PVV’ster Marjolein Faber-van de Klashorst prikt net een vorkje, wanneer collega-Eerste Kamerlid Joyce Sylvester van de PvdA komt peilen wat ze gaat stemmen in verband met het handelsverbod voor pelsdieren. Joyce, duidelijk vóór dat verbod, somt strategisch de partijen op die voor en tegen zijn. Er blijft maar één conclusie over: de pvv heeft in deze een beslissende stem. ‘Dan mag je wel eens wat aardiger tegen me doen,’ suggereert de pvv’ster. Er volgt wat smalltalk en een scène later neemt ze Sylvester apart om haar te vertellen dat ze de PvdA in het debat zal steunen en twee moties wil inbrengen om het verbod zelfs nog aan te scherpen. In het debat gaat de pvv’ster los in het jargon dat de partij past. Sylvester smoest valselijk in een collega’s oor: ‘Ik hoef helemaal niks meer te doen, ik heb haar vooraf een beetje opgepookt.’
Zo werkt onze chambre de réflexion, deftig voor: de Eerste Kamer, waar de documentaire Door de Senaat van Eugène Paashuis een inkijk in biedt. De plek waar wetsvoorstellen, die de Tweede Kamer hebben gehaald, opnieuw worden gewogen en worden getoetst op uitvoerbaarheid en grondwettelijkheid. Tenminste, zo ziet de Eerste Kamer zelf haar voornaamste taak. Jit Peters, emeritus hoogleraar Bestuurs- en Staatsrecht, verbonden aan de Universiteit van Amsterdam, vindt dit een rotsmoes: ‘Die taak hebben ze zelf verzonnen, maar staat niet in de Grondwet,’ weet hij. Hij wijst erop dat afwijzing van wetsvoorstellen uit de Tweede Kamer in het verleden nagenoeg altijd op politiek inhoudelijke gronden was: van de gekozen burgemeester en het referendum tot recent het verbod op ritueel slachten. Dat het laatstgenoemde verbod in strijd zou zijn met de Grondwet waarin vrijheid van religie is verankerd, is een interpretatie, vindt hij. ‘Een interpretatie die Kamerleden politiek goed uitkomt. Het is geen rechterlijk college.’
Tweede check
Met zijn 37 jaar is Wopke Hoekstra, sinds 2011 namens het cda lid van de Eerste Kamer, een jonkie tussen de pijprokende mastodonten. Wat hem in de Kamer opvalt? ‘Dat het voornamelijk om de inhoud gaat. Er is minder dan bij Tweede Kamerleden interesse voor media-aandacht.’ Mooi, in de luwte kun je goed reflecteren en wetsvoorstellen heroverwegen. Hoekstra is de eerste om toe te geven dat de Eerste Kamer een politiek orgaan is waar ook politieke afwegingen worden gemaakt. ‘We hebben een juridische en inhoudelijke verantwoordelijkheid,’ erkent hij. ‘We zijn politiek gekleurd, maar kennen onze rol in het staatsbestel. Die van Eerste Kamerlid is wezenlijk anders dan de rol van Tweede Kamerleden. Ook senatoren van partijen die nu in de coalitie zitten, zeggen: wij hebben niet getekend voor het regeerakkoord en maken onze eigen afweging. Het is ook zeker niet zo dat wij als cda-fractie het kabinet in de wielen willen rijden en in de Eerste Kamer oppositie voeren. De laatste dertig wetsvoorstellen konden vrij gemakkelijk op een meerderheid rekenen. De Eerste Kamer is een slot op de deur van de rechtsstaat. Het is belangrijk om een tweede check te doen op wetten die worden vervaardigd.’