MARIOEPOL - Ze noemen haar Jeanne d’Arc naar de Franse heldin en vrijheidsstrijder. Strijdvaardig is Viktoria Pridoesjtsjenko zeker. Ze richtte in april een burgerpatrouille op, toen separatisten de Zuidoost-Oekraïense stad Marioepol in handen hadden genomen. Ze wilde de pro-Oekraïense bevolking beschermen. Sinds het Oekraïense leger de stad in juni heroverde, gaat Pridoesjtsjenko (49) achter separatisten aan. Ze lacht trots in een Frans café: ‘Wij zijn de partizanenoorlog begonnen.’
De oorlog in Oekraïne laat geen burger ongemoeid. Aan het woord een pro-Oekraïense activiste, een door het oorlogsgeweld gevluchte zus en broer en een pr-consultant die het vertrouwen in de pro-Russische separatisten heeft verloren.
De oorlog in Oekraïne raakt ieders leven in Marioepol. Zelfs al wordt er niet meer gevochten in de havenstad aan de Zee van Azov en bevindt het geweld zich ruim honderd kilometer noordelijker. Niet alleen Pridoesjtsjenko ondervindt dit. Oorlogsvluchtelingen als Olga Soechanova (55) en haar broer Aleksandr Jatsenko (52) komen naar Marioepol dat als meest veilige stad geldt in Zuidoost-Oekraïne. Anderen, zoals de 26-jarige Jevgeni Pererva, keren zich af van de rebellen.
Pridoesjtsjenko’s taak is veranderd na de herovering van Marioepol. Van beschermelinge is ze jager geworden. Ze probeert voor strafonderzoek informatie in te winnen over separatisten. Dan gaat het om degenen die hebben geholpen aan de oprichting van de door de pro-Russische rebellen uitgeroepen Volksrepubliek Donetsk, mensen hebben gedood en gebouwen hebben bezet.
Daarmee is Oekraïne niet uit de problemen, die volgens haar de onrust voeden. Want Pridoesjtsjenko gaat het om de strijd tegen de verstikkende corruptie, om de komst van betrouwbare politici die zich inzetten voor het volk en niet voor zichzelf en er moet een einde komen aan de invloed van de Russische media. Die hitsen in Pridoesjtsjenko’s ogen de bevolking op. Russische televisiezenders moeten daarom van de Oekraïense buis verdwijnen.
Maar er rest nog een tegenstander. Eentje van formaat: Rusland, dat ter ondersteuning van de separatisten zijn troepen aan de grens zou hebben klaarstaan en op 44 kilometer van Marioepol ligt. Een invasie is voor Pridoesjtsjenko hét doemscenario. Ze vreest dat de Russische president Vladimir Poetin na de inlijving van het schiereiland de Krim naar meer verlangt.
Ze houdt van Oekraïne en is verliefd op de eindeloze zonnebloemvelden, die Marioepol omringen. ‘Iedereen heeft het recht om zijn land te verdedigen. Oekraïne was tijdens de Sovjet-Unie een eigen republiek. Wij hebben ons altijd vrij gevoeld. In Rusland hebben ze behoefte aan een sterke leider. Daar heb je geen democratie. Alleen de Goelag.’
Waar Pridoesjtsjenko krachtig overkomt, klinkt de stem van Olga Soechanova kwetsbaar. Gebroken staat ze in de tuin van het huis waar ze tijdelijk verblijft. De woning is van een vriend van haar broer, die op vakantie is. Soechanova, haar broer en haar bejaarde ouders zijn gevlucht uit Snizjne, waar wordt gevochten. Ze hebben alles achtergelaten en zijn halsoverkop vertrokken naar Marioepol. ‘Mijn zieke moeder hebben we uit het hospitaal gehaald’, zegt ze tussen haar tranen door.
Broer Aleksandr Jatsenko onderbreekt haar. Er zit hem duidelijk iets dwars. Hij begrijpt niets van de tactiek van het Oekraïense leger, waar gewone burgers het slachtoffer van worden. ‘Kiev noemt het een anti-terreuroperatie, maar het leger bombardeert huizen. Bij zo’n operatie zet je toch speciale troepen in? Die gericht zoeken naar de vijand. Maar niet het hele leger.’ ‘Een overheid mag nooit het gewapende pad kiezen’, vult zijn zus aan. Beiden kiezen geen partij, zoals meer mensen doen in Marioepol. Als de vrede maar terugkeert.
Ze staan er vrijwel alleen voor. Soechanova, Jatsenko en hun ouders hebben nu drie maanden geen pensioen gekregen, want de banken in Snizjne zijn gesloten. Jatsenko moet het hebben van een pensioen van 2.500 hryvnia (140 euro) per maand en klust daarom soms bij als taxichauffeur. Vanmiddag gaat hij naar de gemeente om te kijken of ze in Marioepol hun pensioen kunnen ontvangen. Ook volgt een bezoek aan een opvangcentrum voor oorlogsvluchtelingen, waar kleding, eten en lakens wordt uitgedeeld.
Hoe het verder moet, weet hij niet. Terug naar Snizjne kan niet. Te gevaarlijk. Als straks zijn vriend van vakantie komt, staan Jatsenko, zijn zus en ouders waarschijnlijk op straat. ‘Dan trekken we verder. We vinden wel iets.’ Waar Soechanova, Jatsenko en hun ouders het lot niet in de hand hebben, wacht de breedgeschouderde Pererva voor nu rustig af. Net terug van een fitnesstraining schuift hij aan in een restaurant in het centrum van Marioepol.
Hij zette in op de separatisten. Het was meer een opportunistische keuze. Pererva verwachtte chaos na de revolutie in de hoofdstad Kiev, die zorgde voor het vertrek van president Viktor Janoekovitsj. ‘Ik hoopte dat dat met de separatisten kon worden voorkomen.’ Maar hun weg liep dood, ondervond Pererva. Geen plannen, geen geld, geen mogelijkheden en geen goede relatie met bedrijven.
Momenteel zit Pererva zonder werk, maar daarover maakt de freelance pr-consultant zich niet druk. Hij rekent op opdrachten van politici voor de parlementsverkiezingen, die mogelijk eind oktober worden gehouden. De verkiezingen moeten een nieuwe stap betekenen in de normalisering van Oekraïne. Een nieuw parlement, zonder leden uit het Janoekovitsjtijdperk.
Maar de afloop van de crisis laat zich niet voorspellen, beseft Pererva. Zeker niet in een land als Oekraïne waar mensen eerder denken aan vandaag en toekomstvisies niet tellen. Zo holt Oekraïne al jaren van crisis naar crisis, concludeert Pererva. ‘We zitten in een marsjroetka (een miniautobus), waarvan de bestemming onbekend is en niemand weet waar hij moet uitstappen.’