Het aanbod op de Dutch Design Week 2016 is overweldigend, maar dankzij deze aanraders zie je de bomen door het designbos. Dit zijn de tien toptips van de VPRO.

Sectie C

Op Sectie C wordt er geproduceerd. Natuurlijk hebben de ontwerpers die er huizen hun best gedaan hun werk zo aansprekend mogelijk te presenteren, maar als er één plek is waar het thema van deze editie van de Dutch Design Week als een handschoen past, dan is het Sectie C. Dat thema luidt The making of en op het voormalige fabrieksterrein in Tongelre, net buiten de stad Eindhoven, loop je letterlijk de werkplaatsen van de ontwerpers binnen, sommige vol imposante machines. Tussen de verschillende hallen staan vuurkorven en eet- en drankketen, wat goed uitkomt, want je kunt hier met gemak een paar uur doorbrengen.

Bij Collaboration O in hal 6 houden maar liefst 13 ontwerpers kantoor. In een studentenhuisachtige setting wordt er gewerkt, soms geslapen, en geëxposeerd.

Sander Wassink heeft voor zijn kantoor een strandje neergelegd. Dat leek ‘m wel wat; met vrienden en andere geïnteresseerden onderuit gezakt in een strandstoel naar zijn werk kijken. Dat werk bestaat uit lampen, foto’s en  zwembroeken. Wat ze gemeen hebben, is dat alles is gemaakt van iets wat er al was. Zo zijn de kleurrijke, hip ogende schoenen op de foto’s onder meer gemaakt van onderdelen van goedkope schoenen van prijsvechter Primark. De zwembroeken zijn namaak-Nikes, die Wassink rijkelijk heeft laten borduren door ambachtslui uit de buurt van de Marokkaanse stad Fez. De nep-Nikes worden geproduceerd in een grote fabriek, een dorp verderop. Wassink maakt op die manier van een massaproduct iets origineels. Bovendien wil hij met zijn ontwerp lokale rijkdom benadrukken.

Locatie: Sectie C, Tongelre

Graduation Show

De ontwerpwereld kijkt elk jaar reikhalzend uit naar het verse talent dat afstudeert aan de Design Academy. De Graduation Show is dan ook een niet te missen DDW-expositie, die zich over drie verdiepingen uitspreidt. Veel activisme, zo introduceert bestuursvoorzitter Jurriënne Ossewold haar studenten. Er wordt dus heel hard nagedacht en ontworpen over thema's als gender, vluchtelingen, privacy en het milieu. Maar dat betekent niet dat deze tentoonstelling niet vermakelijk of oogstrelend is.

Een ontwerp als Wesley Nieuwenhuizens Plastival, een kar voor op festivals waarin plastic afval in een suikerspinnenmachine wordt omgesmolten tot teenslippers en petjes, laat zien hoe feestelijk milieubewust kan zijn. Net als de papieren bankjes van Woojai Lee, gemaakt van oude kranten, en de uit – ­ hou je vast – ­ fijnstof samengeperste stenen en bakjes van Thomas Missé.

Recycling is dus een dominant thema op de expo. Al helemaal leuk is dingen maken uit geluier, zoals Dion Soethoudt doet. Hij creëerde een manier om de energie die vrijkomt als hij zich omdraait in bed om te zetten in een mooi krukje. Ook niet te missen in het recyclethema: de lamp Inside Out van Kathrine Barbo Bendixen. Gemaakt van opgeblazen koeiendarm, en toch prachtig.

Maar er is nog véél meer, over nog véél meer: van een speeltuin voor kinderen in oorlog tot performancekunst tot onweerstaanbare lichtschakelaars. Neem maar een paar krentenbollen mee, want op deze drie verdiepingen barstensvol talent ben je wel even bezig.

Locatie: Design Academy

MU: For Play, Shaping Sexuality

Dat design meer is dan meubels en stoelen en veel facetten van ons dagelijks leven bestrijkt, is de laatste jaren wel duidelijk, zeker op de Eindhovense DDW. Vluchtelingenprobleem, huisvestingkwesties, infrastructuur, de zorg… zo’n beetje alle maatschappelijke kwesties kwamen wel voorbij, maar de drempel van onze slaapkamer kwam design niet over – er zijn grenzen blijkbaar. Daar heeft MU nu verandering in gebracht. Seks – daar gaat de tentoonstelling dit jaar over, met 37 werken van 34 ontwerpers die op de een of andere manier over seksualiteit en design handelen.

Hoe kan seks leuker, vrijer, speelser en intiemer en welke rol kan ontwerp daarbij hebben? Denk aan een masturbatiepak (ontwerp van Maud van der Linden) om het taboe rondom masturbatie onder vrouwen te lijf te gaan. Of denk aan een fort gemaakt van kussens (van Jan Pieter Kaptein), waar je in kunt liggen en kussengevechten kunt houden – de slaapkamer als vrije speelplek, is het idee achter dit ontwerp. Seksualiteit is ook vooral intimiteit; het gaat in de slaapkamer immers niet alleen om de daad. Wat we sowieso aantrekkelijk vinden aan deze tentoonstelling is dat het hier niet uitsluitend gaat om het je vergapen aan design of overbrengen van een intellectueel verhaal; ‘please, do touch’ staat hier op diverse plekken. Bij deze tentoonstelling mag je namelijk lekker veel doen, al dan niet door gummibeertjes ergens in te stoppen; maar daar zullen we niet al te veel over verklappen. 

Locatie: MU, Torenallee 

A Home Away From Home

Hoe kun je vluchtelingen op een goedkope manier iets mooiers en gezelligers bieden dan een koude container, tent of sporthal? Het antwoord zie je bij A Home Away From Home: een wedstrijd van het Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers (COA) en Rijksbouwmeester Floris Alkemade, waarvan de zes winnaars te zien zijn op de Dutch Design Week. De ontwerpen lopen uiteen van hergebruikte boerenschuren tot ruimteschipachtige optrekjes.

Met hun driehoekige, volledig demontabele Solar Cabin trekken Bram Zondag en Arjan de Nooijer tijdens het opbouwen op het Stadhuisplein al veel bekijks. Een strak ontwerp, maar toch een knus huisje. Met een groot schuin dak vol zonnecellen – en dat is niet zomaar omdat het hip is om overal zonnecellen op te gooien. Bram Zondag legt uit: ‘Over vluchtelingen hoor je nogal eens: niet in mijn achtertuin. Met de Solar Cabin hebben we een huisje gemaakt dat 1,5 à 2 keer zoveel energie oplevert als het verbruikt. Zodat het de omgeving concreet iets oplevert en mensen zeggen: graag in mijn achtertuin!’

De twee architecten houden zich vaker bezig met bouwen met minimale middelen. 'Dus toen we deze wedstrijd zagen wisten we meteen: dit moeten we doen. Hoe koel is het als je met je ontwerp iets kan betekenen voor vluchtelingen?'

Misschien slaap jij binnenkort trouwens zelf in de Solar Cabin: er is voor dit zonnige tiny house ook veel belangstelling van recreatieparken.

Locatie: Stadhuisplein en Klokgebouw

Islamopolitan

Islamopolitan, het woord zegt het al, staat voor kosmopolieten met een islamitische achtergrond. Moslims verspreiden zich als globalisten over de wereld, culturen vermengen zich en ook al denkt Wilders er het zijne van: er is een beweging gaande van creatieven die zich op een nieuwe manier tot de islam verhouden en dat is cool. Het is heus: er bestaan vrije denkers binnen de islam. Waar dat creatief gezien toe leidt, is te zien op de tentoonstelling Islamopolitan op het Design Perron, op loopafstand van het Centraal Station.

Mobiele gebedskleden voor de drukke stedeling, die zo zijn kleed compleet met sloffen en gebedsketting kan uitrollen en klaar is kees. Moeite met bepalen in welke richting je je kleed moet uitspreiden? Dan is er een gebedskleed met gps, zodat je weet welke richting Mekka op is – een ontwerp van Soner Ozenc. Dat we in het Westen de islam associëren met terrorisme, wordt op de hak genomen met het ontwerp Flower Bomb: een soort bom met een bloem erin – een ontwerp dat ook te lezen is als salaam: een vriendelijk hallo, voor wie het Arabisch schrift beheerst.

De moderne stadsvrouw kan zich hullen in de multifunctionele ‘nomadische jurk’ van Azra Aksamija, waarvan afritsbare delen ook te gebruiken zijn als gebedskleed. Verder is in de jurk een kompas verdisconteerd (voor de richting naar Mekka), een gebedsketting en een sluier.

Veel van de ontwerpen betreffen nog prototypes,  maar het is een leuke opmars voor een nieuwe beweging die wat ons betreft flink mag uitdijen en flink zichtbaarder mag worden. O ja: er is ook nog leuke Arabische muziek terwijl je door de tentoonstelling wandelt.

Locatie: Design Perron, Fuutlaan

Mixed reality

Een groot deel van het design op DDW is alleen te bereiken met een dichte skibril op het hoofd. Het is opvallend hoeveel ontwerpers en tentoonstellingen gebruik maken van virtual reality, augmented reality, of een combinatie tussen die twee. Op zevende verdieping van het Veemgebouw opent het virtual experience center Enversed met de tentoonstelling Enversed Realities. Hier wordt in een virtuele ontdekkingsroute de wereld van gamedesign gekoppeld aan toepassingen in het bedrijfsleven. Zo kun je een virtuele stad bouwen en diepzeeduiken trainen.

In poppodium de Effenaar huist het Hyper Space Collective. ‘Aan entertainment doen we niet,’ zegt oprichter Frederike Manders. Hier zijn toepassingen van virtual reality te zien waar je echt iets aan hebt. Bijvoorbeeld een installatie waar lijders aan hoogtevrees op een smal balkje staan. Naast de vr-bril krijg je een koptelefoon op die ‘biofeedback’ geeft. Hoe rustiger je blijft, hoe hoger je komt te staan. Ook is er een bril die een epileptische ervaring imiteert en een vr-omgeving van een jonge architect waar je makkelijk een huis mee kunt inrichten.

Bij Age of Wonderland is de veelbesproken vr-ervaring van de Iranees Ali Eslami te zien. Die maakt het aantal doden van verschillende rampen voelbaar door de kijker midden tussen de body bags te plaatsen. Onder andere bij Maarten Baas kan de bezoeker de nieuwe HoloLens uitproberen: een bril die een laag over de bestaande omgeving heen plaatst. Je kunt zien hoe Baas' Tree Trunk Chair zich over tweehonderd jaar zal ontwikkelen, mits je zo slim bent geweest je vooraf op te geven.

Het nadeel van deze mixed reality is dat het alleen leuk is voor degene die het ondergaat; als een installatie toevallig bezet is, krijg je niets mee. Bovendien staat de techniek duidelijk nog in de kinderschoenen, want de virtuele realiteit is nog lang niet echt realistisch. Maar wie een bril opzet, beseft dat we aan het begin van een nieuw tijdperk staan, dat nu ook definitief is doorgedrongen tot de designwereld.

Diverse locaties

Maarten Baas Makes Time

De ambassadeur van de Dutch Design Week en het paradepaardje van de nationale ontwerpwereld heeft natuurlijk zijn eigen tentoonstelling. In het werk van Maarten Baas is tijd altijd een belangrijk thema. We zien zijn stoelen in chronologische volgorde opgesteld, een overzicht van zijn carrière.

Maar Baas nodigde ook andere ontwerpers uit om hun visie op tijd te geven. De prachtige strandbeesten van Theo Jansen en de vervliegende wijsheden op de installaties met verf en zand van Gijs van Bon. Het leukste is de cirkel met twaalf huisjes waar de bezoeker naar binnen kan gluren. Baas en verschillende collega’s maakten er tafereeltjes die iets met tijd te maken hebben, zoals een ruimte waar gewacht wordt of een verjaardag. Als je geluk hebt zie je echte mensen hun tijd doorbrengen in de huisjes.

Maarten Baas Makes Time is het best te bezoeken op een moment waarop er iets extra’s gebeurt. De acteurs zijn regelmatig te zien in de huisjes, de strandbeesten lopen maar eens per dag. Wie op tijd gereserveerd heeft, kan ’s avonds genieten van een diner van Sergio Herman in een theatrale setting.

Locatie: VDMA-gebouw

New Material Award

De zee is zout, wortels groeien onder de grond en in een boot kun je varen. Dat is allemaal waar, maar voor sommigen is de kous daarmee niet af. Van een rubberboot kun je namelijk een tas maken (handig als je te voet verder moet), met uit zee gewonnen zout kun je bouwen en van plantenwortels kun je textiel groeien.

Dat laatste deed Diana Scherer, met Interwoven. Zij is altijd al gefascineerd geweest door dat wat je niet ziet, maar er wel is, verklaart ze. Ze vond gelijkgestemden in Nijmegen, alwaar biologen van de Radboud Universiteit al jaren plantenwortels bestuderen, in een speciaal ‘wortellab’. Scherer ontwierp verschillende fijnmazige, ondergrondse mallen, waardoorheen ze de slanke wortels van tarwe liet groeien. Deels beïnvloedde ze daarmee het patroon dat de witte sliertjes vormden, maar voor een deel kozen ze hun eigen weg. Het resultaat is verbluffend. De matten die ze ‘maakte’ zouden niet misstaan in een mediterraan badhuis en de meerdere lagen van wortels zorgen ervoor dat het nog stevig is ook.

Of Scherer uiteindelijk echt bruikbare textiel van wortels kan maken, wil ze graag verder onderzoeken met de biologen uit Nijmegen. Bijna verontschuldigend merkt ze op: 'Ik ben hier ook maar een beetje ingerold, ik ben eigenlijk beeldend kunstenaar.'

Desalniettemin sleepte Diana Scherer met haar worteltextiel toch maar mooi de New Material Award 2016 in de wacht. De andere prijswinnaar is Olivier van Herpt, die zelf een 3D-kleiprinter bouwde, om keramiek te kunnen printen. Voor de prijs waren achttien kunstenaars en bijbehorende werken genomineerd, die allemaal zijn te zien in de Kazerne, in het centrum van Eindhoven. 

Locatie: de Kazerne

Intensive Care

Het menselijk lichaam is een mooi systeem, maar hapert soms aan alle kanten. Artsen, verzorgers en wetenschappers proberen de boel met kennis en kunde op te lappen – en ook ontwerpers dragen daaraan graag een steentje bij. Zo is te zien op Intensive Care, op de achtste verdieping van het Veemgebouw, op Strijp-S. 

Govert Flint weet dat de hersenactiviteit van muizen toeneemt in een kooi met lekker veel speeltjes, ten opzichte van een saaie, lege bak, en past dat gegeven toe op de leefomgeving van de mens. Hij ontwierp tafels om aan te friemelen en krukken en 'waterbankjes' om op te wiebelen. Die passen in zorginstellingen, maar ook gewoon op kantoor. Een plek waar hij zelf een paar maanden doorbracht en volgens eigen zeggen 'hersendood' raakte – en dat gunt hij niemand. 

Of je van het heftig flikkerende Citadels: lightscape van Matthijs Munnik beter wordt, hangt af van hoeveel aanleg je hebt voor epilepsie, maar van een dutje in de met matrassen en kussens ingerichte tent ertegenover wordt niemand slechter. Die is eveneens heftig, met de verschillende schreeuwerige prints, maar het model dat half in de tent hangt, legt uit dat het hier gaat om prints van meditatieve symbolen: Healing Prints. Ze wijst op haar lange jurk, die bij het ontwerp hoort en ook dergelijke symbolen bevat. Misschien leuk voor de outfits van verplegend personeel in ziekenhuizen. 

Ook doen: even kroelen met de 3D-breisels van Samira Boon, die het al goed doen in een tehuis voor mensen met zware dementie. En je op de witte wachtkamerstoeltjes vergapen aan de aandoenlijk voortkruipende, samengestelde klompjes vlees, bot en spier van Floris Kaayks The Modular Body

Om alles te laten bezinken, kun je nog even snel naar de allerhoogste oftewel de tiende verdieping, om te staren naar de Reflecting Holons. Simpelweg staren. Tip van ontwerper Jetske Visser: niet je hand erin steken. 

Locatie: Veemgebouw, Strijp-S

 

 

 

Broken White

Mathieu Meijers geeft al dertig jaar les aan de Design Academy over kleur. Alle studenten lopen met hem weg en zijn visie op kleurgebruik heeft dus al honderden, misschien wel duizenden ontwerpers geïnspireerd. Al zijn kennis gebruikte hij voor het cureren van de expositie Broken White in het Van Abbemuseum. Wat kiest iemand die zijn hele leven al over kleur nadenkt uit?

Meijers verzamelde jonge talenten en gevestigde kunstenaars en concentreerde zich op het thema ‘wij en zij’. Job Koelewijns titelwerk van de expositie hangt meteen aan het begin in een naar babypoeder ruikende zaal. Ook in de rest van de tentoonstelling worden alle zintuigen aan het werk gezet. Van doek van ultiem licht materiaal, tot het allerzwartste zwart, uniformen, vlaggen en antropologische indelingen van oog- en huidskleuren uit de jaren twintig.

De tentoonstelling is divers en laagdrempelig en een mooie staalkaart van alle disciplines die Design Week te bieden heeft. Het doet je wel afvragen waarom het campagnebeeld van dit jaar helemaal zwart-wit is.  

Locatie: Van Abbemuseum