In de tweede helft van Vrije Geluiden geeft Baz Schat, de zoon van Peter Schat, een rondleiding door het huis van zijn vader. Op de zolderetage zijn in het dak twaalf ronde glas-in-loodramen geplaatst, met daarin gekleurde driehoeken in verschillende afmetingen en verhoudingen. Samen vormden die ramen de toonklok, een (denk)instrument dat Peter Schat ontwikkelde om zich te ontworstelen aan wat hij het tonaliteitsprobleem noemde.
Tonaliteit is eeuwenlang de basis geweest van klassieke muziek van Bach tot Wagner, met welluidende melodieën en een vertrouwde grondtoon die elke harmonische progressie een veilige thuishaven bood. Ook vrijwel alle pop en jazz is tonaal.
Aan het begin van de twintigste eeuw leken de mogelijkheden van het tonale systeem echter uitgeput en gingen componisten op zoek naar een nieuw kader voor hun creativiteit. Daarbij lieten ze de tonaliteit los, en werden harmonie en melodie verregaand ‘gedemocratiseerd’, wat wil zeggen dat van de dominantie van een grondtoon of een harmonische drieklank geen sprake meer kon zijn.
Utopie van de ratio
Geëmancipeerde dissonantie, zou je kunnen zeggen. Het was de utopie van de ratio, de droom van de rede. En, zoals wel vaker met utopieën gebeurt, was het resultaat niet echt om over naar huis te schrijven. Muziek die op geen enkele manier het hart weet te beroeren. Schat groeide weliswaar als componist op in die traditie, maar was er duidelijk niet tevreden mee.
Het probleem was dat hij een terugkeer naar de tonaliteit niet als een reële optie zag, omdat de mogelijkheden daarvan waren uitgeput. Zijn oplossing: de toonklok, een inventarisatie van drieklanken in de chromatische toonladder. Dat instrument gaf hem de mogelijkheid om te ontsnappen aan de rigide wetten van de atonaliteit, en op een meer intuïtieve manier te componeren.
Baz Schat heeft nog geprobeerd om het huis van zijn vader te behouden en in te richten als museum, maar kon verkoop uiteindelijk niet voorkomen. Wel heeft hij hoogstpersoonlijk de toonklokken uit het dak verwijderd en naar het Haagse conservatorium gebracht.
Colori en Canto General
In de studio zijn Emile Wennekes, hoogleraar musicologie en de Friese componist Wim van Ligtenberg te gast. Ligtenberg maakte een compositie met gebruikmaking van het toonkloksysteem, Colori. Het Jongsma Trio (fluit, hobo en marimba) en Frans Douwe Slot (piano) voeren uit en het Nieuw Amsterdams Peil speelt een werk van Schat van nog vóór de toonklok: Canto General.
En natuurlijk, in de vorm van een korte documentaire van Hans Fels, een rondleiding door het huis van Schat, ooit een onderkomen voor provo´s en een ontmoetingsplaats voor de Herenclub, waar Schat nog enige tijd deel van uitmaakte.