Marie Vinck van FC Bergman las Gaddis’ meesterwerk JR en was verkocht. Met veertig acteurs en figuranten brengt het Vlaamse gezelschap de roman op het toneel. ‘We moesten we opeens heel erg concreet worden met taal, heel veel taal.’

‘Spelen om te winnen, dat is de enige regel.’ Schooljochie JR Vansandt krijgt dat motto mee van een directeur van een groot mondiaal bedrijf tijdens een schooluitje naar de beurs. Die raad neemt hij ter harte en niet zo’n klein beetje ook. In de roman JR van de Amerikaanse schrijver William Gaddis en in de gelijknamige theatervoorstelling van FC Bergman is de aankoop van een enkel aandeel, door JR’s klas, de opmaat naar een glorieuze beurscarrière van een elfjarig vraatzuchtig geldmonster. JR schetst hoe een minderjarige de mensen in zijn omgeving te gronde richt in het spel dat hyperkapitalisme heet.

Gaddis’ boek stamt uit 1975, maar het thema blijft meer dan actueel, zeker na de mondiale kredietcrisis, die ook een kritische film als The Big Short opleverde. Die crisis was, volgens Marie Vinck, actrice en medeoprichter van FC Bergman, niet de reden om Gaddis’ magnum opus op de planken te brengen.

Vinck: ‘Toen ik het las, werd ik meteen geraakt door de personages en de rijke verhaallijnen tegen de achtergrond van een alles beheersend kapitalistisch systeem. De manier waarop dat systeem zijn invloed uitoefent, wordt door Gaddis zo intelligent beschreven, dat ik dit boek omarmde en het verhaal verder wilde vertellen.’

Zo werden 726 pagina’s aan sociaal commentaar omgebogen tot een voorstelling die net zulke Wagneriaanse proporties heeft als Gaddis’ meesterwerk. JR is een samenwerking tussen Toneelhuis FC Bergman, de Koninklijke Vlaamse Schouwburg, NTGent en Olympique Dramatique. Het vier uur durende stuk heeft een cast van meer dan veertig acteurs en figuranten. De actie speelt zich af in een bouwwerk van vier verdiepingen – ‘the building’ – dat van vier kanten wordt bekeken door het theaterpubliek.

JR

FC Bergman

Centrale Markthal Foodcenter Amsterdam

Zaterdag 16 juni, zondag 17 juni, maandag 18 juni, 19.00 uur

Meer info

Kolfje naar de hand

Zo’n megaproject is echt een kolfje naar de hand van de Vlamingen. Voor de voorstelling Van Den Vos (2013) zetten zij al de Antwerpse Bourla Schouwburg onder water en voor Het Land Nod (2015) bouwden zij de Rubenszaal van het Museum voor Schone Kunsten op ware grootte na. Maar Gaddis’ boek plaatste het gezelschap ook voor een probleem: JR is geheel uit dialogen opgebouwd, terwijl FC Bergman grossiert in woordloze voorstellingen van het grote gebaar.

Vinck: ‘Waar we doorgaans een decor van enorme proporties gebruiken waarin haast mythische figuren beelden maken met een universele betekenis, moesten we hier opeens heel erg concreet worden met taal, heel veel taal.’

Een dramaturg werd in de arm genomen, maar die haakte af. Hij vond JR onmogelijk om te bewerken. Dus ging Vinck zelf aan de slag. In vier maanden tijd bracht ze de 726 pagina’s terug tot een samenvatting van 150 pagina’s. Die moest als basis dienen voor een script.

‘Een groot probleem was dat het boek ongelooflijk ingenieus in elkaar zit. Als je op pagina 65 een nieuwe naam tegenkomt waar je geen acht op slaat, blijkt die op pagina 325 terug te komen. Je kunt dus niet zomaar van knip knip doen; dan valt het geheel als een kaartenhuis in elkaar.’

Om recht te doen aan de caleidoscopische wirwar van relaties en locaties in New York, waar het verhaal zich afspeelt, verzon het theatergezelschap ‘the building’. Het is een uit vier etages en diverse ruimtes opgetrokken toren, die fungeert als speelruimte. Die maakt het mogelijk om scènes op verschillende locaties kort na elkaar en soms gelijktijdig te spelen. De kijker die geen zicht heeft op een bepaalde scène, omdat hij/zij net aan de verkeerde kant zit, wordt bediend met live filmbeelden.

Marie Vinck: ‘Het boek steekt heel ingenieus in elkaar. Je kunt dus niet zomaar van knip knip doen; dan valt het geheel als een kaartenhuis in elkaar.’

Metafoor

De overvloed aan beelden, personages en gebeurtenissen maakt dat je pas later tot een belangrijk besef komt. De hoofdfiguur, de naamgever van het stuk, is maar een beperkt aantal keren in actie te zien.

Een bewuste keuze, aldus Vinck. ‘Als persoon is JR een metafoor, een vleesgeworden mechanisme. Je kunt hem niet eens een kwade genius noemen, want hij heeft geen moreel besef. Het beeld van het kapitalisme als een elfjarig kind dat een spel speelt zonder normen en waarden, is een mooi symbool, maar geen gelaagd personage.’

Meer dan JR zelf, zie je de teloorgang van de andere personages. Die van Edward Bast bijvoorbeeld, de jonge componist die zijn dromen in de ijskast stopt om als stroman voor JR te fungeren en uiteindelijk aan diens verstand probeert te peuteren dat er meerdere waarden bestaan dan alleen maar economische.

Vinck: ‘Dat is voor mij de crux van het stuk. Er bestaat een manier van denken die zegt dat alles in geld valt uit te drukken, in bruikbaarheid, in nut. Dat vind ik vreselijk.’

Zit er in JR dan een boodschap, is dit een verkettering van het kapitalisme?

Vinck: ‘Nee, nee, we hoeden ons voor pamflettisme. We willen eerder het mechanisme laten zien. Hoe zou je als moderne westerse mens het kapitalisme kunnen verketteren? Ja, afgezonderd op een berg met je eigen moestuintje misschien. Kapitalisme is een monster, maar een monster dat je niet kunt verslaan. Je moet eerder een manier vinden om ermee te leven.'