In de historische figuur van Gesualdo, de renaissancecomponist, is de tegenstelling tussen weerzinwekkend en onweerstaanbaar in optima forma aanwezig. Theatergezelschap De Warme Winkel lust er pap van. Hun kompanen van het Nederlands Kamerkoor grijpen soms in. Een bezoek aan het repetitielokaal. ‘Waar het botst, is het mooi.’

Je hebt het Nederlands Kamerkoor, een gevierd ensemble dat klassiek repertoire vertolkt. Keurige mensen, academisch geschoold, jasje dasje. Daar zet je tegenover het meest anarchistische theatergezelschap van Nederland: De Warme Winkel. Een gezelschap dat niet vies is van naakt op het toneel, ronkende kettingzagen en liters nepbloed. Die partijen laat je samen een voorstelling maken: Gesualdo – over de Italiaanse buitenissige componist uit de Late Renaissance.

Vandaag proberen vijf acteurs van De Warme Winkel in een oefenruimte in Amsterdam-West scènes uit. Morgen is de eerste repetitie met het koor – een spannende confrontatie. De acteurs denken vast vooruit wat ze dan willen doen en hoe dat zal verlopen. Eerst een onconventionele warming up, om het ijs te breken. Actrice Mara van Vlijmen stelt een serie theateroefeningen voor waarbij de acteurs samen met de zangers en zangeressen in een diagonaal over het podium gaan en opdrachten krijgen als: ‘doe de dans van de trillende tieten’. Of ‘de dans van de brave bulldozers’. Of ‘de dans van de kolderieke kelders’.

Vervolgens wordt er gebrainstormd over een mogelijke opkomst van het koor. Vincent Rietveld, een van de oprichters van De Warme Winkel, laat op de laptop repetitiemateriaal van die ochtend zien. De acteurs schrijven thuis scènes, die vervolgens worden uitgeprobeerd. We zien Florian Myjer als een geblackfacete monnik aan een tafel een bord pasta met rode saus eten. Achter hem staat Ward Weemhoff een historische sprongdans te doen (de gaillarde) en Marieke de Zwaan springt in haar blootje rond op een skippybal. De soundtrack over de scène heen is een eclectische mix van tarantella, klassiek, trashmetal en andere botsende stijlen.

Gesualdo

Het Nederlands Kamerkoor / De Warme Winkel

Stadsschouwburg Amsterdam

Donderdag 21 juni (try-out), vrijdag 22 juni, zaterdag 23 juni, 20.00 uur; zondag 24 juni, 15.00 uur; maandag 25 juni 20.00 uur

Meer info

53 messteken

Over de componist Don Carlo Gesualdo (1566-1613) doen de wildste verhalen de ronde. Hij liet uit jaloezie zijn vrouw en haar minnaar vermoorden en sneed vervolgens haar buik open met 53 messteken. Haar kind, een vermeend bastaardkind, schommelde hij dood terwijl hij een koor liet zingen om het geblèr te overstemmen.

Verwacht geen biografie op het toneel. ‘We zijn geen narratief gezelschap, dus we hebben meestal geen verhaal met een kop en een staart’, verklaart Vincent Rietveld. ‘Soms is een discussie leidend en verhouden de scènes zich tot die discussie. Nu is het vooral het thema dat ons fascineert: datgene dat weerzinwekkend en tegelijkertijd onweerstaanbaar aantrekkelijk is. Gesualdo was monsterlijk, maar maakte prachtige muziek. In deze tijd verafschuwen we Donald Trump, maar we kunnen tegelijkertijd niet wachten op zijn volgende tweet. We kijken porno terwijl we weten dat het eigenlijk niet hoort. En we willen in de roddelbladen alles lezen over een bekend iemand die zijn vrouw 29 keer in haar punani heeft gestoken. De clash tussen schoonheid en lelijkheid – daarin willen we grenzen verkennen. Waarom vinden we films van Quentin Tarantino goed? Omdat je wilt zien wat je zelf niet doet. Dat is in mijn optiek de taak van de kunst: dat daar alles gebeurt wat in ons dagelijkse leven abject is.’

Over het decor kan Rietveld nog niet veel verklappen. Wat hij voor ogen heeft, is een geabstraheerd performancepaleis. Een inspiratiebron is de centrale hal in de film Salò o le 120 giornate di Sodoma van Passolini. ‘Misschien gooien we de eerste dertig minuten van de voorstelling de gruwelijkheid van Gesualdo op het podium, met veel poep en bloed. En komt daarna het Kamerkoor op. Gesualdo’s biografie is dan een beetje de prelude voor de discussie over het aantrekken en afstoten. Vorige week tijdens de repetitie had Ward Weemhoff een goede act, waarbij we eerst Florian en Marieke semi-erotisch tussen kandelaars over elkaar heen zagen bewegen. Daarna kwam Ward op met een motorzaag, veel bietensap en een gazonsproeier met een bloedpomp. Gruwelijk, mooi en hilarisch.’

Vincent Rietveld: ‘Sommige jonge theatermakers vinden ironie een postmodern stijlmiddel waarmee je mensen buitensluit. Ik vind dat onzin.’

Nette club

De grenzen worden met redenen verkend en getreden. ‘Het Nederlands Kamerkoor is een wel erg nette club’, zegt Rietveld. ‘Laatst deden we een scène met Florian. Het was een ruwe stoeipartij, we kietelden hem zodanig dat het bijna een marteling werd. Enkele mensen van het koor keken toe, maar konden dat niet aan en onderbraken het stoeien. Dat vind ik spannend. Waar het botst, is het mooi.’

Hij ziet het theater steeds braver en politiek correcter worden. ‘Je wordt als toeschouwer nooit meer gemarteld, bij wijze van spreken. Mensen zappen weg als ze niet worden behaagd. Zwart schminken om te doen alsof we zwart zijn, mag niet meer. Voor- en tegenstanders maken elke discussie onmogelijk omdat ze steeds hardere posities innemen en zich daarmee ingraven. Er is geen ironie meer, alle conclusies liggen bij voorbaat vast. Sommige jonge theatermakers vinden ironie een postmoderne uitingsvorm waarbij je je niet engageert en waarmee je andere mensen buitensluit. Ik vind dat onzin. Wij gebruiken ironie en parodie als stijlmiddelen om ergens doorheen te breken; om recht van de ene ziel tot de andere ziel te spreken. Je wilt naar het theater om door façades heen te breken en op plekken terecht te komen waar je anders niet komt.’