De film INTERFACE confronteert de kijker met de effecten die schermen, social media en surveillance hebben op ons lichaam en onze identiteit. In eerste instantie lijkt de film misschien een doemscenario te schetsen van waar het met de technologische wereld naar toe gaat. Anna Hoetjes vertelt juist dat ze niet kritisch tegenover deze ontwikkeling staat, maar ze merkt wel op dat er van alles in rap tempo veranderd: “Ik weet nog heel goed dat ik principieel tegen een iPhone was. Mensen zeiden dat ze het relaxed vinden om op het pondje even snel hun mail te checken. Ik wil gewoon lekker naar het water kijken en de wind in m’n gezicht voelen. Ik merk dat ik het nu wel doe, dus dat soort overgangen gebeuren heel snel.”
De ontwikkelingen hebben juist ook een positief effect. “Laatst had ik een typisch moment op een feestje. Van iemand die ik heel lang niet had gezien, zag ik op Facebook foto’s van haar reis en zij had gezien dat ik bezig was met een film. Je weet best veel over elkaars leven ook al zie je elkaar een hele tijd niet.”
Tegelijkertijd merkt ze ook op welke negatieve effecten het op haarzelf heeft
“Er wordt wel eens gezegd dat er echt dopamine vrij komt als je een berichtje krijgt. Ik heb denk ik zelf ook die verslaving ontwikkeld. Heb ik nog een bevestiging dat de wereld van mij houdt?”’ vertelt Anna grappend.
“Ik dwing me ook om niet continu te kijken hoe het bijvoorbeeld met de crowdfunding staat, maar ik kijk best vaak. Stiekem.”
In de korte surrealistische film INTERFACE schetst Anna Hoetjes een toekomst waarin iedereen een spiegelend masker draagt en niemand ooit een gezicht heeft gezien. Dorst ging met Anna een pakketje versturen op de Haarlemmerdijk, kletste over augmented reality en fantaseerde over het verdwijnen van gezichten.
een ommetje
We besluiten om naar buiten te gaan, even weg van de schermen. Anna’s atelier ligt om de hoek van de Haarlemmerdijk. Ze vertelt me dat ze nog even een pakketje moet versturen. Anna zet het spiegelend masker op en we lopen naar buiten. We gaan testen wat er gebeurt als dit masker in het hedendaagse straatbeeld te zien is.
De mensen op straat kijken vrolijk. Veel voorbijgangers maken vanaf een afstand foto’s. Sommigen vragen aan mij of ze een foto mogen maken van Anna. Naast me staat het ‘object’ dat Anna net geworden is toen ze het masker opzette. Ik merk op mijn beurt dat ik amper naar Anna durf te kijken. Als ik tegen haar praat zie ik alleen een reflectie van mezelf.
“Van de zomer ben ik een keer met een prototype van het masker aan het IJ gaan staan. Mensen lachen veel. Nu is het inderdaad wel leuk dat er een man speciaal achter je aan komt rennen, een winkel in. ‘Ik moet hier een foto van maken, dit is echt te gek’. Dat soort reacties heb je dus ook.”
We belanden bij het postkantoor. De man achter de balie negeert volkomen dat Anna een masker draagt. Hij vraagt er niks over en verstuurt het pakketje alsof het de normaalste zaak van de wereld is. De mensen die wel iets durven te zeggen beginnen in het Engels te praten.
“Je bent ‘the other’ een vreemdeling, dat vind ik ook wel gek om te merken,” redeneert Anna. “Misschien omdat het zo’n toeristenplek is. Misschien ook wel omdat het on-Nederlands is om zo theatraal over straat te lopen.”
In een café verderop zet Anna het masker weer af. “Het is er toch wel erg benauwd.”
een selfie
“Ik denk dat ik binnenkort hier op straat ga vragen of mensen denken dat je op een dag meer de wereld via een scherm ziet dan daarbuiten,” zegt Anna. “Ik denk dat dat zo is.”
Volgens Anna is het heel naïef om te denken dat we de ontwikkeling van de versmelting van ons lichaam met technologie kunnen stoppen. “Het is onvermijdelijk dat het gaat gebeuren en juist daarom wil ik het er over hebben. Dat betekent dat je je bewust moet zijn van wat schermen doen met je waarneming en van wat camera’s doen met je identiteit en lichaam.” De hoofdpersoon in INTERFACE raakt door de situatie van ‘gezichtsloosheid’ vervreemd van zijn lichaam.
Een vraag die speelt in de film en waar ook de hoofdpersoon mee kampt, is hoe je je nog kan uitdrukken als je geen gezicht meer hebt. Ook nu gebruiken we de technologie om onszelf uit te drukken. Er zijn ontzettend veel social media waarin we onszelf tentoonstellen. In INTERFACE heeft het wegnemen van een gezicht niet geresulteerd in dat er geen selfies meer worden gemaakt.
“In een vorige versie van het script zat een scène waarin de personages allemaal om een kampvuur heen zitten. Ze maken groepsfoto’s waarop iedereen een reflectie van het vuurtje in zijn masker krijgt waardoor ze bijna een schilderij kunnen maken. Misschien wordt dat nog wel een video-installatie,” vertelt Anna.
“Daarnaast hebben de personages de mogelijkheid om via een app in te loggen op surveillancecamera’s en op die manier naar zichzelf te kijken. Ze hebben de camera als extern oog nodig.”
een memorystick
Anna verwacht dat mensen bereid zullen zijn om ‘de wereld zonder alle nieuwe technologie‘ op te geven als de mens er heel veel gemakken voor terug krijgt. “Over 50 jaar zit er een flinke Augmented Reality laag in onze waarneming.’”
In INTERFACE zit een scene waarin het heelal voor de ogen van de hoofdpersoon verschijnt. Iets wat nu indirect via een app ook al te zien is.
“Ik denk dat als we dan door onze ogen kijken niet alleen zien wat er nu voor ons staat, maar dat er nog veel meer informatie en beelden inzitten,’” voegt Anna toe.
“Je ogen worden als het ware een memorystick waarin fragmenten kunnen worden teruggespoeld.”
Op de vraag of we nog gewoon op straat zullen wandelen om bijvoorbeeld iets op de post te doen antwoordt ze: “Jawel. Ik denk dat het wandelen in de natuur heel diep in de mens zit. Als we alles alleen nog maar via Virtual Reality zien terwijl we op een stoel zitten, dan ga je gewoon dood. Dat kan ons lichaam niet aan.”
Wel verwacht Anna dat het lichamelijk contact minder wordt.“Dat is een belangrijke menselijke drijfveer. Interface gaat ook over het moment waarop je geconfronteerd wordt met de beperkingen van lichamelijk contact.” Daar tegenover staat dat Anna verwacht dat men steeds meer een band aangaat met mensen die ze nog nooit gezien hebben of iemand die niet eens een lichaam heeft, zoals bijvoorbeeld een computersysteem. “Maar ook al heb je nog nooit een gezicht gezien, ken je nog steeds het verlangen om iemand te kussen. Dat zit enorm in de mens ingebakken.”
“Het zijn natuurlijk maar speculaties. Over 10 jaar denk ik er waarschijnlijk weer heel anders over omdat er dan ontwikkelingen zijn geweest die ik zelf niet verwacht had.” Over één scenario is ze wel stellig: “Je hersenen verwerken Virtual Reality alsof je het in het echt hebt gezien. Dat gaat sowieso een steeds groter onderdeel van onze beleving worden.’”
INTERFACE wordt gemaakt in het kader van De Ontmoeting, een initiatief van VERS en Cinecrowd dat jonge eigenzinnige filmmakers de kans geeft om hun eigen signatuur verder te ontwikkelen. VPRO Dorst is betrokken als coach en co-producent.