Elly Scheele (1987) maakt deel uit van de groeiende groep ZZP-ers in Nederland. Ze werkt als schrijver van toneel, scenario’s en essays en bouwt net als veel ZZP-ers (nog) geen verzekering of pensioen op. Momenteel zoekt ze een bijbaan die bij haar onregelmatige werktijden past en dus probeert ze verschillende werkplekken uit.

 Als ik om 08.00 de kaaswinkel binnenkom, staat de zaak vol met opgestapelde kratten. Een norse man tilt dikke, vacuümverpakte hammen over de toonbank die mijn collega aanpakt. Ik loop naar achteren om een bodywarmer aan te trekken en het Senseo-apparaat aan te zetten. Zodra ik uit zicht ben, zegt de man spottend “Ze weet wat het belangrijkste van de dag is, toch?”. “Volgens mij is ze al koffie aan het zetten.”

Ik ben bang voor herhaling. Voor rituelen, tradities, routine en ‘zo gaat dat nou eenmaal altijd’. Bij herhaling ligt verveling op de loer, verdwijnen langzaam de weloverwogen keuzes en zelfs de vrijwillige keuzes als je niet oppast. Daarom ben ik op mijn hoede als mijn handen uit zichzelf lijken te bewegen, verhuis ik graag vaak en verander ik bij elke aankoop van merk tandpasta.

Perfecte Pond
Ik breng de koffie met drie scheppen suiker naar de hammenman en begin met het snijden van de broden op de bestellijst. Het is mijn tweede woensdagochtend bij de kaasboer en de leverancier en ik hebben al een ritueel. Als de winkel opengaat, druppelen klanten binnen: jonge moeders en vaders met peuters die allemaal een plakje jonge kaas krijgen. Mijn collega herkent alle gezichten en fluistert soms snel voordat ze aan de toonbank staan “Zij wil een pond Hollandse geitenkaas en een halfje zonnepit.” Overmoedig begin ik met het grote kaasmes druk uit te oefenen op de geitenkaas. Een pijnscheut schiet in mijn nek en mijn collega laat zien hoe ze met haar hele gewicht op het mes gaat hangen om het recht te kunnen snijden. De klant zegt dat ik het al heel goed doe en het vast snel zal leren. Ik wrijf glimlachend over mijn nek, maar vrees het moment dat ik vanzelf een perfecte pond zal snijden.

Het is niet dat ik een leven in loondienst veroordeel, in tegendeel, ik ben vaak jaloers op die zekerheid, maar ik heb me nooit kunnen voorstellen dat het mij zou kunnen overkomen.

Smaakpanel

De dag erna fiets ik naar een groot bedrijf voor een tweede smaaktestronde. Ik heb me opgegeven voor een smaakpanel, maar moet eerst in drie testrondes bewijzen dat mijn smaakpapillen en neus goed werken. In de eerste testronde waren er drie groepen van vijftien man en nu zijn er nog twintig over, weet een mevrouw me te vertellen in de wachtruimte. We dragen net als de vorige keer keycords met geplastificeerde kaartjes eraan waar ‘VISITOR’ op staat. Terwijl iedereen onzeker voor zich uit staart of oogcontact probeert te zoeken met degenen uit hun groepje, zit ik in mijn comfortzone. Er zijn nog geen gedragsregels bepaald en dus kan alles nog. Zo probeert een jonge man luid een gesprek in de groep op gang te brengen. “Ja, ik zei nog vorige week tegen mijn vriendin, ik zeg, als ik nu zeg dat je niet lekker hebt gekookt, dan moet je het wel van me aannemen. Omdat we toch met z’n allen door die eerste ronde heen zijn. Toch wel gaaf, toch?”. Een paar vrouwen grinniken voorzichtig. Zijn enthousiasme vertedert me, maar deze groep is er duidelijk nog niet aan toe.

We worden opgehaald door een meisje in een witte doktersjas en vanaf dan lijkt alles te gaan zoals de vorige keer. Iedereen zit aan een eigen tafeltje met het gezicht naar de muur gericht in het witte lokaal zonder ramen. Ik ga aan een andere tafel zitten, maar het voelt al vertrouwd. Op tafel staat een plastic bekertje water en een gesloten glazen potje met koffiebonen. We krijgen het eerste dienblaadje met genummerde kuipjes waar water in zit met een toegevoegde smaak die we moeten herkennen, omschrijven en vervolgens vergelijken met nieuwe kuipjes. In de volgende test krijgen we gesloten kuipjes water met geuren die we moeten herkennen. Ik herken één lobbige, zoete geur, maar kan maar niet op de bron komen. In de vorige test had ik dezelfde ervaring, maar kon ik net op tijd gras, hooi en groente doorkrassen om opgelucht oregano op te schrijven. Deze keer kom ik er niet uit en schrijf ik ontevreden ‘rijstpudding’ op. Als ik om me heen kijk zit iedereen uiterst geconcentreerd te ruiken en te schrijven. Waar in de eerste ronde de koffiebonen nauwelijks werden aangeraakt, ruikt nu iedereen na elke geur aan het potje om hun reuk te neutraliseren. We zijn nu experts, we weten hoe het hoort, want zo gaat dat nu eenmaal in een smaakpanel.

Net na de middelbare school kreeg ik mijn eerste echte bijbaan achter de kassa van de HEMA. Tijdens de eerste week vierden we een feestje omdat één van mijn collega’s 25 jaar bij de HEMA werkte. Ik had medelijden met haar, maar kwam er in de Grillhouse achter dat ze er echt heel blij mee was. Ze was juist bang dat ze ontslagen zou worden of naar een ander filiaal moest vertrekken. Ik knikte langzaam, terwijl mijn andere collega’s haar bijvielen en oppepten.

Allround gastvrouw

Nadat ik hoor dat ik niet door de tweede smaaktestronde heen ben gekomen, solliciteer ik verder. Ik word uitgenodigd voor een assessment van een uitzendbureau, een soort groepssollicitatie voor de functie van allround gastvrouw bij een evenementenhal. Het uitzendbureau verwelkomt ons met grote ogen en een brede glimlach in een blauwe lounge. We moeten in drie groepjes een woordveld maken en presentatie voorbereiden rondom een term. Wij bereiden ‘flexibiliteit’ voor en schrijven bovenaan het vel ‘inspelen op de situatie’. De woorden en zinnen die we daarna bedenken blijken allemaal te vallen onder ‘inspelen op de situatie’, behalve dat één jongen al weet dat we 80% van alle evenementen beschikbaar moeten zijn. Ik vraag me af hoe flexibel dat is. In de sollicitatiegesprekken trekt het laatste ondervraagde meisje de stoute schoenen aan. Ze zegt dat ze graag wil komen werken als gastvrouw om vervolgens door te groeien binnen het bedrijf. Ik probeer in de gezichten van het uitzendbureau af te lezen of dit haar helpt. Doorgroeien binnen het bedrijf. Misschien wil de rest dat stiekem ook wel en balen ze er nu van dat ze dit niet hebben gezegd.

Het is misschien ook wel een logisch levensplan: eventmanagement studeren, een bijbaan krijgen in een evenementenhal en steeds hogerop klimmen tot je manager bent geworden. Dat deze blauwe lounge je thuis wordt en je voorziet van collega’s, vrienden, kerstborrels, vakantiegeld en zelfs een pensioen. Dat er in het team dat je aanstuurt soms freelancers verschijnen, die altijd om meer werk vragen als jij het niet kan bieden en niet beschikbaar zijn als jij ze nodig hebt. Dat ze nooit op de kerstborrel verschijnen en maar één of twee jaar achter jouw bar blijven werken. En na vier jaar denk je weer even aan ze als je hun kleine opgebouwde pensioen moet uitkeren, omdat de administratiekosten hoger werden dan het pensioen zelf. Dat je medelijden met ze hebt, maar je ook niet kan voorstellen dat iemand ervoor kiest om zo te leven.

meer vpro gids