De documentaire End of the Century beschrijft wel en wee van de keizers van de puntige punkdeuntjes. Oftewel: The Ramones, voltooid verleden tijd.

hollanddoc24

do 18 juli, 21.58-23.48 uur
en vr 19 juli, 10.00-11.49 uur

In de tweede helft van de jaren zeventig moest ouwelullenrock dood en punk ging dat even fiksen. Mooi niet gelukt uiteraard. De linksrebelse punkertjes leerden braaf door, kregen baantjes, gezinnetjes, hypotheekjes. Da’s lastig rebelleren. Anderen legden voortijdig het loodje door misbruik van substanties en/of de fles. Sommige overlevenden werden creatief, trachtten hun idealen trouw te blijven. Geen sinecure in donkere tijden van efficiencydenken en Realpolitik.

Natuurlijk komen ook punkbandjes – inmiddels ouwe lullen – weer bij elkaar. Touren tegen gages waar ze vroeger op spuugden. Spelen kunnen ze vaak nog steeds amper, maar dat hoort bij het genre. Correcte politieke kleur en intensiteit wogen hier altijd al zwaarder dan techniek en uitvoering. Een deel van het oude punkpubliek is bij de diverse wederopstandingen present. Inflatiegecorrigeerd concertkaartje in de achterzak van de merkjeans, prijzige pilsener in het ene knuistje, smartphone in het andere. Maar: proost op de goeie ouwe tijd. Vroeger was per definitie alles beter, toch?
 
Nou ja. Neem The Ramones. Punkroyalty uit New York. Een resem klassieke rag-en-meebrul-treffers op hun naam. Dertig rechtvooruitriffs voor een knaak en knallen maar. In de afwisselend amusante, zure, nostalgische en treurige documentaire End of the century uit 2003 kijken de heren terug op decennia woelig kwartetten. Vandaag is de film op HollandDoc24 de ‘Twittertip’ (wie verzint zoiets?) van 3fm-dj Roosmarijn Reijmer. Timide Joey, aartsconservatieve Johnny en junk Dee Dee zijn ondertussen heengegaan.
 
Bij deze wijzen we gaarne even op de kwalitatief niet geringe, doch helaas weinig gekende pre-Ramoneske muziekverrichtingen van drummer Mark Bell. Voordat hij als Marky Ramone in de drieminutenpunk ging, was Mark namelijk stevig doende in het genre dat de punkers zo graag de wereld uit hadden geholpen. Met het powertrio Dust maakte Roffel-Ramone twee spetterende heavy rock-albums: Dust (1971) en Hard attack (1972). Zijn stijl op deze twee dampende langspelers was vinnig en versierd. Bell keek indertijd niet op een fill meer of minder en gaf Dust een ferme tik gecalculeerde waanzin mee. Proto-headbangers als ‘Love me hard’ en ‘Learning to die’ denderen nog steeds in galop de speakers uit. Op de debuutplaat – met stemmige hoesfoto van drie skeletten in een crypte – zijn de negen minuten en 47 seconden van de behoedzaam opgebouwde epic ‘From a Dry Camel’ mettertijd een onbedoeld commentaar geworden op Bells latere oeuvre van de bewierookte Ramones-sprintjes. Kortom: Dust rules.