Bureau Buitenland berichtte vorige maand dat Nederland sinds 2013 in totaal 5,1 miljoen euro uitgeeft aan de training van ruim vijfduizend Indonesische politiemensen in Papua en op de Molukken. Zij moeten opgeleid worden tot buurtagenten die de mensenrechten van de inheemse bevolking respecteren.
Dat Nederland de trainingen steunt, komt als een verrassing voor Kamerlid Joël Voordewind (ChristenUnie). Hij nam het initiatief voor de Kamervragen. 'Ik wist hier niets van', zegt hij. 'We hebben minister Koenders voorjaar nog gevraagd naar de situatie in Papua, maar toen hebben we niets over dit programma gehoord. Papua is een politiek zeer gevoelig gebied. Ik wil weten wat we daar doen en waar dat toe leidt.'
De Kamervragen zijn ondertekend door de fracties van VVD, PvdA, SP, CDA, PVV, D66 en SGP. De partijen willen onder meer van Koenders weten hoe hij kan garanderen dat agenten die met Nederlandse steun getraind zijn, niet hebben deelgenomen aan de schending van mensenrechten.
Voordewind vraagt zich bovendien af of de door Nederland gefinancierde trainingen geen averechts effect hebben. 'De positie van de Papua's is al jarenlang zeer slecht', zegt hij. 'Als hun rechten verbeteren door de trainingen, is dat goed. Maar als wij de Indonesische politie effectiever maken, wordt die misschien ook effectiever in het onderdrukken van Papua's. De vraag is dus wat het effect is.'
De Nederlandse steun voor de trainingen loopt tot 1 oktober. Over een vervolg moet nog een besluit worden genomen.
De Tweede Kamer wil opheldering van minister Koenders over de Nederlandse betrokkenheid bij politietrainingen in Papua. Acht fracties hebben daarover maandag schriftelijke vragen gesteld. De aanleiding is een uitzending van het NPO Radio 1-programma Bureau Buitenland over de trainingen aan Indonesische agenten.