Niet eerder ben ik een vakantie met spanning in mijn schouders begonnen. Het is mijn eerste dag in Iran. Het land dat ik bezoek om de sporen van haar historie te volgen. Ik ben blij hier te zijn en toch heb ik een knoop in mijn maag sinds ik mijn hoofddoek na aankomst omdeed. Ik vraag me af; hoe zullen Iraanse mannen op mij, een westerse vrouw en niet moslim, reageren? Ik ben bang dat ik niet geaccepteerd word.
Mijn interesse in de geschiedenis brengt mij op de militaire begraafplaats van martelaren uit de oorlog met Irak. Het trauma van Iran is direct zichtbaar. Foto's van de doden eisen hun aandacht op. Het wordt me duidelijk dat ik rondloop in het collectief geheugen van dit land. Ik voel me ongemakkelijk. Mag ik hier wel zijn? Van links en rechts komen er mannen op mij aflopen. Ik wist het: ik word weggestuurd. Ik slik. Maar als ze voor mij staan kijken zachtmoedige, lachende gezichten mij aan. "Welcome in Iran", hoor ik. Ze houden mij schalen met zoetigheden voor. "Eat!", moedigen ze mij aan. Ik ben ontroerd door zoveel vriendelijkheid op een beladen plek als deze. Ik ontspan. Mijn reis is begonnen.