Ghost Hunting
Te zien op IDFA op 19, 20, 23 en 26 november
In Ghost Hunting bouwen Palestijnse ex-gevangenen hun gevangenis na en herbeleven ze de confrontaties met hun ondervragers, in een bijzondere mix van echt en gespeeld. Regisseur Raed Andoni: ‘Het was op het randje.’
‘Risky, but not scary,’ zo noemt Raed Andoni (Ramallah, 1967) het maken van zijn film Ghost Hunting. Ga er maar aan staan: een groep Palestijnen hun nare ervaringen in de Israëlische gevangenis laten naspelen, geïmproviseerd, terwijl niemand weet hoe hoog de emoties zullen oplopen. In sommige scènes zie je hoe de (amateur)acteurs het te kwaad krijgen en voortijdig moeten stoppen.
‘Nee, makkelijk was het niet,’ geeft Andoni – die zelf ook af en toe meespeelt – toe. ‘Het project was op het randje. Maar ik had wel advies ingewonnen bij een bevriende psycholoog. Hij raadde me aan de mannen geen opdrachten te geven, alleen opties. Alles moest hun eigen keus zijn. En iedereen moest op elk moment kunnen stoppen. Eén jongen heeft dat gedaan, na twee weken. De rest ging juist verder in hun spel dan ik verwacht had. Het vervulde duidelijk een behoefte voor ze.’
De film was dus een therapeutisch project voor jou [Andoni zat als achttienjarige zelf een jaar in de Israëlische cel, red.] en je hoofdpersonen?
‘Therapeutisch? Nee. Vergeet je theorieën over psychoanalyse en psychologie maar als je in Palestina bent, dat zijn allemaal westerse begrippen. Wij Palestijnen hebben een andere manier van onszelf helen: door samen te zijn, door verhalen te vertellen, door samen te huiveren, samen te delen. Zo ziet Ghost Hunting er ook uit, meer dan als de spreekkamer van Freud en zijn vrienden. Ik zou mijn film ook niet als therapie omschrijven in die zin dat ik mijn hoofdpersonen niet zie als slachtoffers: het zijn overlevers. De personages nemen hun leven in eigen hand, ze bevrijden zichzelf van de gevangenis die ze al jaren in zichzelf meedragen. Het gevangenisdecor, dat ze zelf bouwen tijdens het maken van de film, kunnen ze gewoon weer uit lopen. Ze kunnen er spelen, dansen, van alles doen, ook de rol van cipier of ondervrager op zich nemen. De film gaat daarmee ook echt over het terugkrijgen van controle.’
Soms moest een van je hoofdrolspelers afgekapt worden in een scène omdat hij te zeer werd meegesleept. Was je niet bang dat het uit de hand zou lopen?
‘Weet je, al deze mannen zitten in zekere zin nog steeds in de gevangenis. Elke dag komen ze langs checkpoints, ze worden aangehouden door soldaten, enzovoorts. Daarom konden ze tijdens mijn film weliswaar heftig opgaan in een scène, maar er ook twintig seconden later weer grapjes over maken. Dat leer je namelijk vanzelf als Palestijn, je bouwt een soort beschermlaag op. Eigenlijk was het op de set nog het moeilijkst voor de cameraman, want die kwam uit Zwitserland en heeft dus nog nooit in zo’n gevangenis gezeten. Hem raakte het allemaal meer, omdat hij niet zo’n beschermlaag heeft; hij stond als het ware in zijn blootje tegenover al die emoties. Neem de scène waarin ik gearresteerd word en de agenten mijn hoofd tegen de muur slaan. Ik wilde dat hij die nog een keer opnam met een andere lens, maar hij zei: ik kan dit echt niet nog eens.’
Wat hoop je te bereiken met je film?
‘Politiek gezien wil ik graag het probleem van de massale Palestijnse gevangenschap aankaarten. Maar liefst twintig tot 25 procent van de Palestijnen komt in de Israëlische gevangenis terecht, vaak jarenlang en zonder proces; soms is de reden zelfs “administratief”. Al die jongens leven daarna verder met de gevangenis in hun hoofd. Op die manier zorg je er als bezetter voor dat mensen niet eens durven te dromen van in opstand komen. Zodra je ziel vrij is, is het namelijk een kwestie van tijd voordat je land vrij is. Dat weten de Israëliërs ook: daarom bouwen ze die muren, de checkpoints, de wachttorens en de gevangenissen.
Daarnaast ben ik heel blij dat de film zo veel losmaakt. Na elke vertoning in Palestina blijft het publiek nog urenlang praten: je hoort er duizenden verhalen. Maar ook in het buitenland vertellen mensen uit heel andere culturen me dat mijn film ze helpt met hun eigen trauma’s. Ghost Hunting gaat volgens mij dan ook niet specifiek over Palestina; het is een film over mens-zijn. En er zijn zo veel gevoelens die wij mensen wereldwijd delen.’
Ghost Hunting is te zien op IDFA op 19, 20, 23 en 26 november
Shifting Perspectives: the Arab World
Ghost Hunting won al twee prijzen op het filmfestival in Berlijn en werd op verschillende festivals genomineerd. De film draait op IDFA 2017 in het programma Shifting Perspectives: The Arab World. Hier zie je docu’s over het dagelijks leven in verschillende Arabische landen, zoals Jemen, Marokko, Irak, Syrië en Algerije, gezien door de ogen van lokale makers. Met deze selectie stelt het IDFA ‘tegenwicht te willen bieden aan westerse stereotypen die de complexiteit van de Arabisch sprekende wereld negeren en “de Arabier” op afstand houden als “de ander”.’ Het programma is te zien in De Kleine Komedie.