Eerst even bijpraten over de inhoud: De documentaire Among the Believers (2015, 84 min India) begint met een toelatingsgesprek tussen Talha, een jongen die negen lijkt maar twaalf jaar is en de Pakistaanse geestelijke Abdul Aziz Ghazi, leider van de Rode Moskee in Islamabad. De jonge Talha heeft een aandoenlijk koppie, grote bruine ree-ogen en kort geschoren haar. Maar als hij zijn tekst opdreunt waarin hij oproept tot de jihad en zijn vuisten balt als een echte 'islamitische vrijheidsstrijder' dan schrik je toch wel even. Hier staat mogelijk een aanstaande strijder die in naam van zijn geloof over een paar jaar ergens in de wereld zich te gelde gaat maken.
Hij wordt aangespoord door de charismatische geestelijke Abdul Aziz Ghazi, een ISIS supporter en bondgenoot van de Taliban, voert al een jihad, namelijk tegen zijn eigen Pakistaanse staat. In 2001 was ik zelf als verslaggever kort na 9/11 eens in de Rode Moskee en sprak daar toen een van zijn volgelingen. Niemand stak toen al onder stoelen of banken dat het hun droom was om een strenge versie van de sharia (islamitische wetgeving) op te leggen voor het hele land, ze wilden een voorbeeld zijn voor de rest van de wereld.
Het duurde echter tot 2007 voordat de overheid, onder druk van het westen, ingreep. En dat dedzen ze hardhandig, zien we ook terug in de documentaire die archiefbeeld gebruikte. Aziz's moeder, broer, enige zoon en 150 studenten sneuvelden daarbij. Dit is voor Aziz aanleiding voor die persoonlijke oorlogsverklaring vertelt hij terwijl hij duizenden kinderen klaarstoomt als zijn soldaten.
Veel ouders hebben geen benul dat hun kinderen zo les krijgen. Ze hebben hun zoon of dochter naar de Rode Moskee gestuurd, omdat ze zelf geen geld meer hebben om voor ze te zorgen. Op het Pakistaanse platteland verdienen families vaak niet meer dan twee dollar per dag, vertelt een dorpsoudste in Among the Believers. Aziz biedt gratis eten, kleren en onderwijs. Aziz, in de camera met een grijns: 'De democratie heeft gefaald, onze overheid heeft gefaald. Iemand moet het vacuüm vullen.' En dat doet Aziz dus met verve.
Op Aziz' scholen reciteren kinderen twaalf uur lang Koran verzen, in het Arabisch. Als een van de kinderen in de documentaire wordt gevraagd wat hij precies voorleest, moet hij het antwoord schuldig blijven. Geen idee, zegt ie. Toch leren ze wel wat. De kinderen leren bijvoorbeeld lezen aan de hand van afbeeldingen, passend bij elke letter van het alfabet. Geen boom, roos, vis. Maar de B van Basooka en Burqah.
De documentaire draait behalve om Talha en Aziz ook om de 12-jarige Zarina (zie afbeelding hier boven). Zij zit op een van de dependances van de koranschool van de Rode Moskee, in een dorp niet heel ver weg van de hoofdstad. In tegenstelling tot Talha weigert Zarina zich te conformeren aan de regels van Aziz en de zijnen. Ze vlucht over een hoge muur terug naar huis. Daar is intussen door de dorpsoudste van de opbrengst van een stuk land een school gebouwd, met wel normale lessen zoals Engels, computerles en rekenen. Alles lijkt voor haar goed te komen, totdat de taliban eist dat de school gesloten moet worden. Om meederere redenen valt voor Zarina dan alsnog haar toekomst in duigen.