In Tiefer Schweb van Christoph Marthaler probeert een groepje ambtenaren in een geheime ruimte diep in het Bodenmeer tot de oplossing te komen van een paar netelige kwesties. Over een resistente bacterie gaat het, en Weisswurst en urinoirs.

De kapitein van het plezierschip MS Kreuzlingen heet via de omroepinstallatie zijn passagiers, de mensen in de zaal tijdens de voorstelling Tiefer Schweb, van harte welkom. We zullen een prachtige tocht gaan maken over de Bodensee, het meer tussen Duitsland, Zwitsersland en Oostenrijk, zegt hij. Alleen is het sinds enige weken helaas verboden om over het diepste punt te varen, omdat precies daar een boot ligt waarvan de opvarenden in afwachting zijn van opname in een van de drie aangrenzende landen.

Ondertussen bevindt zich 243 meter lager in een geheime ruimte onder water, kamer 55b geheten, een groepje ambtenaren dat zich over een aantal lastige vraagstukken moet buigen, zoals het oprukken van een resistente bacterie.

De zes mannen en twee vrouwen zitten aan een tafel, ontvangen post van boven via een multifunctionele toegangspoort, verliezen zich in opsommingen of vinden elkaar in meerstemmige zang. De toeschouwers zullen hen gedurende de twee uur dat dit raadselachtige toneelavontuur duurt, vergezellen.

Tiefer Schweb

Christoph Marthaler

Stadsschouwburg Amsterdam

Donderdag 28 juni, vrijdag 29 juni en zaterdag 30 juni, 20.30 uur

Meer info

Een pleziertochtje maar dan anders, voor degenen die het werk van Christoph Marthaler (1951) kunnen waarderen. De Zwitserse (muziek)theaterregisseur ontving eind maart de International Ibsen Award, die tweejaarlijks wordt toegekend aan een theatervernieuwer. Marthaler is volgens de jury die deze ‘Nobelprijs voor het theater’ uitreikt ‘al meer dan dertig jaar een van de belangrijkste en meest vooraanstaande regisseurs ter wereld’.

Vorig jaar juni ging zijn Tiefer Schweb in München in première, een stuk dat hij op uitnodiging van de Münchner Kammerspiele maakte; iets wat hij in 2002 voor het laatst had gedaan. De recensies waren juichend: ‘ein Juwel auf dem Spielplan’, ‘verdienter Jubel’, ‘ein schräg-charmantes Bühnenwunder’.   

geen gestreste mensen

Behalve een aantal spelers van het Münchner Kammerspiele-gezelschap (onder wie Annette Paulmann, die in 2017 met de Theaterpreis der Landeshauptstadt München werd geëerd) zien we een paar vaste Marthaler-medewerkers op het podium, zoals Jürg Kienberger (1958) en Ueli Jäggi (1954). De eerste is een muzikale tovenaar, de tweede acteert zowel in speelfilms als in televisieseries en theaterproducties. Beiden komen net als Marthaler uit Zwitserland en werken al decennialang met hem samen. Wat verbindt de leden van dit ensemble? ‘Een speciaal gevoel voor humor, muzikaliteit en veel geduld,’ meent Kienberger. ‘Gestreste mensen passen minder bij de manier waarop Marthaler de totstandkoming van een voorstelling aanpakt, want bij hem gaat alles langzaam.’ ‘We merken pas hoe uitzonderlijk dat is wanneer we met acteurs van buiten werken en hun verbazing zien,’ vult Jäggi aan.

Angela van der Elst: 'Er komen zowel Zwitserse volksliedjes als Bach voorbij, naast de meezinger 'Die Fischerin vom Bodensee' en 'A Whiter Shade of Pale'.'

Weißwurst

Hoewel de een in het functieoverzicht behalve bij de acteurs ook onder ‘concept’ genoemd wordt (Jäggi) en de ander bij ‘muzikale leiding’ (Kienberg), zijn ze zelf minder strikt wat betreft die rolverdeling en wie precies wat inbracht.

Jäggi: ‘Het eerste idee was om iets onder water te doen.’ Kienberger: ‘Toen kwam Marthaler met een plattegrond van de omgeving van de Bodensee en daarop stond “Tiefer Schweb” bij het diepste punt.’ Jäggi: ‘Dat was zo’n vreemde naam dat we die wilden behouden.’

Tijdens repetities komt iedereen met invallen,’ zegt Kienberger. ‘We zingen wat, proberen dingen uit. Ik weet niet hoe we erop kwamen om drie orgels het toneel op te rijden, zoiets ontstaat tijdens het spelen. Het is een vloeibaar proces, niet heel hiërarchisch.’ En als een van die orgels onverwacht een bizar geluid geeft tijdens het opstarten, moet dat vervolgens avond na avond in de voorstelling komen. ‘Maar dan is het wel weer de kunst dat de toon niet te vals is.’

Of wanneer Kienberger aangeeft dat hij wegens artrose geen accordeon zal kunnen spelen, ontstaat het plan om het instrument op een verrijdbaar statief te zetten, met een onverwacht komisch effect. ‘Het repetitieproces is een potpourri en gaandeweg, wanneer we een basis hebben die uit wat tekst en liedjes bestaat, neemt Marthaler meer de leiding en vervullen wij ónze rollen.’

Een kenmerk van het oeuvre van Marthaler, oorspronkelijk opgeleid als hoboïst en blokfluitspeler, is het muzikale gehalte. In Tiefer Schweb komen zowel Zwitserse volksliedjes en Bach voorbij, als de meezinger Die Fischerin vom Bodensee en A Whiter Shade of Pale.

Tussen die gezongen bedrijven door bespreken de ambtenaren op hun onderzeese missie procedures waarvoor resoluties zijn vereist (Kienberger: ‘Zo’n soort conferentie is typisch Zwitsers.’). Het gaat over hygiëneregels, de samenstelling van Weißwurst (een Beierse specialiteit), urinoirs en de naam van het Bodenmeer in het Frans, Koreaans, Hongaars en vele talen meer. Want absurdisme, ook dat behoort tot het stijlregister van Marthaler.

Op een oplossing van de met wisselende druk worstelende vergaderaars hoeven we dan ook niet te rekenen. En de kapitein, die laat niks meer van zich horen.