Vier dansers en vijf acteurs delen de vloer in Roughhouse, een crossover-voorstelling van de in Duitsland werkzame Amerikaanse choreograaf Richard Siegal. Het decor is van papier, op de vloer liggen dikke valmatten. Maar eerst is er de gladgebekte presentator – het Keulse publiek kent hem als acteur Yuri Englert – die als publieksopwarmer dient. Met zijn absurdistische geklets drijft hij de stijlfiguur van de ontkenning op de spits. ‘Mevrouw, waar was u liever niet vandaan gekomen?’
Daarna is het publiek in Depot 1, het theater van Schauspiel Köln in de voormalige Carlswerkfabriek, daadwerkelijk getuige van een tv-programma: met een crew, een interviewer, een geïnterviewde, een camera en een microfoonhengel. Voor zolang het duurt, want er duiken stoorzenders op. Black Panthers. Of hebben deze terroristen toch een andere kleur? De voertaal is Engels, voor het gemak verschijnen er Duitse supertitels. Maar die blijken onbetrouwbaar – oeps, een computervirus.
Eenduidigheid is ver te zoeken in Roughhouse (letterlijk: ravotten), een voorstelling waarin veel tegelijkertijd gebeurt. Slapstick én een flard Oresteia plus een foto van een werk van Gordon Matta-Clark aan de wand. Richard Siegal beaamt het onmiddellijk: ‘There’s so much information.’ De huidige mediamaatschappij – gebrekkige informatieoverdracht – is het onderwerp. Daaronder borrelen ras- en genderissues, thema’s als Me Too, nepnieuws, politieke correctheid en de fascinatie voor geweld.
Een potje rouwdouwen dus. ‘Een stoeipartij is in feite een speelse manier om kennis te maken met agressie, macht en onderdanigheid,’ zegt hij. ‘Ik zie het als een socialisatieproces: je leert je eigen grenzen kennen en die van een ander. In die zin is Roughhouse een metafoor voor hoe je hartgrondig van mening kunt verschillen en toch tolerant kunt samenleven.’