Kronos Quartet neemt zijn eigen kleine wereldmuziekfestival mee naar Amsterdam. Tijdens het slotconcert delen de Amerikaanse strijkers het podium met de Malinese groep Trio da Kali. Violist David Harrington over het balafonspel van Fodé Lassana Diabaté: ‘Dichterbij Bach zal ik nooit meer komen.’

Violist David Harrington, oprichter en artistiek leider van Kronos Quartet, zal de kennismaking met Hawa Diabaté, de zangeres van Trio da Kali, niet gauw vergeten. Zij begroette hem in Londen met een onvervalst loflied, naar goed Malinees gebruik. Het bracht een kortsluiting in zijn hoofd teweeg, zegt Harrington. Via skype is goed te zien dat de herinnering hem – opnieuw – emotioneert. ‘Ik had nog nooit zoiets meegemaakt. Haar stem bracht die van gospelzangeres Mahalia Jackson in herinnering. En ineens moest ik denken aan Martin Luther King, die een fan van Mahalia was. Zij belde hem weleens en zong dan door de telefoon voor hem.’

Mahalia Jackson blijkt een belangrijke inspiratiebron voor Ladilikan, de cd die Kronos Quartet en Trio da Kali vorig jaar hebben gemaakt. In drie dagen tijd namen ze het album in Londen op. Een selectie van dit repertoire brengen ze ten gehore in Amsterdam, waar Kronos Quartet een dag lang de programmering van het Muziekgebouw aan het IJ en het Bimhuis voor zijn rekening neemt. Het is een compacte versie van het Kronos Festival dat het strijkkwartet jaarlijks in San Francisco organiseert. Naast landgenoot Jherek Bischoff maken onder meer de Vietnamees-Amerikaanse Vân-Ánh Võ en de Iraanse zangeres Mahsa Vahdat hun opwachting – en Trio da Kali.

Voor Harrington en zijn collega’s was de samenwerking die leidde tot Ladilikan op alle fronten een verrijkende ervaring. Het klassieke strijkkwartet blijkt wonderwel samen te gaan met instrumenten als de balafon en de bas-n’goni, afkomstig uit de West-Afrikaanse griottraditie. ‘Fodé Lassana Diabaté speelt balafon, een soort xylofoon. Hij heeft me verbijsterd met zijn spel. Tussen de opnames door deed hij de meest waanzinnige improvisaties, om iedereen in de juiste stemming te krijgen, maar ook als concentratieoefening voor zichzelf. Het moeten honderden variaties zijn geweest, die wel uit hem leken te stromen. Ik realiseerde me: dichterbij Johann Sebastian Bach zal ik nooit meer komen.’

(Tekst loopt door onder de video)

Kronos Sessions

Kronos Quartet, Trio da Kali, Jherek bischoff, Vân-ánh Võ, Mahsa Vahdat, Ragazze Quartet, Ebonit Quartet e.a.

Muziekgebouw en Bimhuis

Zondag 17 juni vanaf 13.00 uur

Meer info

Ladilikan

Kronos Quartet, Trio da Kali

Muziekgebouw

Zondag 17 juni 21.00 uur

Meer info

Zegt u daarmee dat het verschil tussen westerse en niet-westerse muziek eigenlijk niet bestaat?

‘Toen ik twaalf was en muziek voor viool zocht, vond ik alleen Beethoven, Haydn, Mozart en Schubert. Ik herinner me scherp dat ik op een keer naar een globe keek en ineens dacht: alle muziek die ik speel, komt van vier gasten uit praktisch dezelfde stad en periode. Dat is toch vreemd? Sindsdien is dat mijn credo: learn more. Het is een continue verrijking van het idee van wat een strijkkwartet kan zijn.’

David Harrington: ‘Ik realiseerde me: alle muziek die ik speel, komt van vier gasten uit praktisch dezelfde stad en periode. Dat is toch vreemd?’

De niet-westerse samenwerkingen van Kronos Quartet zijn spraakmakend. Hoe is die exploratiedrift ontstaan?

‘Eind jaren zestig hoorde ik op de middelbare school in Seattle voor het eerst Afrikaanse muziek, uit Ghana. De warmte en kracht daarvan deden me beseffen dat ik een gelukkig mens zou zijn als ik er ooit in zou slagen om mijn viool zo te laten klinken. Toen we in 1973 met Kronos Quartet begonnen, was dat een van de uitgangspunten. Op dat moment bestond er geen repertoire voor strijkkwartet uit Afrika. Het zoeken en vinden van repertoire, het aftasten en vertalen van genres, kost veel tijd. Daarom is Jacob Garchick, die sinds jaar en dag arrangementen voor ons maakt, ook zo belangrijk. De progressie verloopt niettemin traag.’

In hoeverre is Ladilikan een vervolg op Pieces of Africa (1992)?

‘Dat waren stukken van componisten die op dat moment allemaal niet meer in Afrika woonden. Hamza el Din leefde in Oregon, Kevin Volans in Ierland. Met Ladilikan zijn we in allerlei opzichten een stuk verder: de samenwerking is gelijkwaardiger geworden.’

Het Kronos Quartet

Heeft de mondiale blik van Kronos Quartet een politieke ondertoon?

‘Niet expliciet, maar soms ontkom je er niet aan. Gisteravond hebben we twee jonge strijkkwartetten van het Amerikaanse leger gecoacht, voor een concert in de Chinese ambassade van Washington. De hoeveelheid actuele betekenislagen is eindeloos, als je daar even over nadenkt. We hebben met hen een stuk ingestudeerd dat de Chinese componiste Wu Man schreef voor ons project Fifty For The Future [ten behoeve van modern kwartetrepertoire voor de training van vioolstudenten – JT]. De ironie ontgaat me niet: in 1967 heb ik alles gedaan om dat verdomde Amerikaanse leger te vermijden. En nu ben ik deze militairen aan het coachen. Maar deze musici bleken zo open. We moeten iedere gelegenheid aangrijpen om de muzikale kaders te verruimen.’

Bestaat er zoiets als de Kronosmethode?

‘Iedereen die muziek doceert, zou deze houding moeten hebben: luister zoveel je kunt. Het duurde 45 jaar voordat ik de Indiase violiste N. Rajam leerde kennen. Vervolgens dacht ik: waar ben ik al die jaren mee bezig geweest? Rajam studeerde met zangers, niet met violisten. Haar spel klinkt daarom zo prachtig vloeiend. Hetzelfde geldt voor de eerste keer dat ik de Iraanse zangeres Mahsa Vadhat en de Vietnamese muzikante Vân-Ánh Võ hoorde, met wie we nu naar Amsterdam komen. Ik wil die sensaties en de ervaringen die wij hebben met niet-westerse componisten en musici overbrengen op andere mensen.’