Drie maanden geleden hakten ze de knoop door, Bob Willemsen (32) en zijn vriendin uit Amsterdam. Ze keken toch al bijna geen televisie meer en als ze het deden, was het een beetje suf bankhangen bij 24Kitchen. Ze besloten de stap te zetten en te kiezen voor een nieuw, fris, kabeltelevisieloos bestaan. ‘In het begin was het een beetje wennen,’ zegt Bob, die werkt als consultant. Net als het opgeven van de vaste telefoonlijn is het opzeggen van de kabeltelevisie niet zomaar iets: de verbinding verbreken met de buitenwereld, geeft toch een licht ongemakkelijk gevoel. Het gevoel afgesneden te zijn. Bob herkent dat wel, zegt hij. ‘Maar dat duurde eigenlijk maar een paar weken. Nu bevalt het heel goed eigenlijk. We missen het helemaal niet.’Sinds hij zijn kabelabonnement opzegde, leest Bob weer veel meer. En dat bevalt hem wel.
Mensen zoals Bob heten cord cutters, kabelknippers. Er zijn er al miljoenen van, en een nog veel grotere groep overweegt de stap te zetten, blijkt uit onderzoek. Bob kan daarover meepraten. Als op verjaardagen en feestjes het gesprek komt op televisiekijken, zijn er altijd mensen die zeggen dat ze ‘nog maar heel weinig televisie kijken.’ Maar uit de cijfers blijkt dat het aantal uren dat we televisie kijken per dag alleen maar toeneemt. We kijken dus niet minder televisie. Maar we kijken wel heel anders.
Het traditionele televisiekijken, waarbij het toestel aangaat aan het begin van de avond zet en het aangeboden programma een avondlang wordt gevolgd, heeft afgelopen jaren flinke concurrentie gekregen van een waaier aan andere manieren van kijken. Op de iPad, de laptop, via Gemist, op YouTube, Netflix of HBO. Zit de ene, waarschijnlijk jongste, helft van het gezin wat op de iPad te surfen en YouTube-filmpjes of een serie te kijken, de andere helft leest een boek of kijkt een programma terug waarover iedereen het had op het werk (die laatste aflevering van Tegenlicht natuurlijk, of Jelle in de Kaukasus). En als we zin hebben in een film, kan dat. En daarmee is de beer los. We bekijken wat we willen en wanneer we willen. Wie dat eenmaal heeft ontdekt, kan niet meer terug naar wachten tot donderdagavond half twaalf. En op een dag besluiten we de kabeltelevisie dan maar helemaal weg te doen.
Miljoenen Amerikanen zegden afgelopen jaren hun kabeltelevisie op. Ook hier omarmen steeds meer mensen het kabelloze bestaan. Cord cutters worden ze genoemd, en hun aantal blijft stijgen.
34.000 per dag
De term cord cutters gaat al zeker vijf jaar rond; het is een veelbesproken onderwerp in serieuze, met name Amerikaanse mediapublicaties. Maar ook bloggers zijn op het kabelloze bestaan gedoken en zetten de voors en tegens graag uiteen. Ook in het Nederlands vind je tal van zulke persoonlijke verslagen met titels als Mijn leuke leven zonder televisie. De Wall Street Journal zette er eind vorig jaar onder de titel ‘Diary of a Cord Cutter: Our Man Takes the Plunge’ maandenlang een van hun ervaren krachten op, media en marketingredacteur Martin Peers. Na jaren van dubben kreeg Peers zijn vrouw eindelijk zo ver om de vaste lijn en de kabeltelevisie op te zeggen; wat hielp is dat het laatste telefoontoestel in huis was opgekauwd door de hond. Het kabelloze leven beviel hem overigens prima. In zijn laatste stuk van half januari concludeert hij: ‘Ik ga niet meer terug naar betaaltelevisie. Nooit meer.’ Peers is vanwege zijn leeftijd niet helemaal representatief voor de doelgroep. Uit Amerikaans onderzoek blijkt dat de meerderheid, 54 procent, van de cord cutters onder de veertig is, goed opgeleid, en een baan heeft. Ondanks de crisis is geld dus niet de reden. Al zijn die paar honderd dollar per jaar in deze tijd mooi meegenomen, concludeerde Peers.
Afgelopen jaren zegden miljoenen Amerikanen hun kabeltelevisieabonnement op. Vijf miljoen sinds 2010 om precies te zijn, en dat aantal stijgt steeds sneller. Alleen al Time Warner Cable, een van de Amerikaanse kabelgiganten, verloor in het derde kwartaal van vorig jaar 306.000 kabelabonnees. Dat zijn er 102.000 per maand, 34.000 per dag; zelfs op een grote bevolking als de Amerikaanse genoeg om mediawatchers rechtop in hun stoel te doen schieten. Volgens Business Insider, dat een serie artikelen schreef over cord cutters, geïllustreerd met grafieken vol scherp dalende curves, staan we aan de vooravond van een historische verschuiving van televisie naar video. Intussen hebben Facebook en Google een publiek opgebouwd dat op het punt staat televisie te passeren in termen van bereik.
Meer apparaten
Er is echt wat aan de hand, oordeelt ook de Nederlandse mediajournalist Robert Briel van Broadband TV News, die zowel de Europese ontwikkelingen in de markt als de Amerikaanse volgt. ‘Er is veel onvrede onder de kijker. Maak ik wel genoeg gebruik van mijn kabelabonnement, ik krijg al die zenders wel maar bekijk ik ze ook. De kabelbedrijven verliezen echt heel veel kijkers. De cijfers zijn misschien nog niet zo heel hoog,’ zegt Briel, ‘en ze hebben miljoenen abonnees. Maar als het jarenlang zo doorgaat, is het uiteindelijk natuurlijk wel heel veel.’ Ook hij kent het verschijnsel dat wanneer het gesprek op televisie komt er tegenwoordig altijd mensen zijn die zeggen dat ze ‘eigenlijk nooit meer kijken.’ Briel: ‘Ik hoor dat opvallend veel, ja.’
Cord cutting is geen louter Amerikaans fenomeen. De BBC moest vorig jaar schoorvoetend toegeven dat ze er ook mee te maken heeft. In Engeland zegden vorig jaar 428.000 mensen hun televisieaansluiting op. Dat is maar ongeveer twee procent van alle Britse kijkers, maar het gaat wel om 68 miljoen pond aan inkomsten die de BBC daarmee nu al misloopt. Ook in Nederland tekent zich een trend af. Briel: ‘Traditioneel had in Nederland zo’n 95 procent van de kijkers kabel, nu is dat zeventig procent.’
Nederlandse kabelbedrijven geven zo min mogelijk cijfers, maar eind vorig jaar sijpelde er toch wat naar buiten: UPC kreeg alleen al in het derde kwartaal van 2013 19.000 opzeggingen binnen. Meer cijfers zijn er niet, en wil UPC ook niet geven. Wel krijgen we antwoord op onze vraag of de daling structureel is afgelopen jaren. Ronald Sutmuller, woordvoerder UPC Nederland: ‘We zien de laatste jaren inderdaad een daling. Helaas bedienen wij in z’n geheel minder klanten, dat is zo. Het is een brede tendens, het speelt ook bij andere aanbieders. Die strijd om de klant is heel heftig, je wilt de klant voor jezelf. Die hele markt is zo beweeglijk als maar zijn kan. We zien duidelijk dat steeds meer klanten gebruik maken van meer apparaten om content tot zich te nemen. We spelen daar zoveel mogelijk op in. Nu al kunnen klanten via WiFi televisie op hun laptop bekijken. Dat blijft zich verder ontwikkelen.’ UPC laat met grote regelmaat uitvoerig klantenonderzoek doen. Sutmuller: ‘Daaruit weten we vrij precies hoe het toegaat in het gemiddelde Nederlandse huishouden. Het begin van de avond is nog echt een gezamenlijk televisiemomentje. Maar kijkt meneer voetbal, dan kunnen de kinderen het internet op en mevrouw kijkt iets anders. Maar het televisiescherm in de huiskamer blijft het meest belangrijke scherm, en lineair televisiekijken blijft populair. Jongeren kijken het vaakst via een tweede scherm.’
NPO 1, 2, 3
Briel: ‘Je ziet wel dat de traditionele partijen reageren op de veranderingen. Bijvoorbeeld door Amerikaanse series heel kort na uitzending, soms al de volgende dag zoals bij hbo Nederland, te brengen. Of zoals Netflix, dat alle afleveringen van hun zelfgeproduceerde series in één keer beschikbaar stelt om het downloaden tegen te gaan. Maar men reageert eerder uit angst dan dat men nieuwe ontwikkelingen meteen omarmt. Hollywood en de networks zijn altijd bang geweest voor wat voor vernieuwing dan ook. En dat bijt ze nu in de staart.’
De strijd om de kijker maakt veel nieuwe initiatieven los; als paddenstoelen schieten ze uit de grond. Briel: ‘In de VS heb je bijvoorbeeld Aereo. Dat pikt de reguliere omroepen uit de lucht door middel van duizenden mini-antennes; als kijker abonneer je je dan op zo’n zender. Dat is een foefje waarmee ze de wet omzeilen en tot nu toe alle rechtszaken hebben gewonnen, maar binnenkort komt het voor de Hoge Raad – om even aan te geven hoe ver partijen bereid zijn om te vechten voor hun deel van de koek. Sky in Engeland en Duitsland biedt nu series aan per box, de boxset noemen ze dat; je koopt het recht om een maand of een week een heel seizoen van een serie te kijken.’ En de Nederlandse publieke omroep? ‘Dat je nu Nederland 1, 2, en 3 kunt bekijken op je iPad via de NPO App is natuurlijk geweldig. Al denk ik wel dat het een fout is om de bestaande merknamen op te geven en er NPO 1, 2 en 3 te maken, maar dat is een andere discussie. Verder doen ze het goed.’
Zweden, Duitsland en Spanje hebben Magine, waarop via internet alle reguliere televisiezenders te zien zijn op de laptop, iPad, en iPhone. En niet alleen dat, je kunt ook een restart doen en het programma vanaf het begin opnieuw bekijken. kpn biedt dat ook aan bij interactieve televisie. Zattoo in Zwitserland is iets soortgelijks. Briel: ‘Het zijn voornamelijk startups, en het is nog niet duidelijk of die winst maken. Maar het ligt natuurlijk in de lijn der verwachting dat een aantal het gaat redden.’
Terwijl de industrie uit alle macht probeert de eigen positie vast te houden, met inzet van keiharde onderlinge concurrentie of fusies, zoals van UPC en Ziggo, spint de kijker voorlopig alleen maar garen bij alle nieuwe mogelijkheden. ‘Kanttekening,’ zegt Briel, ‘is dat het internet de enorme toevloed van streaming video wel moet aankunnen natuurlijk. Je ziet nu al dat Netflix gigantische hoeveelheden bandbreedte opslokt. En dan hebben we het nog niet eens over de peer to peer, dus de torrents, het downloaden. Dat heeft natuurlijk ook een gigantische vlucht genomen. Dat zou nog weleens het grootste probleem kunnen zijn straks.’ Komen we, alle schermen, toestellen en opties ten spijt, toch weer uit bij dat zinnetje uit de geniale Britse comedy Little Britain (uitgezonden door de VPRO): computer says no.