In een repetitieruimte zitten zes mensen rond een tafel. Vier acteurs, een vormgever en een componist. Ze hebben het over het vinden van een koor, blauwe trollen met erecties, op afstand bestuurbare dildo’s en het creëren van verwarring: in welke wereld spelen de situaties zich af die zij nu nog aan het bedenken zijn, de echte of de virtuele? Het zou mooi zijn als bezoekers zich dat straks afvragen. En gaan ze hun teksten misschien zingen? Wordt dit daarmee dan een musical? Ook de kledingkeuze komt voorbij, zullen ze allemaal in het beige het toneel opgaan? Wat is dat eigenlijk voor kleur? Maar vallen ze daarin niet weg tegen de zaal?
Tijd voor een korte pauze, daarna voor het aan elkaar laten zien van thuis voorbereide acts. Wie weet zit er iets bruikbaars bij.
Welkom bij Wunderbaum, het Nederlands-Vlaamse theatercollectief dat zich in 2001 vormde. Walter Bart, Wine Dierickx, Matijs Jansen, Maartje Remmers en Marleen Scholten – op Jansen (1976) na allemaal geboren in 1978 – studeerden dat jaar af aan de Toneelacademie Maastricht en besloten, eerst onder de naam Jonghollandia, samen verder te gaan. Van het begin af aan werkt het vijftal in principe zonder regisseur en op toepasselijke locaties, waaronder een bijstandswoning, een legertent en een winkelcentrum, maar veel is flexibel. Zo speelt niet altijd iedereen mee, of huren ze soms extra acteurs in, al dan niet professionele.
Hun voorstellingen, vormgegeven door Maarten van Otterdijk, ontstaan uit improvisaties gebaseerd op thema’s uit de actualiteit. Zo is het inmiddels onder andere over megasteden gegaan, verkiezingen, Berlusconi, een om zich heen schietende Amerikaanse middelbare scholier, asielzoekers en de verzorgingsstaat. Er kwam een theaterconcert voorbij en een paar bewerkingen van een Poolse filmreeks. Behalve in thuisbasis Rotterdam heeft Wunderbaum van Teheran tot Berlijn en van Los Angeles tot Gent opgetreden.