Het viel mij pas op in de montage: hier deugde iets niet. Ik was bezig met een interview met twee mannen die wilden dat een deel van Kazachstan zich bij Rusland zou voegen. Ik was in Kazachstan voor een nieuwe serie voor de VPRO, Grensland.

Sinds de annexatie van de Krim rommelt het in de voormalige Sovjet-Unie. Van Letland tot Kazachstan: alle landen kijken met argusogen naar de oorlog in Oekraïne. Dat geldt niet alleen voor de klassieke wantrouwers, zoals de Baltische landen. Dat geldt ook voor president Loekasjenko van Wit-Rusland, die traditioneel wordt gezien als een loopjongen van het Kremlin. Maar sinds een jaar doet Loekasjenko zijn toespraken niet meer in het Russisch, maar in het Wit-Russisch. Mensen moeten weer trots worden op hun land, zodat ze er later ook voor willen vechten, is de gedachte. Dat geldt ook voor Kazachstan. Dit jaar werd ineens 550 jaar Kazachse onafhankelijkheid gevierd. De datum is volkomen willekeurig en doet er ook niet toe, het gaat erom dat de Russische minderheid – zo’n dertig procent van de bevolking – zich gedeisd houdt. Voorlopig is het allemaal rustig en wonen Russen en Kazachen min of meer in vrede.

Daarom was dit duo des te opmerkelijker. Een van hen, een niet zo snuggere jongen, kwam net terug uit Oekraïne, waar hij aan de kant van de rebellen had gevochten, wat hij niet voor de camera wilde vertellen. Ik vond hem wel te vertrouwen, iets waar ik in de huidige propagandaoorlog goed op moet letten. Het gaat niet alleen meer om wat iemand zegt, maar ook of ik het geloofwaardig vind. Spreekt iemand wel de waarheid? Wat voor belangen behartigt hij? Wat vertelt hij juist niet?

Zijn vriend vertrouwde ik voor geen meter. ‘Poetin is onze tsaar, het Kremlin is het kasteel dat ons beschermt,’ was een citaat dat langs kwam op het scherm. De droom van elke televisiemaker, maar net te mooi om waar te zijn. Dan, wat mij bij het filmen al opviel: we filmden in het huis van de man die ik niet vertrouwde, maar het leek wel alsof het speciaal voor deze gelegenheid was gemeubileerd. Alles stond er wel, maar het voelde niet bewoond. En wat deed die enorme fruitschaal in deze vrijgezellenwoning?

Maar pas bij de montage was ik om. Onze man lag op de bank naar het Russische nieuws te kijken, het ging over de pro-Russische Janoekovitsj die na de revolutie in Oekraïne is gevlucht. Een man die zowel in Europa als Rusland wordt gehaat. ‘Ik moest huilen toen hij moest vluchten,’ zei onze nationalist met een grote grijns die ik interpreteerde als ‘ongelooflijk, die westerse journalisten slikken alles voor zoete koek.’ Ik keek nog eens op hun site waar een petitie stond om Kazachstan op de splitsen. De petitie was ondertekend door twintig mensen. Op een bevolking van zeventien miljoen. We waren getrold door de propaganda-machine van het Kremlin, deze man was nep. Een van de belangrijkste scènes van de aflevering kon in de prullenbak.

JELLE BRANDT CORSTIUS