt worden.’ ‘Slechte sidekicks nemen het ritme van het programma over,’ voegt sidekick Fred Siebelink toe. ‘Je bent er om de gaatjes te vullen. Je moet op tijd je drol kunnen intrekken.’
‘Soms zit ik met een goede grap in mijn hoofd, maar komt het niet uit om hem te maken,’ spreekt zijn collega Jelmer Gussinklo uit ervaring. ‘Je moet het zien als een voetbalteam. De een is de aangever, de ander kopt hem in, soms is het andersom. En weer een andere keer scoort een middenvelder.’ Siebelink: ‘Als je maar andere dingen doet of weet dan de presentator. Giel Beelen heeft geen sidekicks nodig om de vieze klusjes op te knappen. Maar als hij een inhoudelijk programma over kunst zou maken, heeft hij weer wel een sidekick nodig. Niemand is een homo universalis, je kunt iemand altijd aanvullen.’