'Allereerst bedank ik de liefde van mijn leven Chris Hegedus, met wie ik zo veel films heb gemaakt. Toen ze lang geleden bij mij kwam op zoek naar een baan, zag ik in haar meteen de meest ideale partner die ik maar kon wensen. Ze is net zo bezeten door het filmwerk als ik,’ zei een 88-jarige, glunderende D(onn) A(lan) Pennebaker bij het in ontvangst nemen van de Honorary Oscar Award in 2013. ‘De hele draaiperiode met z’n voortdurend opduikende problemen zijn we altijd dikke vrienden. Daarna, aan de montagetafel, staan we elkaar bij elke ingreep naar het leven en wensen we soms vier keer per week een echtscheiding.’
De relativerende bedankspeech bij het eerbetoon van vakgenoten (‘I’m proud you consider us documentary makers as colleagues in the art of filmmaking’) is kenmerkend voor de man, die samen met filmmaker/echtgenote Chris Hegedus (1952) het documentairevak heeft ontwikkeld tot de vorm die nu kennen. Letterlijk eigenhandig, want door zelf een draagbare camera en synchrone geluidsapparatuur in elkaar te knutselen, kon Pennebaker samen met collega-filmmakers Robert Drew en Richard Leacock naar buiten om snel en onzichtbaar te filmen. Een revolutionaire verandering: tot dan waren documentaires zwijgend, met een voice-over en vanaf statief gefilmd.
Eind jaren vijftig ontstond de direct cinema, waarbij de documentairemaker tijdens het filmen niet ingrijpt in wat zich voor de camera afspeelt. Als een ‘vlieg op de muur’ registreert hij alleen, waarna aan de montagetafel driftig moet worden geknipt en geplakt.